Wet van 31 januari 1996, houdende regels betreffende de financiële verstrekkingen ten laste van de begroting van het Ministerie van Financiën (Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wettelijk kader te scheppen voor de financiële verstrekkingen ten laste van de begroting van het Ministerie van Financiën;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

a. Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

b. ondernemer:

1°. een natuurlijk persoon voor wiens rekening een onderneming in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 wordt gedreven;

2°. een belastingplichtige in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

c. verstrekking van financiële middelen: de terbeschikkingstelling van financiële middelen, anders dan als betaling voor zaken of diensten of ter voldoening aan een verplichting tot schadevergoeding.

Artikel 2

  • 1. In overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken kan Onze Minister garanties verlenen in verband met door een kredietinstelling aan ondernemers te verstrekken financiële middelen.

  • 2. Een kredietinstelling, bedoeld in het eerste lid, dient te beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en overigens te voldoen aan nader door Onze Minister te stellen regels.

Artikel 3

  • 1. In overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken kan Onze Minister verzekeringen of garanties in herverzekering nemen die een verzekeringsbedrijf met ondernemers heeft afgesloten onderscheidenlijk aan deze ondernemers heeft afgegeven ter dekking van aan het handels- en dienstenverkeer met landen buiten Nederland verbonden risico's.

  • 2. In overeenstemming met Onze ministers die het mede aangaat kan Onze Minister verzekeringen in herverzekering nemen die een verzekeringsbedrijf heeft afgesloten ter dekking van niet-commerciële risico's verbonden aan investeringen in ontwikkelingslanden en andere door Onze Minister in overleg met Onze Minister van Economische Zaken aangewezen landen.

  • 3. Een verzekeringsbedrijf, bedoeld in het eerste en tweede lid, dient te beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en overigens te voldoen aan nader door Onze minister in overeenstemming met Onze ministers die het mede aangaat te stellen regels.

Artikel 4

Onze Minister kan aan een naamloze of besloten vennootschap waarvan de Staat in het aandelenkapitaal deelneemt, een garantie verlenen, mits de begroting van zijn ministerie, dan wel de daarbij behorende toelichting de naam van de betrokken vennootschap vermeldt.

Artikel 5

  • 1. Onze Minister kan overeenkomstig nader door hem te stellen regels aan particuliere participatiemaatschappijen garanties verstrekken in verband met door die maatschappijen aan ondernemers verstrekt risicodragend vermogen.

  • 2. De regels als bedoeld in het eerste lid bevatten in ieder geval bepalingen omtrent:

    a. de criteria voor de verstrekking van financiële middelen;

    b. de aanvraag van en de besluitvorming omtrent de verstrekking van financiële middelen;

    c. de verplichtingen voor diegenen aan wie financiële middelen zijn verstrekt.

Artikel 6

Onze Minister stelt jaarlijks in overeenstemming met Onze ministers die het mede aangaat de bedragen vast tot welke ten hoogste verplichtingen kunnen worden aangegaan op grond van het bepaalde in de artikelen 2 en 3 en maakt deze bedragen bekend in de Nederlandsche Staatscourant.

Artikel 7

  • 1. De Wet herverzekering investeringen wordt ingetrokken.

  • 2. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 8

Deze wet kan worden aangehaald als: Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 31 januari 1996

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de twintigste februari 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 24 176.

Handelingen II 1995/96, blz. 2775.

Kamerstukken I 1995/96, 24 176 (138, 138a).

Handelingen I 1995/96, zie vergadering d.d. 30 januari 1996.

Naar boven