Besluit van 25 februari 1997, houdende vaststelling
van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het
Bouwbesluit inzake toegankelijkheid van woningen en woongebouwen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 18 februari 1997, nr. MJZ97084662, Centrale Directie
Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel II, eerste lid, van het koninklijk besluit van
21 januari 1997 houdende wijziging van het Bouwbesluit inzake toegankelijkheid
van woningen en woongebouwen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
Het koninklijk besluit van 21 januari 1997 houdende wijziging van het
Bouwbesluit inzake toegankelijkheid van woningen en woongebouwen treedt in
werking met ingang van 1 juli 1997.
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
's-Gravenhage, 25 februari 1997
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel
Uitgegeven de dertiende maart 1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Ingevolge artikel II, eerste lid, van het koninklijk besluit van 21 januari
1997 houdende wijziging van het Bouwbesluit inzake toegankelijkheid van woningen
en woongebouwen, treedt dat besluit in werking met ingang van een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip.
In dat besluit is een minimum pakket aan eisen gegeven, verband houdend
met aanpasbaar bouwen, voor nieuw te bouwen tot bewoning bestemde gebouwen.
Deze eisen zijn gewenst in verband met de vergrijzing van onze bevolking en
met het geschikt zijn of op eenvoudige wijze kunnen maken van tot bewoning
bestemde gebouwen ten behoeve van met name rolstoelgebruikers.
Verder voorziet dit wijzigingsbesluit in enkele juridische verbeteringen
van voorschriften van het Bouwbesluit die in de praktijk onduidelijkheden
opleveren. Het gaat hierbij in het bijzonder om voorschriften die uit het
oogpunt van brandveiligheid zijn gesteld.
Het tijdstip van inwerkingtreding is zodanig gekozen dat het wijzigingsbesluit
gelijktijdig in werking treedt met het Besluit liften. In artikel 32 van laatstgenoemd
besluit is ook een wijziging van het Bouwbesluit gegeven, betrekking hebbend
op onder meer liften, liftmachineruimten en noodverlichting. Het Besluit liften
zal, overeenkomstig richtlijn nr. 95/16/EG van de Raad van de Europese Unie
van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lid-staten
betreffende liften (PbEG L 213) op 1 juli 1997 in werking treden. Bovendien
is de periode tot 1 juli 1997 in overeenstemming met afspraken over het in
werking treden van regelgeving met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel