Besluit van 30 juni 1997, houdende wijziging van het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet in verband met het uitzonderen van bepaalde inkomensbestanddelen van de premieheffing ziekenfondsverzekering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 mei 1997, VPZ/F-971476, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onder b, en 18 van de Ziekenfondswet;

Gezien de brief van de Ziekenfondsraad van 14 september 1995 (VERZ/37429/95);

De Raad van State gehoord (advies van 2 juni 1997, No. W13.97.0238);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 juni 1997, VPZ/F-972213, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In het >Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet1 wordt na artikel 3a een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3b

Bij de premieheffing ingevolge dit besluit over uitkeringen en pensioenen niet zijnde loon als bedoeld in artikel 4, wordt geen premie geheven over:

a. bedragen die worden ingehouden als verplichte bijdrage ingevolge een pensioenregeling of een regeling voor vervroegde uittreding;

b. eenmalige uitkeringen en verstrekkingen ter zake van overlijden;

c. uitkeringen en verstrekkingen tot dekking van op de uitkerings- of pensioengerechtigde drukkende kosten ter zake van ziekte, invaliditeit en bevalling;

d. geschenken ter gelegenheid van algemeen erkende feestdagen en het Sint-Nicolaasfeest, een jubileum van de inhoudingsplichtige, dan wel de verjaardag en andere persoonlijke feestdagen van de uitkerings- of pensioengerechtigde, voor zover de waarde daarvan een bedrag van f 300,- per jaar niet overtreft.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 30 juni 1997

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de vijftiende juli 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Voor de verzekerden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de Ziekenfondswet, wordt de procentuele ziekenfondspremie geheven over het loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV). In de CSV wordt het loonbegrip waarover premie wordt geheven ingevolge de werknemersverzekeringen (Ziektewet, Werkloosheidswet, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Ziekenfondswet) geregeld. Ingevolge artikel 6 CSV worden bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen van de werkgever van het loonbegrip en derhalve van de premieheffing ziekenfondsverzekering uitgezonderd.

Voor de verzekerden die geen werknemers zijn in de zin der Ziektewet en derhalve geen loon in de zin van de CSV ontvangen, gelden de uitzonderingen van artikel 6 CSV niet. Over de vergoedingen of tegemoetkomingen die vergelijkbaar zijn met vorenbedoelde inkomensbestanddelen die voor werknemers van het loonbegrip zijn uitgezonderd, moet derhalve wèl procentuele ziekenfondspremie worden betaald.

Uit beleidsmatige overwegingen is het gewenst dat dit verschil in de grondslag waarover de premieheffing ziekenfondsverzekering tussen de onderscheiden categorieën van personen plaatsvindt, wordt weggenomen. Bovendien is gebleken dat de uitvoeringsorganen in het algemeen handelen alsof vorenbedoelde uitzonderingen van het loonbegrip van de CSV, wel van toepassing zijn. Ten einde deze spanning tussen uitvoeringspraktijk en regelgeving ongedaan te maken wordt de grondslag voor de premieheffing ingevolge het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet in overeenstemming gebracht met die ingevolge de CSV voor werknemers. Hiertoe wordt in het Aanwijzingsbesluit een artikel toegevoegd.

Artikel I voorziet in deze aanpassing.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1996, 66, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 april 1997, Stb. 185.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven