Besluit van 17 december 1996, houdende aanpassing
van het Besluit Kapittel voor de civiele orden en het Reglement op de Militaire
Willems-Orde in verband met de opheffing van het adviesstelsel in zaken van
algemeen verbindende voorschriften en beleid van het Rijk
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm,
van 22 november 1996, Stafafdeling Constitutionele Zaken, Wetgeving en Internationale
Aangelegenheden, nr. CWI96/U1344;
Gelet op artikel III, vijfde lid, van de Rijkswet van 15 april
1994, tot wijziging van de wet van 4 april 1892, houdende instelling van de
Orde van Oranje-Nassau, en van de wet van 29 september 1815, houdende instelling
van de Orde van de Nederlandse Leeuw, alsmede instelling van het Kapittel
voor de civiele orden (Stb. 350) alsmede op artikel 15 van
de Wet van 30 april 1940, tot herziening van de wet van 30 april 1815, no.
5, Stb. 33, houdende instelling van de Militaire Willems-Orde (Stb. 100);
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 10 december 1996,
no. W04.96.0550/K);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
J. Kohnstamm, van 11 december 1996, Stafafdeling Constitutionele Zaken, Wetgeving
en Internationale Aangelegenheden, nr. CWI96/U1461;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het >Besluit Kapittel voor de civiele orden1 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:
B. In artikel 9, tweede lid, eerste volzin, vervalt de zinsnede: en voorstellen
kunnen worden gedaan voor gewenste veranderingen.
ARTIKEL II
Het Reglement op de Militaire Willems-Orde2 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 22 vervalt de zinsnede: en voorts over andere de belangen
der Orde of der ridders betreffende aangelegenheden, waaromtrent het oordeel
van het Kapittel gewenscht wordt geacht.
B. Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. De bestaande tekst wordt tot eerste lid genummerd en daarin wordt de zinsnede
«alle voorstellen aan te bieden» vervangen door: alle inlichtingen
te verstrekken.
2. Aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Het Kapittel verstrekt desgevraagd aan het Hoofd van het betrokken Departement
van algemeen bestuur de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen.
Het Hoofd van het betrokken Departement van algemeen bestuur kan inzage vorderen
van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van
zijn taak redelijkerwijs nodig is.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse
Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 17 december 1996
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
J. Kohnstamm
Uitgegeven de twintigste december 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
In het kader van de herziening van het adviesstelsel zullen met het oog
op de algehele herziening van het adviesstelsel van het Rijk met ingang van
1 januari 1997 alle externe adviescolleges van het Rijk worden opgeheven,
respectievelijk in die gevallen waarin zij tevens zijn belast met andere taken,
worden ontheven van hun beleidsadviestaak.
Ingevolge de Rijkswet van 10 oktober 1996, houdende wijziging van de Rijkswet
van 15 april 1994, tot wijziging van de wet van 4 april 1892, houdende instelling
van de Orde van Oranje-Nassau, en van de wet van 29 september 1815, houdende
instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw, alsmede instelling van het
Kapittel voor de civiele orden, met betrekking tot het vervallen van de algemene
adviestaak van het Kapittel (Stb. 520), wordt de beleidsadvisering door het
Kapittel beëindigd. Zoals ook bij de totstandkoming van de Herzieningswet
adviesstelsel is aangegeven, is het wenselijk de wetgeving aan te passen aan
de opheffing van het adviesstelsel. Het onderhavige besluit strekt, in aansluiting
op de hiervoor genoemde rijkswet van 10 oktober 1996, tot aanpassing van de
algemene maatregelen van rijksbestuur. Ingevolge dit besluit wordt daartoe
de in algemene maatregelen van rijksbestuur geregelde adviestaak van het Kapittel
voor de civiele orden en het Kapittel voor de Militaire Willems-Orde voor
zover het de advisering over wetgeving of beleid betreft, beëindigd.
Het onderhavige besluit voltooit daarmee de aanpassingsregelgeving op het
niveau van het Koninkrijk.
Beide colleges worden met ingang van 1 januari 1997 ontheven van hun adviestaak
voor zover het betreft de advisering over algemeen verbindende voorschriften
of te voeren beleid van het Rijk. Hun overige adviestaken blijven in stand.
Beide colleges zijn organen van de Staat en zijn niet hiërarchisch ondergeschikt
aan een minister. Aangezien zij met ingang van 1 januari 1997 geen adviescolleges
zijn als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges, waarvan de adviestaak de hoofdtaak
is, moeten zij ingevolge aanwijzing 124a van de Aanwijzingen voor de regelgeving
worden aangemerkt als zelfstandige bestuursorganen. Om die reden is van deze
gelegenheid gebruik gemaakt om ten aanzien van de beide colleges een bepaling
op te nemen inzake het desgevraagd aan de betrokken minister verstrekken van
inlichtingen (vgl. aanwijzing 124t van de Aanwijzingen voor de regelgeving).
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
J. Kohnstamm
XNoot
1Stb. 1994, 831, gewijzigd bij besluit van 5 februari 1996, Stb. 89.
XNoot
2Stb. 1941, B61, gewijzigd bij besluit van 17 december 1993, Stb. 689.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk is openbaar gemaakt
door terinzagelegging bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden
opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 14 januari 1997, nr.
9.