Wet van 12 juni 1997 tot wijziging van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en van enkele andere wetten in verband met herziening van de tariefstructuur voor vrachtauto's

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de tariefstructuur van de motorrijtuigenbelasting voor vrachtauto's te herzien met het oog op de richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (PbEG L 279) betreffende de toepassing door de Lid-Staten van de belastingen op sommige voor het goederenvervoer over de weg gebruikte voertuigen en van de voor het gebruik van sommige infrastructuurvoorzieningen geheven tolgelden en gebruiksrechten, en in dat kader het stelsel van heffing van de motorrijtuigenbelasting voor vrachtauto's alsmede enkele andere wetten te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de >Wet op de motorrijtuigenbelasting 19941 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

A. Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onder de naam «motorrijtuigenbelasting» wordt een belasting geheven ter zake van:

    a. het houden van een personenauto, een bestelauto, een motorrijwiel of een vrachtauto;

    b. het rijden op de weg met een autobus.

B. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen e en f komen te luiden:

e. autobus: een motorrijtuig op drie of meer wielen dat is ingericht voor personenvervoer en wel voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;

f. vrachtauto: een motorrijtuig, niet zijnde een personenauto, een bestelauto, een motorrijwiel of een autobus;.

2. De onderdelen g tot en met j worden geletterd k tot en met n.

3. Na onderdeel f worden vier nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

g. kampeerauto: een personenauto waarvan de binnenruimte is ingericht voor het vervoer en verblijf van personen en is voorzien van een vaste kook- en slaapgelegenheid;

h. woonwagen: een personenauto waarvan de binnenruimte vaste voorzieningen bevat voor bewoning;

i. aanhangwagen: een voertuig, niet zijnde een motorrijtuig, dat kennelijk is bestemd om te worden voortbewogen door een motorrijtuig;

j. koppelinrichting: een aan een motorrijtuig bevestigde inrichting met behulp waarvan het motorrijtuig kan worden verbonden met een aanhangwagen;.

4. Na het tot onderdeel n geletterde onderdeel j worden, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, twee nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:

o. toegestane maximum massa van een vrachtauto die is voorzien van een koppelinrichting: de toegestane maximum massa van de vrachtauto indien deze niet zou zijn voorzien van een koppelinrichting, verhoogd met de hoogste toegestane maximum massa van een aanhangwagen waarmee de vrachtauto kan worden verbonden;

p. richtlijn: de richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (PbEG L 279) betreffende de toepassing door de Lid-Staten van de belastingen op sommige voor het goederenvervoer over de weg gebruikte voertuigen en van de voor het gebruik van sommige infrastructuurvoorzieningen geheven tolgelden en gebruiksrechten.

C. HOOFDSTUK II komt te luiden: Personenauto's, bestelauto's, motorrijwielen en vrachtauto's.

D. In artikel 6 wordt «een personenauto, een bestelauto en een motorrijwiel» vervangen door: een personenauto, een bestelauto, een motorrijwiel en een vrachtauto.

E. Aan artikel 7, tweede lid, wordt toegevoegd: De eerste volzin is niet van toepassing met betrekking tot artikel 37, eerste lid, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994, behoudens voorzover bij ministeriële regeling anders wordt bepaald.

F. In artikel 13, tweede lid, wordt na «een in het eerste lid bedoeld motorrijtuig» ingevoegd: van een houder die niet in Nederland zijn hoofdverblijf heeft of is gevestigd.

G. In artikel 18 wordt in het tweede en het vierde lid «voor zover» vervangen door: voorzover.

H. Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «is opgegeven wordt» ingevoegd: , onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen,.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing als de schorsing eindigt:

    a. met betrekking tot een personenauto, een bestelauto of een motorrijwiel: binnen drie maanden;

    b. met betrekking tot een vrachtauto: binnen een maand.

I. Artikel 20, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Teruggaaf van belasting wordt mede verleend over het bij de aanvang van de schorsing nog niet verstreken gedeelte van het lopende tijdvak.

J. Artikel 22, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

Onderdeel b komt te luiden:

b. 1°. de eigen massa van het motorrijtuig afgerond tot het naaste honderdtal kilogrammen, met dien verstande dat 50 kg naar beneden wordt afgerond;

2°. de toegestane maximum massa van het motorrijtuig afgerond tot het naaste duizendtal kilogrammen, met dien verstande dat een gedeelte van 1000 kg naar beneden wordt afgerond;.

K. Na artikel 25 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 25a. 1. Voor een vrachtauto bedraagt de belasting over een tijdvak van drie maanden f 171,50, vermeerderd met f 11,50 per 1000 kg toegestane maximum massa boven 11 000 kg, doch ten hoogste f 505.

2. In zoverre de minimumtarieven van de motorrijtuigenbelasting als bedoeld in de richtlijn, uitgedrukt in guldens naar de tegenwaarde van de ecu bepaald volgens de koersen van de eerste werkdag van oktober, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, de belasting die over een jaar wordt betaald te boven gaan, kunnen de in dit artikel genoemde bedragen van f 171,50 en f 505 bij ministeriële regeling met ingang van de op de bedoelde dag eerstvolgende 1 januari worden verhoogd, alsmede overgangsregelingen in dat kader worden vastgesteld.

3. Voor de toepassing van het tweede lid is artikel 28 van toepassing.

Artikel 25b. Voor een motorrijtuig dat wordt gebruikt in de uitoefening van de detailhandel en dat is voorzien van een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte die blijvend is ingericht als winkel en uitsluitend als zodanig wordt gebruikt, bedraagt de belasting, in afwijking van het in deze afdeling bepaalde en onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, met overeenkomstige toepassing van artikel 22, over een tijdvak van drie maanden f 100, vermeerderd met f 10 per 1000 kg toegestane maximum massa boven 11 000 kg.

L. In artikel 26 wordt na «feitelijk ter beschikking staat» ingevoegd: van een houder die niet in Nederland zijn hoofdverblijf heeft of is gevestigd,.

M. In artikel 28 wordt «een personenauto en een bestelauto» vervangen door: een personenauto, een bestelauto of een vrachtauto.

N. Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komen de onderdelen a en b achtereenvolgens te luiden:

a. een kampeerauto is;

b. een woonwagen is;.

2. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. is ingericht als werktuig of als werkplaats;.

3. Het eerste lid, onderdeel f, wordt geletterd h.

4. In het eerste lid worden na onderdeel e twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

f. wordt gehouden door een verhuisondernemer en wordt gebruikt als verhuiswagen;

g. is ingericht voor bijzondere, niet geregeld voorkomende transporten;.

5. In het eerste lid wordt in het tot h geletterde onderdeel f «paardesport» vervangen door: paardensport.

6. Aan het slot van het eerste lid wordt «ingevolge de artikelen 23, 24 of 25» vervangen door: ingevolge de artikelen 23, 24, 25 of 25a.

7. In het tweede lid wordt «Indien de kampeerauto, bedoeld in het eerste lid, onder a,» vervangen door: Indien een kampeerauto.

8. Onder vernummering van het derde lid in vierde lid wordt na het tweede lid een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste lid, onderdelen c en f, is niet van toepassing op een vrachtauto waarvan de toegestane maximum massa hoger is dan 11 000 kg, tenzij wordt voldaan aan met betrekking tot de vrachtauto bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden.

9. In het tot vierde lid vernummerde derde lid wordt «Met betrekking tot de in het eerste lid, onder a en b, bedoelde kampeerauto's en woonwagens» vervangen door: Met betrekking tot een kampeerauto of een woonwagen.

O. In artikel 31 wordt «electromotor» vervangen door: elektromotor.

P. Artikel 32 vervalt.

Q. In artikel 34, zesde lid, wordt «voor zover» vervangen door: voorzover.

R. In artikel 35, vijfde lid, wordt «voor zover» vervangen door: voorzover.

S. Artikel 35a wordt vervangen door:

Artikel 35a. Indien

a. de voor een motorrijtuig geldende schorsing als bedoeld in Hoofdstuk IV, paragraaf 6, van de Wegenverkeerswet 1994 eindigt, anders dan bedoeld in artikel 68, eerste lid, onderdelen c en d, van die wet,

1°. met betrekking tot een personenauto, een bestelauto of een motorrijwiel binnen drie maanden; en

2°. met betrekking tot een vrachtauto binnen een maand; dan wel

b. niet is voldaan aan de voorwaarden en beperkingen die krachtens artikel 19, eerste lid, bij algemene maatregel van bestuur zijn gesteld,

wordt de belasting waarvan krachtens artikel 20, tweede lid, teruggaaf is verleend alsmede de te weinig geheven belasting nageheven.

T. Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «in de artikelen 33, 34, 35 en 36» vervangen door: in de artikelen 33, 34, 35, 35a indien onderdeel b van toepassing is, en 36.

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. als bedoeld in artikel 35a, indien onderdeel a van toepassing is, nihil.

U. Na artikel 37 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK IIA. TERUGGAAF BEDRIJFSVOERTUIGENPARK

AFDELING 1. RECHT OP TERUGGAAF

Artikel 37a. 1. Op verzoek van de houder aan wie de inspecteur een vergunning heeft verleend voor een bedrijfsvoertuigenpark, kan teruggaaf worden verleend van een gedeelte van de belasting die is betaald voor de vrachtauto's die deel uitmaken van het bedrijfsvoertuigenpark.

2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk kan de inspecteur op verzoek onder houder tevens verstaan een eenheid als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 of als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968.

AFDELING 2. VERGUNNING BEDRIJFSVOERTUIGENPARK

Artikel 37b. 1. De inspecteur kan op verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking een vergunning voor een bedrijfsvoertuigenpark verlenen.

2. De vergunning kan slechts worden verleend indien is voldaan aan de navolgende voorwaarden.

a. Van het bedrijfsvoertuigenpark maken vrachtauto's en één of meer aanhangwagens deel uit;

b. De vrachtauto's en aanhangwagens die deel uitmaken van het bedrijfsvoertuigenpark worden gehouden door dezelfde houder;

c. De vrachtauto's die deel uitmaken van het bedrijfsvoertuigenpark zijn voorzien van een koppelinrichting;

d. Geen der vrachtauto's die deel uitmaken van het bedrijfsvoertuigenpark is bestemd voor het voortbewegen van een aanhangwagen waarvan een aanzienlijk deel van de massa, bij gelijkmatig verdeelde lading, door de vrachtauto wordt gedragen;

e. De aanhangwagens die deel uitmaken van het bedrijfsvoertuigenpark kunnen worden verbonden met elk van de vrachtauto's die deel uitmaken van het bedrijfsvoertuigenpark;

f. De houder van de vrachtauto's die deel uitmaken van het bedrijfsvoertuigenpark verklaart dat geen van de vrachtauto's die deel uitmaakt van het bedrijfsvoertuigenpark zal worden verbonden met een aanhangwagen die geen deel uitmaakt van het bedrijfsvoertuigenpark;

g. In het bedrijfsvoertuigenpark staat het aantal vrachtauto's in verhouding tot het aantal aanhangwagens tenminste als 3 staat tot 2; en

h. Een vrachtauto maakt deel uit van ten hoogste één bedrijfsvoertuigenpark.

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van de verlening van de vergunning nadere voorwaarden en beperkingen worden gesteld.

4. a. De vergunning geldt gedurende een jaar vanaf een door de houder te bepalen tijdstip en heeft betrekking op het bedrijfsvoertuigenpark dat wordt gevormd door de in de vergunning vermelde vrachtauto's en aanhangwagens.

b. Gedurende het in onderdeel a genoemde jaar kan de inspecteur de vergunning onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen op verzoek wijzigen.

5. De vergunning kan door de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking worden ingetrokken ingeval:

a. bij herhaling niet wordt voldaan aan de voor de vergunning gestelde voorwaarden;

b. misbruik van de vergunning is gemaakt of een poging daartoe is gedaan;

c. de vergunninghouder daarom verzoekt.

AFDELING 3. BEDRAG VAN DE TERUGGAAF

Artikel 37c. 1. De teruggaaf bedraagt over het in artikel 37b, vierde lid, onderdeel a, bedoelde jaar:

a. voor elke vrachtauto die in het jaar deel heeft uitgemaakt van het bedrijfsvoertuigenpark, het verschil tussen de ten aanzien van dat jaar of gedeelten daarvan

1°. betaalde belasting en

2°. de belasting die zou zijn verschuldigd indien de vrachtauto niet zou zijn voorzien van een koppelinrichting,

b. welke verschillen voor de vrachtauto's die in het jaar hebben deel uitgemaakt van het bedrijfsvoertuigenpark worden samengeteld tot een bedrag dat vervolgens wordt verminderd met f 46 voor elke 1000 kg van de toegestane maximum massa van elke aanhangwagen die in het jaar deel heeft uitgemaakt van het bedrijfsvoertuigenpark.

2. In zoverre ten gevolge van het verlenen van de teruggaaf het voor een vrachtauto ingevolge de richtlijn geldende minimumtarief van de motorrijtuigenbelasting onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen zou worden onderschreden, kan de inspecteur de te verlenen teruggaaf beperken.

3. De inspecteur beslist op een verzoek om teruggaaf bij voor bezwaar vatbare beschikking.

AFDELING 4. BOETEBEPALING

Artikel 37d. Bij constatering van gebruik van de weg met een vrachtauto die deel uitmaakt van een bedrijfsvoertuigenpark en die is verbonden met een aanhangwagen die geen deel uitmaakt van het bedrijfsvoertuigenpark:

a. is artikel 37c met betrekking tot de vrachtauto gedurende het in artikel 37b, vierde lid, onderdeel a, bedoelde jaar niet van toepassing; en

b. kan de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking een boete opleggen van ten hoogste f 1000. De boete wordt geheven en ingevorderd als ware zij belasting. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete vervalt door verloop van vijf jaren na afloop van het in artikel 37b, vierde lid, onderdeel a, bedoelde jaar.

AFDELING 5. AANVULLENDE BEPALINGEN

Artikel 37e. Voor de toepassing van het in dit hoofdstuk bepaalde, wordt de toegestane maximum massa van een aanhangwagen afgerond tot het naaste duizendtal kilogrammen, met dien verstande dat een gedeelte van 1000 kg naar beneden wordt afgerond.

Artikel 37f. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ten aanzien van de wijze en het tijdstip waarop de in dit hoofdstuk genoemde verzoeken worden ingediend, ten aanzien van de in de verzoeken te verstrekken gegevens, en ten aanzien van het overigens in dit hoofdstuk bepaalde.

V. HOOFDSTUK III komt te luiden: Autobussen.

W. In artikel 38 wordt «een ander motorrijtuig» vervangen door: een autobus.

X. In artikel 40, derde lid, wordt «een in het buitenland geregistreerd ander motorrijtuig» vervangen door: een in het buitenland geregistreerde autobus van een houder die niet in Nederland zijn hoofdverblijf heeft of is gevestigd.

Y. In artikel 41, tweede lid, wordt «het motorrijtuig» vervangen door: de autobus.

Z. In artikel 42 wordt «een motorrijtuig dat» vervangen door: een autobus die.

AA. Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

1. De eerste volzin van het eerste lid komt te luiden: Bij vervanging van een autobus door een andere autobus wordt de voor de vervangen autobus betaalde belasting, voorzover deze betrekking heeft op de nog niet verstreken halve maanden van het tijdvak, op verzoek verrekend met de belasting over die halve maanden voor de vervangende autobus.

2. In de tweede volzin van het eerste lid wordt «Voor zover» vervangen door: Voorzover.

3. In het tweede lid wordt «Een ander motorrijtuig dat» vervangen door: Een autobus die.

AB. Artikel 46 vervalt.

AC. In artikel 48 wordt «een in het buitenland geregistreerd ander motorrijtuig» vervangen door: een in het buitenland geregistreerde autobus van een houder die niet in Nederland zijn hoofdverblijf heeft of is gevestigd.

AD. Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor een autobus die in de uitoefening van een bedrijf, niet zijnde een lease- of verhuurbedrijf van motorrijtuigen, wordt gebruikt als reserve-motorrijtuig, bedraagt de belasting die over een tijdvak van twaalf maanden wordt betaald een bedrag gelijk aan de ingevolge artikel 47 verschuldigde belasting over een tijdvak van drie maanden. Artikel 49 is niet van toepassing.

2. In het tweede lid wordt «de bestemming, het uiterlijk en de inrichting van het motorrijtuig» vervangen door: de bestemming van de autobus.

AE. Artikel 51 vervalt.

AF. Artikel 51a vervalt.

AG. Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een ander motorrijtuig» vervangen door: een autobus.

2. In het derde lid wordt «Indien blijkt dat het motorrijtuig» vervangen door: Indien blijkt dat de autobus.

3. In het vierde lid wordt «voor het motorrijtuig is betaald en voor zover» vervangen door: voor de autobus is betaald en voorzover.

4. In het zesde lid wordt «het motorrijtuig» vervangen door: de autobus.

AH. In artikel 53 wordt «een ander motorrijtuig» vervangen door: een autobus.

AI. HOOFDSTUK IV komt te luiden: Personenauto's, bestelauto's en autobussen, verbonden met een aanhangwagen.

AJ. Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden: Voor een motorrijtuig – welk begrip in dit hoofdstuk uitsluitend omvat een personenauto, een bestelauto of een autobus – dat is verbonden met één of meer aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg, wordt de belasting vermeerderd voor elk van die aanhangwagens.

2. In het tweede lid wordt «de aldaar bedoelde voertuigen» vervangen door: aanhangwagens.

AK. In artikel 56, eerste lid, wordt «het voertuig» vervangen door: de aanhangwagen.

AL. In artikel 57 wordt «een personenauto en een bestelauto» vervangen door: een personenauto of een bestelauto.

AM. In artikel 58 wordt «een ander motorrijtuig» vervangen door: een autobus.

AN. In artikel 60 wordt «het voertuig» vervangen door: de aanhangwagen.

AO. In artikel 66, eerste lid, wordt «voor zover» vervangen door: voorzover.

AP. In artikel 72 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «voor zover het andere motorrijtuigen betreft» vervangen door: voorzover het vrachtauto's of autobussen betreft.

2. In het eerste lid, onderdeel n, wordt «voor zover» vervangen door: voorzover.

3. In het tweede lid wordt «voor zover» vervangen door: voorzover.

AQ. Artikel 74, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt «motorrijtuigen, alsmede voor voertuigen als bedoeld in artikel 55» vervangen door: vrachtauto's.

Tevens wordt «Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: lidstaten van de Europese Unie.

2. In de tweede volzin wordt «het motorrijtuig en het voertuig» vervangen door: de vrachtauto en de aanhangwagen.

AR. Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een voertuig als bedoeld in artikel 55» vervangen door: een aanhangwagen.

2. In het tweede lid wordt «een voertuig als bedoeld in artikel 55» vervangen door: een aanhangwagen.

AS. In artikel 76, vierde lid, wordt «voor zover» vervangen door: voorzover.

AT. In artikel 79, tweede lid, wordt «voertuig» vervangen door: aanhangwagen.

AU. In artikel 82 wordt «te zamen» vervangen door: tezamen.

ARTIKEL II

In artikel 222, eerste lid, van de Provinciewet2 wordt «artikel 2, onderdelen b, d en f» vervangen door: artikel 2, onderdelen b, d en e.

ARTIKEL III

In de Wet belasting zware motorrijtuigen3 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

A. In artikel 3, onderdeel a, wordt «een motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994» vervangen door: een motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.

B. In artikel 10, vijfde lid, wordt «te zamen» vervangen door: tezamen.

C. In artikel 15, onderdeel c, wordt «een bedrijfsvoorraad, bedoeld in artikel 2, onderdeel g, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994» vervangen door: een bedrijfsvoorraad, bedoeld in artikel 2, onderdeel k, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.

D. In artikel 20, eerste lid, wordt «Voor zover» vervangen door: Voorzover.

ARTIKEL IV

  • 1. In afwijking van artikel 83 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt voor een vrachtauto waarvoor een kenteken is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet 1994 en waarvoor motorrijtuigenbelasting is voldaan over een tijdvak dat geheel of gedeeltelijk valt na het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, de belasting teruggegeven die betrekking heeft op het gedeelte van dat tijdvak dat valt na het tijdstip waarop deze wet in werking treedt.

  • 2. In afwijking van artikel 83 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt, indien op de voet van artikel 58 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 afzonderlijk aangifte is gedaan voor een aanhangwagen die is bestemd om te worden voortbewogen door een vrachtauto, en waarvoor de vermeerdering van de motorrijtuigenbelasting is voldaan over een tijdvak dat geheel of gedeeltelijk valt na het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, de belasting teruggegeven die betrekking heeft op het gedeelte van dat tijdvak dat valt na het tijdstip waarop deze wet in werking treedt.

  • 3. Voor een vrachtauto waarvoor een kenteken is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet 1994 vangt een kort tijdvak waarover motorrijtuigenbelasting is verschuldigd aan op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt. Het korte tijdvak eindigt met de dag voorafgaande aan de eerste dag van het tijdvak met ingang waarvan de belasting is verschuldigd op de voet van artikel 11, eerste lid, van laatstgenoemde wet. Artikel 27 van die wet is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL V

De bepalingen van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 betreffende vrachtauto's en aanhangwagens zoals deze luiden direct voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing met betrekking tot belastbare feiten betreffende die voertuigen die hebben plaatsgevonden voor de inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL VI

Indien de koppelinrichting van een vrachtauto die niet is bestemd voor het voortbewegen van een aanhangwagen waarvan een aanzienlijk deel van de massa, bij gelijkmatig verdeelde lading, door de vrachtauto wordt gedragen, in het geheel niet wordt gebruikt voor het voortbewegen van een aanhangwagen, is artikel 2, onderdeel o, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden op verzoek niet van toepassing.

ARTIKEL VII

In ARTIKEL VI, onderdeel B, van het belastingplan 19974 wordt «In artikel 70, vijfde lid, onderdeel d» vervangen door: In artikel 70, vijfde lid.

ARTIKEL VIII

  • 1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met uitzondering van ARTIKEL I, onderdelen P en AE, die in werking treden met ingang van 1 januari 1998 en van ARTIKEL VII, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 1997. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 juli 1997, treedt ARTIKEL VI in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wordt geplaatst, en werkt terug tot 1 juli 1997.

  • 2. Artikel VI vervalt anderhalf jaar na het tijdstip waarop deze wet in werking treedt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 12 juni 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de vierentwintigste juni 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1994, 17, laatstelijk gewijzigd bij wet van 20 december 1996, Stb. 654.

XNoot
2

Stb. 1993, 668, laatstelijk gewijzigd bij wet van 10 april 1997, Stb. 189.

XNoot
3

Stb. 1995, 563.

XNoot
4

Stb. 1996, 654.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1996/97, 25 158.

Hand. II 1996/97, blz. 5314.

Kamerstukken I 1996/97, 25 158 (257, 257a).

Hand. I 1996/97, zie vergadering van 10 juni 1997.

Naar boven