Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatsblad 1997, 123 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatsblad 1997, 123 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 1 november 1996, nr. 96065273 WJA/W, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op de richtlijn nr. 89/336/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake elektromagnetische compatibiliteit (PbEG L 139);
Gelet op artikel 9, eerste en derde lid, van de Mijnwet 1903 en op artikel 26, eerste lid, onder b, van de Mijnwet continentaal plat;
De Raad van State gehoord (advies van 3 december 1996, nr. W10.96.0524);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, van 13 februari 1997, nr. 96082854 WJA/W;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In het >Mijnreglement 19641 wordt na artikel 113b een nieuw artikel 113c ingevoegd, luidende:
1. In dit artikel wordt onder «apparaat» verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet op de telecommunicatievoorzieningen.
2. De artikelen 106 tot en met 110, 112, 114 en 116 zijn niet van toepassing op apparaten voorzover deze bepalingen eisen stellen als bedoeld in artikel 3 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit van apparaten.
Het Mijnreglement continentaal plat2 wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 91b wordt een nieuw artikel 91c ingevoegd, luidende:
1. In dit artikel wordt onder «apparaat» verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet op de telecommunicatievoorzieningen.
2. Het is verboden op een mijnbouwinstallatie of bij een mijnbouwkundig werk ten behoeve van een opsporingsonderzoek of het winnen van delfstoffen apparaten te gebruiken anders dan in overeenstemming met het bij en krachtens hoofdstuk V van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen bepaalde.
3. De artikelen 19, 83 tot en met 87, 89, 92 en 94 zijn niet van toepassing op apparaten voorzover deze bepalingen eisen stellen als bedoeld in artikel 3 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit van apparaten.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Economische Zaken,
G. J. Wijers
Uitgegeven de achttiende maart 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Dit besluit tot wijziging van het Mijnreglement 1964 en het Mijnreglement continentaal plat strekt ertoe de in het algemeen geldende voorschriften inzake elektromagnetische compatibiliteit mede van toepassing te doen zijn op de mijnbouw op het continentaal plat en het Mijnreglement 1964 met die voorschriften in overeenstemming te brengen. Daarmee wordt tevens voor deze sector uitvoering gegeven aan de richtlijn nr. 89/336/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake elektromagnetische compatibiliteit (PbEG L 139), zoals deze is gewijzigd bij de richtlijn nr. 92/31/EEG van de Raad van 28 april 1992 (PbEG L 126) en de richtlijn nr. 93/68/EEG van de Raad van 22 juli 1993 (PbEG L 220) (hierna: emc-richtlijn).
De emc-richtlijn is van toepassing op apparaten die elektromagnetische storingen kunnen veroorzaken of waarvan de werking door deze storingen kan worden aangetast. Het doel van de richtlijn is handelsbelemmeringen op te heffen door de nationale voorschriften ten aanzien van elektromagnetische compatibiliteit te harmoniseren. Daartoe bevat de richtlijn het voorschrift dat apparaten dienen te voldoen aan de in artikel 4 van de richtlijn bedoelde beschermingseisen. Lid-staten mogen het in de handel brengen en het gebruik van apparaten die aan deze eisen voldoen niet belemmeren (artikel 5). Een CE-markering van overeenstemming mag worden aangebracht op apparaten die voldoen aan deze eisen. Apparaten met zo'n merkteken worden geacht aan alle voorschriften van de richtlijn te voldoen (artikel 7) en kunnen daardoor vrij worden verhandeld. Een uitgebreide toelichting op de emc-richtlijn is gegeven in de nota van toelichting bij het Besluit elektromagnetische compatibiliteit (zie Stb. 1995, 387).
Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om een onvolkomenheid bij de implementatie van de richtlijn nr. 94/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (PbEG L 100) te corrigeren.
Dit besluit heeft geen financiële consequenties voor het Rijk of enige decentrale overheid. De ambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen, voorzover het het gebruik betreft van elektromagnetische golven ten dienste van een opsporingsonderzoek of het winnen van delfstoffen als bedoeld in de Mijnwet continentaal plat, hebben tot taak toezicht te houden op de naleving van dit besluit en medewerking te verlenen aan de uitvoering hiervan. Vooralsnog zullen de taken die hieruit voortvloeien door de toezichthouders met de bestaande formatie kunnen worden uitgevoerd. Het is niet te verwachten dat dit besluit gevolgen heeft voor de werkdruk van het openbaar ministerie of de rechterlijke macht. Er kunnen enige directe financiële consequenties voor ondernemingen uit voortvloeien, maar de omvang hiervan kan op dit moment nog niet worden vastgesteld.
