Besluit van 11 december 1996, houdende uitvoering van artikel 1, tweede lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen en wijziging van enige besluiten op grond van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 juni 1996, CSZ/EZ/965709;

Gelet op artikel 1, tweede lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen, de artikelen 8, tweede lid, en 8a, tweede lid, van de Ziekenfondswet en de artikelen 5, tweede lid, 8, tweede lid, 11 en 77 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

De Raad van State gehoord (advies van 9 augustus 1996, nr. W13.96.0264);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 december 1996, CSZ/EZ/9615140

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1.

Als zorg in de zin van de Kwaliteitswet zorginstellingen naast die, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van die wet, worden de volgende vormen van hulp aangewezen:

a. de vormen van hulp voor de kosten waarvan een subsidie wordt verstrekt uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten op grond van artikel 39, derde lid, onder h, van de Wet financiering volksverzekeringen dan wel uit de Algemene Kas op grond van artikel 73, eerste lid, onder d, van de Ziekenfondswet;

b. de collectieve preventie die betrekking heeft op tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, Aids of een epidemie van infectieziekten;

c. de collectieve preventie ter zake van gezondheidsrisico's voor jeugdigen voor zover dit betrekking heeft op jeugdigen vanaf vier jaar;

d. de ambulante hulpverlening gericht op verslavingsproblemen en de preventie daarvan.

Artikel 2.

Het >Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering1 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 13 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid.

B

Artikel 21, vijfde lid, vervalt.

C

Artikel 22, derde lid, vervalt.

D

In artikel 24 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid.

Artikel 3.

Artikel 1 van het Besluit van 1 februari 1985, Stb. 84,2 houdende toepassing van artikel 8a, tweede lid, van de Ziekenfondswet, wordt gewijzigd als volgt:

A

In de aanhef wordt het woord «erkend» vervangen door: toegelaten.

B

In onderdeel c wordt de zinsnede «Besluit paramedische hulp ziekenfondsverzekering 1974 (Stcrt. 1974, 58)» vervangen door: artikel 3, onder d, e, f en g, van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering.

Artikel 4.

Het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 19893 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, onder c, wordt de zinsnede «Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur» vervangen door: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

B

In artikel 9, tweede lid, wordt het woord «erkende» vervangen door: toegelaten.

Artikel 5.

Het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering4 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 19, derde lid, wordt de zinsnede «onder c» vervangen door: onder d.

B

Artikel 22 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt het woord: tevens.

2. In het tweede lid wordt na het woord «omvat» ingevoegd: tevens.

C

In artikel 31, tweede lid, wordt de zinsnede «22, derde lid» vervangen door: 22, tweede lid.

D

Na artikel 31 vervalt het opschrift: § 11. Specifiek eigen risico.

E

In het opschrift boven paragraaf 14 wordt het woord «Erkenning» vervangen door: Toelating.

F

In artikel 35, eerste lid, wordt het woord «erkend» vervangen door: toegelaten.

Artikel 6.

In artikel 1, eerste lid, van het Besluit regeling vergoeding Bijzondere Ziektekostenverzekering5 wordt het woord «erkend» telkens vervangen door: toegelaten.

Artikel 7.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 5, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 11 december 1996

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de twintigste december 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 1

ln de memorie van toelichting bij het voorstel van de Kwaliteitswet zorginstellingen1 zijn enige vormen van hulp opgesomd die niet ingevolge artikel 1, eerste lid, onder a, van die wet onder haar werkingssfeer vallen; zij moeten bij afzonderlijk besluit op grond van het tweede lid van dat artikel worden aangewezen. Het onderhavige besluit wijst een aantal van die vormen aan.

ln onderdeel a gaat het om vormen van hulp voor de kosten waarvan door de Ziekenfondsraad een subsidie wordt verstrekt uit het Algemeen Fonds bijzondere ziektekosten (in het kader van de Wet financiering volksverzekeringen) of de Algemene Kas (in het kader van de Ziekenfondswet). Toepassing van de Kwaliteitswet op deze vormen van hulp is wenselijk. Hoewel niet onmogelijk is dat onderdelen van deze hulp reeds vallen onder de zorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Kwaliteitswet, worden voor de zekerheid deze vormen toch bij dit besluit integraal aangewezen. Bij de formulering is rekening gehouden met de mogelijkheid dat de subsidie slechts een deel van de kosten dekt.

In de onderdelen b en c worden als zorg in de zin van de Kwaliteitswet aangewezen de werkzaamheden die de artikelen 3 onderscheidenlijk 4 van het Besluit collectieve preventie volksgezondheid als vormen van collectieve preventie aan de gemeenteraad hebben opgedragen. In 1993 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de Wet collectieve preventie volksgezondheid; naar aanleiding daarvan is het standpunt ingenomen dat het wenselijk is de ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid rond de hier genoemde taken te ondersteunen door deze onder het regime van de Kwaliteitswet te brengen.

Op grond van artikel 1, eerste lid, onder a, van de Kwaliteitswet zou uitsluitend de zorg aan verslaafden gedurende de opneming en het verder verblijf in een ziekenhuis of verpleeghuis onder de werkingssfeer van die wet vallen. Vanuit kwaliteitsoogpunt acht ik dit niet wenselijk. In onderdeel d wordt daarom tevens als zorg aangewezen de ambulante hulpverlening, genoemd in artikel 2, onderdeel l, van het Uitvoeringsbeluit stimulering sociale vernieuwing.

Artikelen 2 tot en met 6

Een aantal besluiten behoeven aanpassing aan de vervanging bij de Kwaliteitswet van het begrip «erkenning» door «toelating».

De tweede wijziging van het Besluit van 1 februari 1985, Stb. 84 (artikel 3) houdt verband met het feit dat het Besluit paramedische hulp ziekenfondsverzekering 1974 is vervangen door een andere ministeriële regeling. Thans wordt verwezen naar het Verstrekkingenbesluit, dat de basis biedt voor die regeling.

In het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering komen de bepalingen die de minister opdragen regels te stellen inzake de erkenning te vervallen; zij zijn (en waren reeds) overbodig naast de in de wet opgenomen bepalingen ter zake. Wat betreft de transplantatie van weefsels en organen stond in artikel 13, tweede lid, dat de erkenning daarvoor niet gold tenzij en voor zover de minister anders had aangegeven. Met betrekking tot deze verstrekking zullen op basis van artikel 8c van de Ziekenfondswet voorschriften inzake behoefte en spreiding worden vastgesteld; het niet voldoen daaraan kan leiden tot weigering van de erkenning.

Wat betreft het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering worden nog enkele correcties op een eerdere wijziging (Stb. 1995, 430) aangebracht. Voor dit artikel geldt ingevolge artikel 6, achtste lid, van de AWBZ een voorhangprocedure, die leidt tot een afwijkende inwerkingtredingsdatum.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1996, 63, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 november 1996, Stb. 595.

XNoot
2

Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 november 1996, Stb. 595.

XNoot
3

Stb. 1989, 164, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 juli 1996, Stb. 418.

XNoot
4

Stb. 1993, 26, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 november 1996, Stb. 595.

XNoot
5

Stb. 1971, 505, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 november 1996, Stb. 563.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

XNoot
1

Kamerstukken II 1993/94, 23 633 nr. 3, blz. 24, 25.

Naar boven