Wet van 4 september 1996 tot verlenging van de werking
van krachtens de In- en uitvoerwet ten aanzien van de invoer en de uitvoer
van goederen gestelde regels
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de werking
van enige krachtens de In- en uitvoerwet gestelde regels ten aanzien van de
invoer en de uitvoer van goederen te verlengen en dat daartoe een wet als
bedoeld in artikel 2c, zesde lid, van de In- en uitvoerwet is vereist;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
Artikel 1
De volgende in- en uitvoerbesluiten vervallen, behoudens eerdere intrekking,
met ingang van 1 januari 2000:
a. het In- en uitvoerbesluit industriële goederen 1963;
b. het Uitvoerbesluit strategische goederen 1963;
c. het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980;
d. het Invoerbesluit landen 1981;
e. het In- en uitvoerbesluit tabak 1982;
f. het In- en uitvoerbesluit Irak 1991.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootGegeven te 's-Gravenhage, 4 september 1996
Beatrix
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
A. van Dok-van Weele
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. van Mierlo
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de zeventiende oktober 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
XHistnoot
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1995/96, 24 747.
Handelingen II 1995/96, blz. 6301.
Kamerstukken I 1995/96, 24 747 (315).
Handelingen I 1995/96, blz. 1942.