Besluit van 14 december 1996, houdende herindeling van departementale taken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, dd. 13 december 1996, nr. 96M009391;

Gelet op artikel 44 van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Onze Minister van Binnenlandse Zaken wordt belast met de zorg voor het beleid en de regelgeving gebaseerd op artikel 28 van de Emigratiewet voorzover deze tot 1 januari 1997 was opgedragen aan Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Hoge Colleges van Staat, de ministerraad, de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba en de Ministeries.

Het Oude Loo, 14 december 1996

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Uitgegeven de drieëntwintigste december 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Het remigratiebeleid en de toepassing van de Basisremigratiesubsidieregeling 1985 alsmede van de Remigratieregeling 1985 zijn opgedragen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en behoren tot de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het Kabinet heeft besloten het remigratiebeleid voort te zetten. Bovendien is van de zijde van de Kamer gevraagd een aantal verbeteringen aan te brengen ten opzichte van de huidige faciliteiten voor remigranten. Tevens heeft het kabinet besloten de verantwoordelijkheid voor het remigratiebeleid en voor de bestaande remigratieregelingen met ingang van 1 januari 1997 op te dragen aan de Minister van Binnenlandse Zaken in zijn functie van coördinerend minister voor het minderhedenbeleid. De reden hiervan is, dat het remigratiebeleid en de toepassing van de betrokken regelingen niet meer tot de (kern)taken van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunnen worden gerekend. De middelen voor de continuering van dit bestaande beleid op basis van deze bestaande regelingen worden van de begroting van het departement van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgevoerd en per voornoemde datum toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit houdt onder andere in, dat de subsidierelatie met het Nederlands Migratie Instituut voor de voorlichting inzake de remigratieregelingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt overgenomen en voortgezet door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Tevens wordt de overeenkomst van de Staat der Nederlanden met de Sociale Verzekeringsbank voor de uitvoering van de remigratieregelingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid overgenomen en voortgezet door het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal het Besluit vergoeding remigratiebijdragen in overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken aanpassen in die zin dat het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds met inachtneming van artikel 95, eerste en tweede lid, van de Werkloosheidswet per kalenderjaar aan de Minister van Binnenlandse Zaken de door de Sociale Verzekeringsbank in dat jaar aan werknemers toegekende remigratiebijdragen, vergoedt.

Gelet op deze taakoverdracht zal de taakomschrijving van beide ministeries dienovereenkomstig worden gewijzigd.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

Naar boven