Aangezien de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen (Wtv), waarop het Besluit elektromagnetische compatibiliteit is gebaseerd, van toepassing is op de mijnbouw op het land, kan wat het Mijnreglement 1964 betreft worden volstaan met enkele kleine aanpassingen. In het Mijnreglement 1964 wordt in het nieuwe artikel 113c, eerste lid, verwezen naar het begrip «apparaten» in de Wtv (artikel 1, eerste lid, onder ee). In die wet worden hieronder verstaan: alle elektrische en elektronische apparaten alsmede uitrustingen en installaties, die elektrische of elektronische componenten bevatten.
Voorts zijn de bepalingen van het Mijnreglement 1964, die een overlapping vormen met hoofdstuk V van de Wtv en de daarop gebaseerde regelgeving, niet van toepassing verklaard (tweede lid van artikel 113c). De bepalingen van het Mijnreglement 1964 die eisen stellen met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit van apparaten zijn niet van toepassing, voorzover deze eisen een overlapping vormen met de eisen die het Besluit elektromagnetische compatibiliteit daaraan stelt.
In het Mijnreglement continentaal plat is bij dit besluit een nieuw artikel 91c ingevoegd. De Wtv en de daarop gebaseerde regelgeving zijn mede van toepassing op installaties ter zee in de zin van de Wet installaties Noordzee, maar het gebruik van elektromagnetische golven ten dienste van een opsporingsonderzoek of het winnen van delfstoffen is daarvan uitgesloten (artikel 2, tweede lid). Artikel 45, vierde lid, van het Mijnreglement continentaal plat bepaalde dat voor het gebruik van inrichtingen die elektromagnetische golven uitzenden ten dienste van een opsporingsonderzoek of het winnen van delfstoffen de goedkeuring van de Minister van Verkeer en Waterstaat nodig was. Deze bepaling is komen te vervallen (onderdeel A). Ingevolge het tweede lid van artikel 91c gelden nu de eisen die bij en krachtens hoofdstuk V van de Wtv worden gesteld ook voor het gebruik van apparaten die elektromagnetische golven uitzenden ten dienste van een opsporingsonderzoek of het winnen van delfstoffen. In het derde lid is bepaald dat de bepalingen van het Mijnreglement continentaal plat die eisen stellen met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit van apparaten niet van toepassing zijn, voorzover deze eisen een overlapping vormen met de eisen die het Besluit elektromagnetische compatibiliteit daaraan stelt.
In artikel 91b, vierde lid, van het Mijnreglement continentaal plat, dat is ingevoegd in dat reglement bij het besluit van 18 september 1995 tot wijziging van het Mijnreglement 1964 en het Mijnreglement continentaal plat (explosieveilig materieel) (Stb. 439) werd abusievelijk verwezen naar artikel 18 van het Besluit explosieveilig materieel. Het doel van deze verwijzing is namelijk een aantal van de bepalingen van dat besluit met betrekking tot het merk van afkeuring van overeenkomstige toepassing te verklaren. Deze bepalingen zijn opgenomen in artikel 17 van het Besluit explosieveilig materieel. Artikel 91b, vierde lid, is dienovereenkomstig aangepast.
Emc-richtlijn | Mijnreglement continentaal plat |
---|---|
1.1 | art. 91c, eerste lid |
1.2 t/m 1.6 | ** |
2 | ** |
3 | art. 91c, tweede lid |
4 | ** |
5 | ** |
6.1 | ** |
6.2 en 6.3 | * |
7 | * |
8 | * |
9.1, 1e alinea | ** |
9.1, 2e alinea en 9.2 | * |
9.3 | ** |
9.4 | * |
10.1 en 10.2 | ** |
10.3 en 10.4 | vervallen |
10.5 | ** |
10.6 | * |
10.7 | ** |
11 | * |
12 | * |
* Deze bepalingen behoeven geen uitvoering in de nationale wetgeving.
** Deze bepalingen zijn voor Nederland uitgevoerd in hoofdstuk V van de Wtv en de daarop gebaseerde en daaraan gerelateerde wetgeving.
De Minister van Economische Zaken,
G. J. Wijers
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1997-123.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.