Besluit van 28 mei 1997, houdende inwerkingtreding van de Wet van 10 april 1997 tot aanpassing van de belastingbepalingen in de Provinciewet aan bepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet, alsmede wijziging van de formele belastingbepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet (Stb. 189)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A. G. M. van de Vondervoort, van 23 mei 1997, nr. FO96/U694, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op artikel XI van de Wet van 10 april 1997 tot aanpassing van de belastingbepalingen in de Provinciewet aan bepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet, alsmede wijziging van de formele belastingbepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet (Stb. 189);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De Wet van 10 april 1997 tot aanpassing van de belastingbepalingen in de Provinciewet aan bepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet, alsmede wijziging van de formele belastingbepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet (Stb. 189) treedt in werking met ingang van 1 juli 1997.

Artikel 2

In afwijking van artikel 1 treedt artikel II, onderdeel O, eerste lid, en onderdeel P, alsmede artikel III, onderdeel K, eerste lid, en onderdeel L in werking met ingang van 1 januari 1999.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 mei 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

Uitgegeven de twaalfde juni 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven