Besluit van 16 november1996, houdende wijziging van
het Besluit van 25 oktober 1995, houdende regels betreffende stoffen die de
ozonlaag aantasten (Besluit inzake stoffen die de ozonlaag aantasten 1995)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 29 augustus 1996, nr. MJZ96049100, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op verordening (EG) nr. 3093/94 van de Raad van de Europese
Unie van 15 december 1994 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PbEG
L 333) en artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
De Raad van State gehoord (advies van 27 september 1996, nr. W.08.96.0417);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 11 november 1996, nr. MJZ 96065441, Centrale
Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het >Besluit van 25 oktober 1995, houdende regels
betreffende stoffen die de ozonlaag aantasten (Besluit inzake stoffen die
de ozonlaag aantasten 1995)1 wordt gewijzigd
als volgt.
A
Artikel 1, onderdeel g, komt te luiden:
g. koelinstallatie: mobiel of stationair samenstel van
op elkaar afgestemde toestellen en leidingen, dat dient tot het onttrekken
van warmte, waarvan de som van de nominale aandrijfvermogens van de compressoren,
met uitsluiting van eventuele aanwezige hulpapparatuur, 500 watt of meer bedraagt
en waarin een stof, genoemd in bijlage I bij de verordening, een preparaat
dat een zodanige stof bevat, of een onvolledig met uitsluitend fluor gehalogeneerde
koolwaterstofverbinding met maximaal twee koolstofatomen, dan wel een preparaat
dat een zodanige stof bevat, dient als koudemiddel;
B
Artikel 1, onderdeel «i» wordt geletterd tot onderdeel h.
C
Artikel 13, eerste en tweede lid, komen te luiden:
1. Het tijdens onderhouds- of installatiewerkzaamheden aan een koelinstallatie
bedrijfsmatig toepassen van een stof, genoemd in bijlage I bij de verordening,
of een preparaat dat een zodanige stof bevat, is uitsluitend toegestaan aan
een natuurlijke persoon of rechtspersoon die over een erkenningsbewijs beschikt
dat is verstrekt door een instelling die door Onze Minister is aangewezen.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het tijdens onderhouds-
of installatiewerkzaamheden aan een koelinstallatie bedrijfsmatig toepassen
van een onvolledig met uitsluitend fluor gehalogeneerde koolwaterstofverbinding
met maximaal twee koolstofatomen of een preparaat dat een zodanige stof bevat.
D
Artikel 26 komt te luiden:
Artikel 26
Regeneratie of verkrijging van een stof of preparaat door regeneratie
als bedoeld in de artikelen 2, derde lid, onder a, 3, derde lid, onder a,
4, derde lid, onder a, 5, vierde lid, onder a, 7, derde lid, onder a, 8, tweede
lid, onder a, en 17, wordt door degene die de stof of het preparaat voorhanden
heeft, aangetoond door middel van een schriftelijk bewijs waarop is vermeld:
– de naam en het adres van het bedrijf dat de stof of het preparaat
heeft geregenereerd;
– de hoeveelheid van de stof of het preparaat die door dat bedrijf
is geregenereerd;
– de naam en het adres van het bedrijf waaraan de geregenereerde
stof of het geregenereerde preparaat ter beschikking is gesteld door het bedrijf
dat de regeneratie heeft uitgevoerd.
E
Paragraaf 4. Toepassing van halon-blusgas komt te luiden:
Paragraaf 5. Toepassing van halon-blusgas.
F
De paragrafen 5 tot en met 8 worden vernummerd tot 6 tot en met 9.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootHet Oude Loo, 16 november 1996
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer
Uitgegeven de derde december 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Bij de totstandkoming van het Besluit van 25 oktober 1995, houdende regels
betreffende stoffen die de ozonlaag aantasten (Besluit inzake stoffen die
de ozonlaag aantasten 1995)1 is in artikel 1, onderdeel
g, de definitie van koelinstallatie abusievelijk niet juist geformuleerd.
Dit besluit behelst namelijk de implementatie van de verordening (EG) nr.
3093/94 van de Raad van de Europese Unie van 15 december 1994 betreffende
stoffen die de ozonlaag afbreken (PbEG L 333) (hierna te noemen: de verordening).
Bijlage I bij de verordening vervangt de bijlage bij het oorspronkelijke Besluit
inzake stoffen die de ozonlaag aantasten2. Ten onrechte
wordt in deze definitie dan ook verwezen naar een bijlage bij dit besluit
in plaats van de bijlage I bij de verordening. Aangezien in enkele bepalingen
van het Besluit inzake stoffen die de ozonlaag aantasten 1995 de term koelinstallatie
wordt gebezigd, kan dit leiden tot verwarring en tot problemen bij de handhaving
van dit besluit. Onderhavig besluit strekt ertoe deze omissie te herstellen.
In artikel 13, tweede lid, is de verwijzing naar een stof die bestaat
uit een onvolledig met uitsluitend fluor gehalogeneerde koolwaterstofverbinding
met maximaal twee koolstofatomen, uit het oogpunt van consistentie met de
definitie van koelinstallatie in artikel 1, onderdeel g, van het besluit aangevuld
met een verwijzing naar een preparaat dat een zodanige stof bevat.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om andere tekstuele onjuistheden
te herstellen. Deze betreffen enkele wetstechnische verbeteringen (artikel
I, onderdelen B, C en D), alsmede correctie van de onjuiste nummering vanaf
de paragraaf «Toepassing van halon-blusgas» (artikel I, onderdelen
E en F).
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat
het zonder meer instemmend luidt.
XNoot
2Besluit inzake stoffen die de ozonlaag aantasten (Stb. 1992, 599, laatstelijk
gewijzigd bij Stb. 1994, 149).