Besluit van 2 augustus 1997, houdende wijziging van het Reisbesluit buitenland in verband met uitzendingen naar de Nederlandse Antillen of Aruba

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 6 juni 1997, nr. AD97/U478, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 9 juli 1997, nr. W04.97.0333);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 18 juli 1997, nr. AD97/U645, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Na artikel 15 van het >Reisbesluit buitenland1 wordt een nieuw artikel 15a ingevoegd, luidend:

Artikel 15a Dienstreizen in verband met uitzending naar de Nederlandse Antillen of Aruba

  • 1. Voor de gevallen waarin het bevoegd gezag er op verzoek van de overheid van de Nederlandse Antillen of Aruba mee instemt dat de betrokkene wordt uitgezonden naar de Nederlandse Antillen of Aruba, stelt Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken een bijzondere regeling vast, waarbij kan worden afgeweken van de overige bepalingen van dit besluit.

  • 2. Over de wijziging van de vergoedingen, opgenomen in de in het eerste lid bedoelde regeling, wordt overleg gevoerd met de centrales van overheidspersoneel in het Sectoroverleg Rijkspersoneel, voor zover een lid van dat overleg de behoefte daaraan aan de voorzitter heeft kenbaar gemaakt.

Artikel II

Na de inwerkingtreding van dit besluit berust de Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar de Nederlandse Antillen en Aruba van de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken op artikel 15a van het Reisbesluit buitenland.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 2 augustus 1997

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de eenentwintigste augustus 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op verzoek van de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken worden regelmatig rijksambtenaren, andere ambtenaren, particuliere werknemers en consulenten uitgezonden naar de Nederlandse Antillen en Aruba. De uitzending wordt gezien als een dienstreis en geschiedt in overleg met en met goedvinden van de desbetreffende departementen en andere werkgevers. De betrokkene blijft in dienst bij zijn departement respectievelijk werkgever. De betrokkene komt dan ook niet in dienst van het Kabinet voor Antilliaanse en Arubaanse Zaken (KabNa). Wel worden de salariskosten van de betrokkene gedeclareerd bij respectievelijk verrekend met het KabNa. Als de uitzending plaatsvindt op verzoek van een van de overheden van de Nederlandse Antillen of Aruba verricht de betrokkene de werkzaamheden daar onder de verantwoordelijkheid van die overheid.

Op grond van artikel 15 van het Reisbesluit buitenland kan elke minister in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken voor bepaalde groepen personeel bijzondere regelingen treffen in afwijking van genoemd besluit. Hierbij wordt onder meer gedacht aan deskundigen die in het kader van technische hulp en bijstand worden uitgezonden. De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken kan voor zijn eigen personeel op grond van genoemd artikel 15 een bijzondere regeling treffen evenwel niet voor de andere rijksambtenaren. Om toch voor alle rijksambtenaren die op verzoek van de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken worden uitgezonden eenzelfde bijzondere regeling te treffen, is een artikel 15a in het Reisbesluit buitenland opgenomen waarin dit mogelijk wordt gemaakt. Opgemerkt zij dat wanneer een ambtenaar op verzoek van het bevoegd gezag een dienstreis maakt naar de Nederlandse Antillen of Aruba, dus niet op verzoek van de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, de door KabNa opgestelde bijzondere regeling niet van toepassing is.

In het Sectoroverleg Rijkspersoneel is over de opneming van artikel 15a in het Reisbesluit buitenland overeenstemming bereikt.

Financiering

De regeling van artikel 15a in het Reisbesluit buitenland op zich heeft geen directe kosten tot gevolg, want het betreft het voorzien van een grondslag voor de reeds bestaande mogelijkheid van uitzending.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

In artikel 15a, eerste lid, wordt geregeld dat de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken een bijzondere regeling kan treffen voor ambtenaren, werkzaam bij de diverse departementen, die op verzoek van de eerstgenoemde minister in het kader van het Nederlandse personele hulpprogramma voor werkzaamheden naar de Nederlandse Antillen of Aruba worden uitgezonden. Een dergelijke uitzending heeft alleen plaats indien de eigen minister van de ambtenaar hiermee heeft ingestemd.

In het tweede lid van artikel 15a is geregeld dat over wijzigingen in de door de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken te treffen bijzondere regeling overleg moet worden gevoerd met de centrales van overheidspersoneel in het Sectoroverleg Rijkspersoneel. Deze bijzondere regeling heeft, zoals eerder vermeld, betrekking op ambtenaren werkzaam op de verschillende ministeries. Behandeling daarvan in de bijzondere commissie bij KabNa is gelet daarop niet de juiste plaats, het Sectoroverleg Rijkspersoneel is dat vanwege het bovendepartementaal zijn van de bijzondere regeling wel.

Artikel II

Dit artikel geeft aan dat de Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar de Nederlandse Antillen en Aruba van de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken, vooruitlopend op het onderhavige besluit is gebaseerd. Over deze regeling is overeenstemming bereikt in het Sectoroverleg Rijkspersoneel. De Regeling uitzending deskundigen voor korte duur, laatstelijk gewijzigd 19 mei 1995, die van toepassing was bij uitzending van deskundigen naar de Nederlandse Antillen en Aruba, is daarbij ingetrokken. Voor reeds uitgezonden deskundigen op grond van laatstgenoemde regeling is in de Regeling vergoedingen bij uitzending deskundigen voor korte duur naar de Nederlandse Antillen en Aruba een overgangsbepaling opgenomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

Stb. 1994, 600.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven