Besluit van 15 augustus 1997, houdende regels inzake het kadastraal recht (Besluit kadastrale tarieven 1997)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 mei 1997, nr. MJZ97102134, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op de artikelen 104, derde lid, 108 en 109 van de Kadasterwet;

De Raad van State gehoord (advies van 30 juni 1997, no. W08.97.0288);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 augustus 1997, nr. MJZ 97119659, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. DEFINITIES

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de wet: de Kadasterwet;

b. de Dienst: de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

c. perceel: deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd en dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt;

d. object: in de kadastrale registratie vermeld appartementsrecht, perceel of gedeelte van een perceel.

HOOFDSTUK 2. TARIEVEN

Artikel 2

  • 1. Voor de inschrijving van een stuk dat aanleiding is tot het vormen van percelen is, behoudens artikel 4, tweede lid, per onroerende zaak verschuldigd f 705

  • 2. Het aantal onroerende zaken waarop een stuk als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft, wordt gelijk gesteld met het aantal in dat stuk genoemde kadastrale perceelnummers waarop het betrokken in te schrijven feit betrekking heeft, tenzij uit het stuk blijkt dat van een ander aantal onroerende zaken sprake is.

Artikel 3

  • 1. Voor de inschrijving van een stuk, inhoudende vestiging van het recht van hypotheek is verschuldigd:

    a. ingeval de hoofdsom f 100 000,– of minder bedraagt f  90

    b. ingeval de hoofdsom meer dan f 100 000,– doch niet meer dan f 200 000,– bedraagt f 210

    c. ingeval de hoofdsom meer dan f 200 000,– bedraagt f 385

  • 2. Ingeval het stuk op verschillende kantoren van de Dienst wordt ingeschreven wordt het verschuldigde bedrag berekend aan de hand van de aan de voet van het stuk gestelde verklaring van degene die tot het opmaken van het stuk bevoegd is, waarin de hoofdsom in hetzelfde aantal gelijke delen is gesplitst als het aantal kantoren van de Dienst waar inschrijving plaatsvindt.

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de inschrijving van een proces-verbaal van inbeslagneming, met dien verstande:

    a. dat voor «de hoofdsom» wordt gelezen: het in het proces-verbaal genoemde bedrag, en

    b. dat ingeval geen bedrag in het proces-verbaal van inbeslagneming is vermeld, het in het eerste lid, onder b, vermelde tarief geldt.

Artikel 4

  • 1. Voor de inschrijving van een stuk, anders dan in de artikelen 2 en 3 is bedoeld, dat aanleiding is om in de door de Dienst gehouden registraties een rechthebbende te wijzigen, behoudens ten aanzien van hypotheken, is verschuldigd per nieuwe rechthebbende, waarbij gezamenlijke nieuwe rechthebbenden als één nieuwe rechthebbende worden gerekend f 115

    vermeerderd per tiental – gedeelten van een tiental worden voor een geheel gerekend – in het stuk vermelde percelen dan wel appartementsrechten, schepen of luchtvaartuigen f  18

    Indien op de wijziging tevens artikel 2 van toepassing is, is het eerstgenoemde bedrag niet verschuldigd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid dan wel van artikel 2, eerste lid, is, ingeval een stuk een akte van levering betreft van onroerende zaken die blijkens de akte elk een oppervlakte hebben van ten hoogste 100 centiare en waarbij met betrekking tot elk van de onroerende zaken tevens sprake is van een koopsom dan wel andere tegenprestatie of waarde van ten hoogste f 5000,–, per onroerende zaak verschuldigd f  90

    Artikel 2, tweede lid, is van toepassing.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is, ingeval een stuk betreft een verklaring van erfrecht of een verklaring van testamentaire toedeling als bedoeld in artikel 1167 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, verschuldigd f  35

Artikel 5

  • 1. Voor de inschrijving van een stuk anders dan is bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, alsmede voor de boeking van een stuk in een register van voorlopige aantekeningen, is, behoudens het tweede tot en met vierde lid, verschuldigd f  35

  • 2. Voor de inschrijving van een stuk als bedoeld in het eerste lid, dat betrekking heeft op rechten van hypotheek of processenverbaal van inbeslagneming is per in het stuk vermelde hypotheek of beslag verschuldigd f  14

    Indien de gegevens tevens worden aangeleverd op een wijze die geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt, is een bedrag verschuldigd dat gelijk is aan 20% van genoemd tarief.

