Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatsblad 1997, 251 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatsblad 1997, 251 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dd. 30-5-1997, nr. 173, afdeling Gebiedsgerichte Plan- en Beeldvorming (Rijksplanologische Dienst); gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, alsmede de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm;
gelet op artikel 6, eerste lid van de Kaderwet Adviescolleges
Hebben verstaan en goedgevonden;
Er is een Commissie Ruimtelijk-Economisch Perspectief Noord-Nederland, hierna te noemen: de Commissie.
1. De Commissie heeft tot taak een analyse te maken van de sterke en zwakke punten van Noord-Nederland in relatie tot zijn omgeving, op de terreinen van regionale economie, ruimtelijke structuur, verkeer en vervoer, land- en tuinbouw, alsmede natuur, recreatie en landschap.
2. De Commissie dient daarbij speciale aandacht te besteden aan beleidsopties van rijk en provincies op de terreinen van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Verkeer en Waterstaat en van Economische Zaken.
3. De Commissie brengt voor 1 juli 1997 aan Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Verkeer en Waterstaat, alsmede de Staatssecretaris van Economische Zaken en aan de voorzitter van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, een eindrapport uit dat in elk geval aanbevelingen bevat voor een pakket van maatregelen, onderscheiden naar ten eerste de periode tot het jaar 2010 en vervolgens de periode 2010–2030.
1. Het beheer van de stukken betreffende de werkzaamheden van de Commissie geschiedt conform het Statuut Documentaire Informatievoorziening VROM (1996).
2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde stukken zullen bij opheffing van de Commissie worden opgenomen in het archief van de Rijksplanologische Dienst.
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer
Uitgegeven de zesentwintigste juni 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
In het kader van het rijksbeleid achten wij het wenselijk, de bijdrage van het landsdeel Noord-Nederland aan de doelstellingen van de nationale economie te versterken en de eigen kwaliteiten van ruimtelijke structuur, van verkeer en vervoer, van land- en tuinbouw en van recreatie, natuur en landschap in Noord-Nederland verder te ontwikkelen. Over deze doelstelling bestaat overeenstemming tussen het rijk en het bestuur van de provincies Drenthe, Friesland en Groningen, verenigd in het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN).
In de loop van 1996 is door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer nagegaan, of het wenselijk zou zijn een commissie in te stellen die de ruimtelijk-economische positie van het noorden van het land nader in kaart brengt en voorstellen doet voor verbeteringen en aanpassingen.
Tijdens besprekingen in het najaar van 1996 tussen het rijk en het SNN was het nieuwe adviesstelsel nog niet in werking. Beide partijen achten het wenselijk, nog voor de zomer van 1997 een advies over het ruimtelijk-economisch perspectief voor Noord-Nederland te ontvangen. Gezien de breedte van de relevante beleidsterreinen lag het niet in de rede de opdracht te verstrekken aan één van de toenmalige departementale adviesraden, maar aan een afzonderlijke, tijdelijke commissie. De Minister-President heeft tijdens de Algemene Beschouwingen in 1996 het instellen van een dergelijke commissie aangekondigd.
De in te stellen commissie zal een heldere analyse moeten maken van sterke en zwakke punten van Noord-Nederland in relatie tot zijn omgeving, op de terreinen van regionale economie, ruimtelijke structuur, verkeer en vervoer, land- en tuinbouw, natuur, recreatie en landschap. Aan de hand hiervan zal de commissie met advies over een pakket van concrete maatregelen moeten komen.
De Commissie consulteert, indien zij dat voor een goede vervulling van de aan haar opgedragen taak nodig acht, degenen die betrokken zijn bij de omschreven beleidsterreinen in Noord-Nederland. Daarnaast consulteert de Commissie ook het bedrijfsleven in het Noorden.
De voor het functioneren van de Commissie noodzakelijk geachte uitgaven komen voor rekening van de betrokken departementen. Van deze uitgaven stelt de Commissie in haar eerste vergadering een begroting op en legt deze begroting ter goedkeuring voor aan de betrokken bewindslieden. Het verstrekken van opdrachten door de Commissie tot het verrichten van onderzoek geschiedt conform de Algemene Onderzoeksvoorwaarden VROM (1995).
De Commissie brengt voor 1 juli 1997 een eindrapport uit aan de in artikel 2 van het Besluit genoemde bewindslieden en aan de voorzitter van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Dit eindrapport bevat in elk geval aanbevelingen voor een pakket van maatregelen, onderscheiden naar ten eerste de periode tot het jaar 2010 en vervolgens de periode 2010–2030.
Behoudens het hierboven gestelde regelt de Commissie haar werkzaamheden naar eigen inzicht. De Commissie heeft de bevoegdheid opdrachten aan externen te verstrekken, met name ten aanzien van het instellen van een secretariaat van de Commissie.
Door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is de Plaatsvervangend Directeur-Generaal van de Ruimtelijke Ordening aangewezen als de ambtenaar die beschikbaar is voor het geven van inlichtingen, als bedoeld in artikel 19 van de Kaderwet Adviescolleges. Hij fungeert als trait d'union tussen de Commissie en de in artikel 2 van het Besluit genoemde bewindslieden en de voorzitter van de Samenwerkingsverband Noord-Nederland, en is als waarnemer toegevoegd aan de Commissie.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1997-251.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.