Besluit van 7 maart 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 1995, houdende wijziging van het Besluit homeopatische farmaceutische produkten (Stb. 654)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 februari 1997, GMV 97898;

Gelet op artikel 26, onder f, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening;

De Raad van State gehoord (advies van 19 februari 1997, No. W13.97.0079);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 februari 1997 (GMV 971293);

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Aan artikel III van het koninklijk besluit van 12 december 1995, houdende wijziging van het Besluit homeopatische farmaceutische produkten, Stb. 654, wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Voor de behandeling van een aanmelding als bedoeld in het vierde lid is door de aanmelder een vergoeding verschuldigd volgens een door Onze Minister vastgesteld tarief. De vergoeding bedraagt ten hoogste f 500,–.

ARTIKEL II

In het >Besluit homeopatische farmaceutische produkten1 wordt «homeopatisch» vervangen door «homeopathisch», wordt «produkt» onderscheidenlijk «produkten» vervangen door «product» onderscheidenlijk «producten» en wordt «allopatisch» vervangen door «allopathisch».

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 7 maart 1997

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de twintigste maart 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I

Artikel II van het koninklijk besluit van 7 oktober 1996, houdende wijziging van het Besluit registratie geneesmiddelen (Stb. 533), bepaalt dat voor de behandeling van een aanmelding als bedoeld in artikel III, tweede lid, van het koninklijk besluit van 12 december 1995, houdende wijziging van het Besluit homeopatische farmaceutische produkten (Stb. 654), een vergoeding verschuldigd is. Voor de aanmelding van een homeopathisch farmaceutisch product als bedoeld in artikel III, vierde lid, van het koninklijk besluit van 12 december 1995 ontbreekt ten onrechte een bepaling inzake de vergoeding voor de behandeling van een aanmelding van in dat lid bedoelde producten. Het is niet meer mogelijk een wijziging van artikel II van het koninklijk besluit van 7 oktober 1996, Stb. 533, tot stand te brengen die daarin voorziet, omdat dat artikel op 1 januari 1997 is vervallen.

Er dient derhalve een nieuwe bepaling inzake de vergoeding van de in artikel III, vierde lid, van het koninklijk besluit van 12 december 1995 te worden gecreëerd. Artikel I van het onderhavige besluit, dat een vijfde lid toevoegt aan artikel III van het koninklijk besluit van 12 december 1995, bevat die bepaling. De vergoedingsbepaling zal uiteraard eerst gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van het onderhavige besluit.

Artikel II

Dit artikel strekt ertoe de nieuwe spelling voor een aantal begrippen in te voeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1996, 14.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven