Besluit van 29 april 1997, houdende wijziging van
het Warenwetbesluit Zoetstoffen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport van 30 december 1996 GZB/VVB 964692, gedaan in overeenstemming met
Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op richtlijn nr. 96/21/EG van de Raad van de Europese Unie
van 29 maart 1996 (PbEG L 88) tot wijziging van richtlijn nr. 94/54/EG van
de Commissie betreffende de vermelding op het etiket van bepaalde levensmiddelen
van andere verplichte gegevens dan die waarin richtlijn nr. 79/112/EEG voorziet;
alsmede op artikel 8, onder c, en 13 van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 24 maart 1997, no. W13.970004);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport van 23 april 1997 met nummer GZB/VVB/972961, uitgebracht
in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het >Warenwetbesluit Zoetstoffen1 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. Indien de tafelzoetstoffen, bedoeld in het tweede lid, polyolen bevatten,
wordt de vermelding «overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben»
gebezigd.
3. Het vijfde en zesde lid worden vernummerd tot zesde onderscheidenlijk
zevende lid.
4. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Indien het gehalte aan polyolen in eet- of drinkwaar, niet zijnde tafelzoetstoffen,
meer is dan 10%, wordt de vermelding «overmatig gebruik kan een laxerend
effect hebben» gebezigd.
B
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Op de verpakking van eet- of drinkwaren waarin een of meer zoetstoffen
aanwezig zijn wordt de vermelding «met zoetstoffen» gebezigd,
waarbij deze vermelding samen met de aanduiding, bedoeld in artikel 4 van
het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen, wordt aangebracht.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Op de verpakking van eet- of drinkwaren die zowel toegevoegde suiker(s)
als een of meer zoetstoffen bevatten, wordt de vermelding «met suiker(s)
en zoetstof(fen)» gebezigd, welke samen met de aanduiding, bedoeld in
artikel 4 van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen, wordt aangebracht.
3. Het derde lid vervalt.
4. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.
ARTIKEL II
De Warenwetregeling Vrijstelling etikettering zoetstoffen wordt ingetrokken.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1997, met dien verstande
dat voor eet- of drinkwaren die niet aan dit besluit voldoen en die vóór
1 juli 1997 rechtmatig in het verkeer zijn gebracht of geëtiketteerd,
het Warenwetbesluit Zoetstoffen van kracht blijft zoals dat tot die datum
luidde.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 29 april 1997
Beatrix
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. G. Terpstra
Uitgegeven de zeventiende juni 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit geeft uitvoering aan richtlijn nr. 96/21/EG van de Raad van
de Europese Unie van 29 maart 1996 (PbEG L 88) tot wijziging van richtlijn
nr. 94/54/EG van de Commissie betreffende de vermelding op het etiket van
bepaalde levensmiddelen van andere verplichte gegevens dan die waarin richtlijn
nr. 79/112/EEG voorziet (verder: de richtlijn). Daartoe worden de artikelen
6 en 9 gewijzigd.
Vooruitlopende op de wijziging van het Warenwetbesluit Zoetstoffen is
de Warenwetregeling Vrijstelling etikettering zoetstoffen gerealiseerd. Dit
was noodzakelijk omdat in de richtlijn is bepaald dat de verhandeling van
eet- of drinkwaren die aan de richtlijn voldoen vanaf 1 juli 1996 moet worden
toegestaan. Door de inwerkingtreding van het onderhavige wijzigingsbesluit
kan die vrijstellingsregeling vervallen, hetgeen is geregeld in artikel II.
Bij de aanwezigheid van polyolen is, voor wat betreft het moeten bezigen
van een vermelding, onderscheid gemaakt tussen tafelzoetstoffen en overige
eet- en drinkwaren. Bij tafelzoetstoffen is geen ondergrens ingebouwd terwijl
de vermelding bij overige eet- en drinkwaren alleen verplicht is in het geval
dat het gehalte aan polyolen meer is dan 10%. Dit onderscheid vloeit voort
uit artikel 5, tweede lid, van richtlijn nr. 94/35/EG van het Europese Parlement
en van de Raad van de Europese Unie van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die
in levensmiddelen mogen worden gebruikt (PbEG L 237), waarin onder andere
de etikettering is geregeld van tafelzoetstoffen die polyolen bevatten.
Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1997, maar
artikel III bepaalt dat eet- of drinkwaren die niet voldoen aan dit wijzigingsbesluit
en vóór dat tijdstip rechtmatig in het verkeer zijn gebracht
of geëtiketteerd, nog verhandeld mogen worden. Oude verpakkingen kunnen
op deze wijze dus nog worden gebruikt.
Concordantietabel
Richtlijn
96/21/EG | Warenwetbesluit Zoetstoffen |
---|
1, eerste alinea | 9,
eerste lid |
1, tweede alinea | 9, tweede lid |
1, derde alinea | 6, derde lid |
1, vierde alinea | 6, vijfde lid |
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. G. Terpstra
XNoot
1Stb. 1989, 548, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 januari 1997,
Stb. 20.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat
het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.