  • 3. Voor de inschrijving van een aangifte tot wijziging van de beschrijving van een te boek staand schip en een mededeling omtrent de gekozen woonplaats, is verschuldigd f  10

  • 4. Kosteloos is de inschrijving van een aangifte of verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van een schip of luchtvaartuig, van een akte van vernieuwing als bedoeld in artikel 77, vijfde lid, van de wet, alsmede van een stuk op een hernieuwde aanbieding als bedoeld in artikel 20, vierde lid, tweede volzin, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 6

  • 1. Voor het in ontvangst nemen en het in de kadastrale registratie verwerken van afschriften van beschikkingen en bevelen als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van de Wet bodembescherming, alsmede van de in het derde lid van dat artikel bedoelde mededelingen, is per beschikking, bevel dan wel mededeling verschuldigd f  35

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op documenten inzake het opleggen, wijzigen en intrekken van publiekrechtelijke beperkingen.

    Onder een publiekrechtelijke beperking als bedoeld in de eerste zin, wordt verstaan iedere inbreuk op het recht van gebruik van onroerende zaken, dan wel om daarover te beschikken, welke beperking door de overheid wordt opgelegd.

Artikel 7

  • 1. Voor het verstrekken van gegevens uit de kadastrale registratie is verschuldigd:

    a. indien het een negatieve mededeling betreft f  11

    b. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per object f  14

    c. indien het de overige gegevens betreft: per object f  14

  • 2. Voor het verstrekken van gegevens door middel van een permanente aansluiting op de geautomatiseerde kadastrale registratie, waaronder mede is begrepen een schriftelijke weergave van deze gegevens, is verschuldigd:

    a. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per object f  10

    b. indien het de overige gegevens betreft: per object f  10

    c. per abonnementsperiode van een maand, als vergoeding voor de vaste kosten f  10

  • 3. Voor het verstrekken van kadastrale uittreksels die zijn aangemaakt door middel van de in het tweede lid bedoelde permanente aansluiting is per object verschuldigd f  6

Artikel 8

  • 1. Voor het tegelijkertijd verstrekken van gegevens uit de kadastrale registratie inzake alle in een openbaar lichaam of kadastrale gemeente gelegen objecten, uitgezonderd gegevens inzake hypotheken en beslagen, is per object verschuldigd f 2,10

  • 2. Per jaar is verschuldigd voor een abonnement op de in een periode van minimaal een maand opgetreden wijzigingen in de in het eerste lid bedoelde gegevens: per 1000 objecten waaruit het in het eerste lid bedoelde gebied bestaat f 460

Artikel 9

Voor het aanbrengen, verwijderen en wijzigen van de waterschapscode in de kadastrale registratie is verschuldigd indien de gegevens worden aangeleverd op een wijze die automatische verwerking mogelijk maakt, per object f 0,07

Artikel 10

  • 1. Voor het tegelijkertijd verstrekken van gegevens uit de kadastrale registratie, anders dan is bedoeld in artikel 8, uitgezonderd gegevens omtrent hypotheken en beslagen, is per object verschuldigd f 3,50

    met dien verstande dat tenminste is verschuldigd f 770

  • 2. Per jaar is verschuldigd voor een abonnement op de in een periode van minimaal een maand opgetreden wijzigingen in de in het eerste lid bedoelde gegevens: per 1000 objecten waaruit het in het eerste lid bedoelde gebied bestaat f 770

Artikel 11

  • 1. Voor het verstrekken van gegevens uit de openbare registers is per inschrijving verschuldigd f  19

  • 2. Onverminderd de artikelen 14, 16 en 20 is voor het verstrekken van gegevens uit andere registers per document verschuldigd f  7

Artikel 12

  • 1. Voor het verstrekken van gegevens uit de registratie voor schepen en uit de registratie voor luchtvaartuigen is per schip onderscheidenlijk luchtvaartuig verschuldigd:

    a. indien het een negatieve mededeling betreft f  11

    b. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft f  14

    c. indien het de overige gegevens betreft f  14

  • 2. Voor het verstrekken van gegevens door middel van een permanente aansluiting op de geautomatiseerde registratie voor schepen is verschuldigd:

    a. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per schip f  10

    b. indien het de overige gegevens betreft: per schip f  10

Artikel 13

  • 1. Voor het verrichten van onderzoeken in de openbare registers en de door de Dienst gehouden registraties en kaarten naar gegevens over erfdienstbaarheden of andere door de betrokkene gewenste gegevens, dan wel voor het verrichten van overige werkzaamheden, is per kwartier per persoon verschuldigd f  18

  • 2. Voor het verrichten van beperkte standaardonderzoeken naar erfdienstbaarheden is per onderzoek verschuldigd f  60

Artikel 14

  • 1. Voor het verlenen van inzage van een kadastrale kaart of hulpkaart – desgewenst tevens inhoudende de verstrekking van een reproduktie op papier op formaat A3 of A4 – is verschuldigd f  14

  • 2. Indien de in het eerste lid bedoelde verstrekking van een kadastrale kaart per electronische post geschiedt, is verschuldigd f  10

  • 3. Voor de verstrekking van een reproduktie van een kadastrale kaart op formaat A0 is verschuldigd:

    a. voor een reproduktie, op schaal 1:1000 of 1:2000, op papier f  53

    b. voor een reproduktie, op andere dan de onder a vermelde schalen, op papier f 140

    c. voor een reproduktie op transparant niet maatvast materiaal f 140

  • 4. Indien de in het derde lid bedoelde verstrekking dan wel de verstrekking van gegevens uit hulpkaarten betrekking heeft op alle analoge kadastrale kaarten van het gebied van een openbaar lichaam of van een kadastrale gemeente, dan wel op de in een periode van minimaal een maand opgetreden wijzigingen in de analoge kadastrale kaarten, is verschuldigd een bedrag gelijk aan 60% van de in het derde, respectievelijk eerste lid vermelde tarieven.

Artikel 15

  • 1. Voor het tegelijkertijd verstrekken van gegevens uit het geautomatiseerde kaartbestand, bedoeld in artikel 49, tweede lid, van de wet, is per perceel verschuldigd ingeval van eenmalige verstrekking of in geval van eerste verstrekking aan abonnees f  1

    met dien verstande dat tenminste is verschuldigd f 150

  • 2. Per jaar is verschuldigd voor een abonnement op de in een periode van minimaal een maand opgetreden wijzigingen in de in het eerste lid bedoelde gegevens: per 1000 percelen waaruit het desbetreffende gebied bestaat f 250

  • 3. Indien van de in het eerste en tweede lid bedoelde verstrekking de gegevens omtrent gebouwen zijn uitgezonderd, is verschuldigd een bedrag gelijk aan 75% van de in het eerste en tweede lid vermelde tarieven.

  • 4. Artikel 13, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing op het verrichten van extra werkzaamheden verband houdende met de in het eerste tot en met derde lid bedoelde verstrekkingen.

Artikel 16

  • 1. Voor het te velde verstrekken van inlichtingen over de ligging van kadastrale grenzen is verschuldigd:

    a. als vergoeding voor de kosten van vervoer van personen en apparatuur f  25

    b. per kwartier per persoon f  18

  • 2. Ingeval inlichtingen over de ligging van kadastrale grenzen op andere wijze dan te velde worden verstrekt is per grens tussen twee percelen verschuldigd f  28

  • 3. Ingeval de inlichtingen worden verstrekt in de vorm van digitale reconstructiegegevens is per grenspunt verschuldigd f 3,50

Artikel 17

  • 1. Per te vormen nieuw perceel is verschuldigd voor het vormen van percelen op verzoek:

    a. indien percelen moeten worden gesplitst f 705

    b. indien uitsluitend percelen moeten worden samengevoegd f 200

  • 2. Indien op het nieuw te vormen perceel een bestaande woning staat, is per nieuw te vormen perceel verschuldigd:

    a. indien de woning deel uitmaakt van een bestaand woningcomplex en het gaat om een eenvoudige meting waarbij de nieuwe grenzen in het algemeen rechte lijnen zijn f 275

    b. in andere gevallen f 570

Artikel 18

Verschuldigd is voor de afgifte van een verklaring inhoudende de complexaanduiding ter zake van appartementsrechten f 300

