Besluit van 27 november 1996 ter uitvoering van artikel 755, tweede lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 6 februari 1996, Directie Wetgeving, nr. 537925/96/7;

Gelet op artikel 755, tweede lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;

De Raad van State gehoord (advies van 21 maart 1996, nr. W03.96.0056);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 20 november 1996, Directie Wetgeving, nr. 589125/96/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het bedrag waartoe de aansprakelijkheid uit hoofde van titel 7 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek voor de in het eerste lid van artikel 755, aanhef en onder b, bedoelde vorderingen kan worden beperkt, bedraagt voor schepen, die blijkens hun constructie uitsluitend of in hoofdzaak zijn bestemd tot het vervoer van personen en waarvan de tonnage niet groter is dan 300, 100.000 rekeneenheden.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking tegelijk met de wet van 31 oktober 1996, Stb. 548.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 27 november 1996

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de tiende december 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit, waarin gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid die de wet biedt om voor schepen met een geringer tonnage dan 300 een lagere limiet vast te stellen, komt in de plaats van het besluit van 19 februari 1990 ter uitvoering van artikel 740f, tweede lid, van het Wetboek van Koophandel (Stb. 97).

Plaatsing van de desbetreffende bepaling van het Wetboek van Koophandel in titel 7 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek maakt vernummering noodzakelijk. Overigens is dit besluit inhoudelijk identiek aan het oorspronkelijke besluit, zodat kortheidshalve zij verwezen naar de nota van toelichting daarbij.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven