Wet van 19 december 1996, houdende wijziging van de Organisatiewet sociale verzekeringen en enkele andere wetten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele wetten te wijzigen voor het geval dat het wetsvoorstel Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en het wetsvoorstel Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 niet op 1 januari 1997 tot wet zijn verheven en in werking zijn getreden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 1996 ingediende voorstel van wet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Kamer-stukken II 1995/96, 24 877) niet op 1 januari 1997 tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt artikel 118 van de >Organisatiewet sociale verzekeringen1 vervangen door:

Artikel 118

Hoofdstuk IV van deze wet vervalt met ingang van 1 maart 1997.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 oktober 1996 ingediende voorstel van wet houdende invoering van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997) (kamerstukken II 1996/97, 25 047) niet op 1 januari 1997 tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen2 als volgt gewijzigd:

A

Artikel XVI wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt de zinsnede «de leeftijd van 50 jaar« telkens vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.

2. Aan het derde lid worden twee zinnen toegevoegd, luidende:

De artikelen 24 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en 34 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals die artikelen luidden op de dag, voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, blijven tot een bij ministeriële regeling te bepalen latere datum dan de datum van inwerkingtreding van deze wet van toepassing op een persoon die op de dag voorafgaande aan die waarop deze wet in werking treedt, recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, en die op de dag van inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt maar niet die van 50.

Ten aanzien van de in de tweede zin bedoelde persoon beziet de bedrijfsvereniging op de aldaar bedoelde latere datum of er gronden aanwezig zijn voor herziening of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

3. In het vierde lid wordt de zinsnede «De in het derde lid bedoelde latere datum» vervangen door: De in de eerste zin van het derde lid bedoelde latere datum.

B

In artikel XX, eerste en derde lid, wordt de zinsnede «de leeftijd van 50 jaar» telkens vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.

C

Artikel XXIV wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt de zinsnede «50 jaar» telkens vervangen door: 45 jaar.

2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

Voor de toepassing van de eerste zin wordt met de daarin genoemde persoon gelijkgesteld de persoon die op de dag van inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt maar niet die van 50, met dien verstande dat op een door Onze Minister te bepalen latere datum voor die gelijk te stellen persoon wordt bezien of er gronden aanwezig zijn voor herziening of intrekking van het pensioen uit hoofde van ziekten of gebreken.

3. In het vierde lid wordt de zinsnede «De in het derde lid bedoelde latere datum» vervangen door «De in de eerste zin van het derde lid bedoelde latere datum» en wordt de zinsnede «De datum bedoeld in het derde lid» vervangen door: Deze datum.

D

In artikel XXV, derde lid, wordt de zinsnede «50 jaar of ouder is» vervangen door: 45 jaar of ouder is.

ARTIKEL III

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 oktober 1996 ingediende voorstel van wet houdende invoering van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997) (kamerstukken II 1996/97, 25 047) niet op 1 januari 1997 tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt artikel 2 van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria3 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid:

a. vervallen de onderdelen b, d en f;

b. worden de onderdelen c en e verletterd tot b en c;

c. wordt aan het einde van het nieuwe onderdeel b na de puntkomma de aanduiding «of» toegevoegd;

d. wordt aan het einde van het nieuwe onderdeel c de aanduiding «; of» vervangen door een punt.

2. In het derde lid wordt de zinsnede «de leeftijd van 50 jaar» vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 oktober 1996 ingediende voorstel van wet houdende invoering van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997) (kamerstukken II 1996/97, 25 047) niet op 1 januari 1997 tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt in artikel 52, derde lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid4 de zinsnede «de leeftijd van 50 jaar» vervangen door: de leeftijd van 45 jaar.

ARTIKEL V

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 oktober 1996 ingediende voorstel van wet houdende invoering van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997) (kamerstukken II 1996/97, 25 047) tot wet wordt verheven en in werking treedt, vervallen de artikelen 75b, 75c en 75d van de Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en wordt in artikel XVI, derde lid, van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen «de bedrijfsvereniging» vervangen door: het Landelijk instituut sociale verzekeringen.

ARTIKEL VI

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 oktober 1996 ingediende voorstel van wet houdende invoering van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Invoeringswet Organisatiewet sociale ver-zekeringen 1997) (kamerstukken II 1996/97, 25 047) niet op 1 januari 1997 tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt artikel 26 van dat wetsvoorstel of van die nog niet in werking getreden wet vervangen door:

Artikel 26 Wet van 21 december 1995, tot nadere wijziging van een aantal sociale zekerheidswetten (technische verbeteringen in verband met de wetten TAV, TBA en TZ, alsmede enige andere wijzigingen)

De wet van 21 december 1995 (Stb. 691) tot nadere wijziging van een aantal sociale zekerheidswetten (technische verbeteringen in verband met de wetten TAV, TBA en TZ, alsmede enige andere wijzigingen) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel XXXVI wordt vervangen door twee nieuwe artikelen, luidende:

Artikel XXXVI

1. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen gaat voor de jaren 1998 en 1999 elk jaar een overeenkomst met de Arbeidsvoorzienings-organisatie aan. Op grond van deze overeenkomst verleent de Arbeidsvoorzieningsorganisatie diensten die erop zijn gericht dat moeilijk plaatsbare werkloze werknemers die recht hebben op uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb van de Werkloosheidswet en niet behoren tot door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen categorieën van personen, geschikt worden gemaakt voor inschakeling in de arbeid, in het bijzonder door middel van scholing en bijzondere inspanningen voor de arbeidsbemiddeling.

2. Ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten stelt het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds voor de hierna genoemde jaren de daarbij vermelde budgetten vast, waarvan de door het Landelijk instituut sociale verzekeringen of de uitvoeringsinstellingen gemaakte uitvoeringskosten zijn uitgezonderd:

a. 1998: f 50 000 000,–;

b. 1999: f 50 000 000,–.

3. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt vóór 1 augustus 1997 respectievelijk 1 augustus 1998 voor respectievelijk 1998 en 1999 binnen het voor dat jaar krachtens het tweede lid beschikbare budget voor elke sector en elk sectoronderdeel als bedoeld in artikel 49 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 een deelbudget vast.

4. Uiterlijk op 1 oktober 1997 respectievelijk 1 oktober 1998 stelt het Landelijk instituut sociale verzekeringen vast in welke mate ten laste van het deelbudget dat voor respectievelijk 1998 en 1999 is vastgesteld, verplichtingen zijn aangegaan jegens de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. Indien niet ten laste van het gehele deelbudget verplichtingen jegens de Arbeidsvoorzieningsorganisatie zijn aangegaan, verdeelt het Landelijk instituut sociale verzekeringen vóór 1 november 1997 respectievelijk 1 november 1998 het restant van het deelbudget of de deelbudgetten over de deelbudgetten waarvoor wel volledig verplichtingen jegens de Arbeidsvoorzieningsorganisatie zijn aangegaan.

5. De uitvoeringskosten die het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de uitvoeringsinstellingen maken ter uitvoering van de vorige leden worden uit het Algemeen Werkloosheidsfonds vergoed.

6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de uitvoerings-instellingen zijn bevoegd uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administratie aan de Arbeidsvoorzieningsorganisatie de gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de verlening van diensten op grond van overeenkomsten als bedoeld in het eerste lid.

7. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in kennis van alle afspraken die met de Arbeidsvoorzieningsorganisatie zijn gemaakt over de inzet van de in het tweede lid bedoelde budgetten.

XXXVIa

1. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen is bevoegd aan de Arbeidsvoorzieningsorganisatie een vergoeding te betalen voor de door deze organisatie verleende diensten gericht op het geschikt maken voor inschakeling in de arbeid, in het bijzonder door scholing, en voor bijzondere inspanningen voor de arbeidsbemiddeling, van moeilijk plaatsbare werkloze werknemers die recht op uitkering hebben op grond van hoofdstuk IIa of IIb van de Werkloosheidswet en die niet behoren tot door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen categorieën van personen.

2. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen stelt ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds voor de in het eerste lid bedoelde vergoeding voor het jaar 1997 f 45 000 000,–, ter beschikking. Dit bedrag wordt vermeerderd met het deel van het budget voor het jaar 1996 dat is vastgesteld op f 50 000 000,–, voor zover daarvoor op 31 december 1996 geen verplichtingen jegens de Arbeidsvoorzieningsorganisatie zijn aangegaan.

3. Naast de in het tweede lid vermelde bedragen brengt het Landelijk instituut sociale verzekeringen de kosten van beheer en administratie in verband met de uitvoering van het eerste lid ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds.

4. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de uitvoerings-instellingen zijn bevoegd uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administratie aan de Arbeidsvoorzieningsorganisatie de gegevens te verstrekken, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het eerste lid.

B

In artikel XLIX, eerste lid, wordt de puntkomma aan het einde van onderdeel g vervangen door een punt en vervalt onderdeel h.

ARTIKEL VIa

Indien het bij koninklijke boodschap van 8 oktober 1996 ingediende voorstel van wet houdende invoering van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Invoeringswet Organisatiewet sociale verzekeringen 1997) (kamerstukken II 1996/97, 25 047) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt in artikel 5, derde lid, «opgericht bij notariële akte op 19 december 1995» vervangen door: opgericht op 4 juni 1952.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

's-Gravenhage, 19 december 1996

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F. H. G. de Grave

Uitgegeven de drieëntwintigste december 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1994, 790, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 november 1996, Stb. 619.

XNoot
2

Stb. 1993, 412.

XNoot
3

Stb. 1996, 93.

XNoot
4

Stb. 1987, 94, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 1996, Stb. 691.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1996/97, 25 148.

Handelingen II 1996/97, zie vergadering d.d. 12 december 1996.

Kamerstukken I 1996/97 25 148 (121, 121a).

Handelingen I 1996/97, zie vergadering d.d. 17 december 1996.

Naar boven