Artikel 19

Voor het vervaardigen van een uittreksel van een veldwerk, voor het berekenen en verstrekken van maten en het vermelden daarvan op een op verzoek vervaardigde kaart, alsmede voor de verrichting van overige landmeetkundige en kartografische werkzaamheden op verzoek, is tevens artikel 13, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20

  • 1. Voor het verstrekken van een opgaaf van rechthoekige coördinaten van punten van de Rijksdriehoeksmeting is verschuldigd:

    a. in geval van eenmalige verstrekking: per overzichtskaart van punten f  15

    per lijst van coördinaten van een punt f  50

    vermeerderd per aanvraag als vergoeding voor de kosten van administratie met f 100

    b. door abonnees op overzichtskaarten en lijsten van coördinaten van punten, per jaar: per kernnetpunt f  10 per ander punt f 3,25

  • 2. Voor het verstrekken van een opgaaf van de overige tot de meetkundige grondslag behorende vaste punten is verschuldigd: per coördinatenpaar f  50

Artikel 21

  • 1. Voor het aanbrengen van een brandmerk op een schip of het vernieuwd aanbrengen daarvan, is per brandmerk verschuldigd f 265

  • 2. Indien de werkzaamheden buiten Nederland moeten worden verricht, is bovendien per kwartier per persoon verschuldigd f  25

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 22

  • 1. De eenheden, bedoeld in de artikelen 8, tweede lid, 10, tweede lid, 13, eerste lid, 15, tweede lid, 16, eerste lid, onder b, en 21, tweede lid, worden naar boven afgerond op gehele eenheden.

  • 2. Voor de toepassing van de artikelen 8, tweede lid, 10, tweede lid, en 15, tweede lid, wordt uitgegaan van het aantal objecten dan wel percelen waaruit het desbetreffende gebied bestaat op 1 januari van het jaar waarin de gegevensverstrekking plaatsvindt.

Artikel 23

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kan de tarieven bij ministeriële regeling wijzigen teneinde deze aan te passen aan de ontwikkelingen van lonen en prijzen, mits deze aanpassing beperkt blijft tot de gemiddelde gerealiseerde en verwachte loon- en prijsontwikkelingen over een periode van drie jaar. Omtrent het eerste jaar van die periode moet over gerealiseerde gegevens inzake loon- en prijsontwikkelingen worden beschikt.

Artikel 24

Het Besluit kadastrale tarieven 1995 wordt ingetrokken.

Artikel 25

Het Besluit tarieven aanbrengen van brandmerken op schepen 1996 wordt ingetrokken.

Artikel 26

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 27

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kadastrale tarieven 1997.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 15 augustus 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel

Uitgegeven de zesentwintigste augustus 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

1. Dit besluit heeft betrekking op de kadastrale tarieven en is gebaseerd op de artikelen 104, derde lid, 108 en 109 van de Kadasterwet. Het komt in de plaats van het Besluit kadastrale tarieven 1995 dat op 1 augustus 1995 in werking is getreden, waarbij de tarieven werden verlaagd met gemiddeld 30%. Overeenkomstig artikel 108, tweede lid, van de Kadasterwet worden de onderhavige tarieven tot geen hoger bedrag vastgesteld dan tot dekking van de ten laste van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers komende kosten van het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid van genoemd artikel 108, wordt vereist.

2. Het onderhavige besluit wijkt qua opzet niet in belangrijke mate af van het Besluit kadastrale tarieven 1995. Slechts op enkele onderdelen is een kleine structuurwijziging ingevoerd.

3. Omtrent het onderhavige besluit is de Gebruikersraad als bedoeld in artikel 16 van de Organisatiewet Kadaster gehoord. De Gebruikersraad heeft positief over het voorstel voor het onderhavige besluit geadviseerd.

4. Tengevolge van het onderhavige besluit treedt een verlaging van tarieven op. Om deze reden is van het maken van een overgangsbepaling afgezien.

Verlaging van de tarieven

Op basis van de resultaten van 1996 en de meerjarenbegroting, opgenomen in het meerjarenbeleidsplan zijn, gelet op de uitgangspunten met betrekking tot het eigen vermogen zoals vermeld in de Organisatiewet Kadaster, de tarieven met gemiddeld 10% verlaagd. Dit is exclusief 2% inflatiecorrectie. Volgens de huidige inzichten komt hiermee aan het eind van de planperiode het eigen vermogen op het toegestane niveau.

De tarieven zijn niet alle met hetzelfde percentage verlaagd. Mede op grond van inzichten in de kostendekkendheid van de produkten is een gedifferentieerde tariefsaanpassing doorgevoerd.

Deze differentiatie houdt het volgende in:

a. de tarieven voor de inschrijving van hypotheken zijn verlaagd met gemiddeld 19%, waarbij een structuurwijziging is doorgevoerd voor hypotheken met een hoofdsom van meer dan f 300 000. Het tarief als promillage van de hoofdsom is daarbij vervangen door een vast bedrag. Met het vorenstaande worden de tarieven meer in overeenstemming met de kosten gebracht.

b. de tarieven voor verschillende produkten zijn verlaagd, zoals in de artikelsgewijze toelichting is uiteen gezet.

c. de overige tarieven zijn niet verlaagd.

Artikelsgewijze toelichting

In onderstaande artikelsgewijze toelichting worden wijzigingen toegelicht ten opzichte van het voorheen geldende Besluit kadastrale tarieven 1995, behoudens de reeds vermelde tariefsverlagingen en behoudens kleine redactionele verbeteringen in de artikelen 4, tweede lid, 10, eerste lid, 12, eerste lid, 13, eerste lid, 14, vierde lid, en 16, eerste lid. De voorheen bestaande artikelen 17 tot en met 21 zijn vernummerd tot 16 tot en met 20.

Artikel 4

In het derde lid is het tarief verlaagd van f 90 tot f 35. Dit houdt verband met de bevordering van de inschrijving van verklaringen van erfrecht. Gebleken is dat het voorheen geldende tarief veelal een te hoge drempel vormde voor de inschrijving. Met het oog op de juistheid en actualiteit van de openbare registers en de kadastrale registratie is het evenwel van belang dat bedoelde verklaringen zo veel mogelijk ter inschrijving worden aangeboden.

Artikel 5

In het eerste lid is het tarief verlaagd van f 55 tot f 35 en in het derde lid is het tarief verlaagd van f 18 tot f 10. Het betreft de inschrijving van stukken die geen wijziging van een rechthebbende inhouden. De reden voor deze verlaging is dezelfde als ten aanzien van de verklaring van erfrecht is vermeld bij de toelichting bij artikel 4, derde lid.

Artikel 6

In het eerste lid is het tarief verlaagd van f 55 tot f 35. Gebleken is dat met de verwerking van de onderhavige documenten, die niet in de openbare registers worden ingeschreven, minder kosten zijn gemoeid dan aanvankelijk werd geraamd.

Het tweede lid is toegevoegd en betreft de bewaring en het voor raadpleging beschikbaar houden van documenten inzake publiekrechtelijke beperkingen. Zolang de registratie van publiekrechtelijke beperkingen niet wettelijk is geregeld, functioneert, sedert 12 juli 1996, een tijdelijke regeling (Stcrt. 1996, 130). Deze houdt in dat een aantal beperkingen in de kadastrale registratie worden aangetekend. De documenten inzake het opleggen, wijzigen en intrekken van de beperkingen berusten in beginsel bij de oplegger van de beperking. Indien deze echter niet beschikt over een publieksbalie, kan op verzoek van de oplegger ook het Kadaster bedoelde documenten bewaren, ter raadpleging door derden. Daarvoor is thans een tarief gesteld dat gelijk is aan het tarief, vermeld in het eerste lid.

Artikel 7

Het in het tweede lid, onder c, bedoelde tarief is verlaagd van f 35 tot f 10. Het betreft de maandelijkse kosten van een permanente aansluiting op de geautomatiseerde kadastrale registratie. Door toenemend gebruik zijn de kosten per abonnement lager geworden.

Artikel 10

In het eerste lid is een minimum ordergrootte ingevoegd, om kleine leveringen kostendekkend te maken.

Het derde lid is geschrapt omdat de voortschrijdende techniek het aanbrengen van het aldaar bedoelde signaal zodanig heeft vergemakkelijkt dat geen extra kosten in rekening behoeven te worden gebracht.

Artikel 11

In het eerste lid is het tarief voor informatie uit de openbare registers verlaagd met 10% (van f 21 tot f 19), en daarmee meer in overeenstemming met de kosten gebracht.

Artikel 14

Toegevoegd is een nieuw tweede lid, waarin de verstrekking van een kadastrale kaart via de electronische post is getarifeerd, hetgeen sedert het begin van 1996 mogelijk is.

In het derde lid, onder b, is een tarief opgenomen voor de verstrekking van een reproduktie van een kadastrale kaart die afwijkt van de standaardschalen.

Artikel 15

Het in het eerste lid vermelde bedrag is in overeenstemming gebracht met de werkelijke kosten. Het betreft het bedrag per perceel dat is verschuldigd bij verstrekking van gegevens uit het geautomatiseerd kaartbestand. Om kleine leveringen kostendekkend te maken is een minimum-ordergrootte ingevoerd.

Aangezien bedoeld kaartbestand een landelijk bestand is en niet gemeentegewijs is ingericht, is de afzonderlijke tariefstelling ingeval alle percelen van een openbaar lichaam of kadastrale gemeente worden geleverd, geschrapt. Het voorheen bestaande artikel 16 is dan ook vervallen.

Opgemerkt wordt dat de onderhavige tarieven inzake de levering uit het geautomatiseerde kaartbestand, gebaseerd zijn op verstrekking volgens de standaarden NEN 1878 en voorshands SUF2. Verstrekking in andere formaten, waaronder één van de versies van het DXF-formaat, is mogelijk tegen betaling van het tarief als bedoeld in artikel 13, eerste lid.

Artikel 16

Het in het eerste lid, onder a, vermelde tarief is verlaagd van f 35 tot f 25. Het betreft de vergoeding voor de kosten van vervoer van personen en apparatuur.

Artikel 17

Een nieuw tweede lid is toegevoegd inzake de splitsing van percelen indien het bestaande woningen betreft. Aangezien deze werkzaamheden doorgaans van eenvoudiger aard zijn dan de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden, kan met een lager tarief worden volstaan. In het tweede lid, onder a, wordt onder woningcomplex verstaan een blok van twee of meer aaneengesloten woningen.

Artikel 18

Het tarief voor de afgifte van een verklaring inhoudende de complexaanduiding inzake appartementsrechten is in overeenstemming gebracht met de huidige werkelijke kosten.

Artikel 20

Dit artikel is aangepast in dien zin dat de tarieven onafhankelijk zijn gemaakt van het aantal wijzigingen in de punten van de Rijksdriehoeksmeting. Voorheen betaalden de abonnees per gewijzigd punt van de Rijksdriehoeksmeting. Dit bracht mee dat de abonnees volstrekt willekeurig werden geconfronteerd met kosten, afhankelijk van de regio die door de Rijksdriehoeksmeting werd bewerkt. Voor de abonnees op deze punten is het gunstiger dat de kosten worden gespreid, onafhankelijk van het aantal wijzigingen. In het eerste lid, onder b, is onderscheid gemaakt tussen kernnetpunten en andere punten. Een kernnetpunt is een punt waarboven direct met moderne apparatuur kan worden opgesteld. Dit is nodig voor metingen met behulp van satellieten (Global Positioning System (GPS)). Deze punten worden frequenter bijgehouden dan de overige punten. De voorstellen zijn in zijn totaliteit budgettair neutraal.

Artikel 21

Dit nieuwe artikel houdt verband met de overbrenging van de taak van het brandmerken van schepen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat naar de Dienst voor het kadaster en de openbare registers. De tarieven zijn gebaseerd op het voorheen geldende Besluit tarieven aanbrengen van brandmerken op schepen 1996. In het onder a vermelde tarief is een bedrag van f 25 begrepen als vergoeding voor de kosten van vervoer van personen en apparatuur. Dit bedrag komt overeen met het in artikel 16, eerste lid, onder a, genoemde bedrag.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 september 1997, nr. 172.

Naar boven