Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 1996, 418 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 1996, 418 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 22 mei 1996, nr. SV/VP/96/1993a;
Gelet op de artikelen 2, tweede lid, 13, tweede lid, 33, vijfde lid, en 63 van de Algemene nabestaandenwet, artikel 6, tweede lid, van de Toeslagenwet, artikel 8, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 8, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de artikelen 3, eerste lid, onder b, en negende lid, 5, derde lid, en 18, eerste lid, van de Ziekenfondswet, artikel 11, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, artikel 57 van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst, artikel 12, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de artikelen 37, eerste lid, 39 en 41 van de Wet op de rechtsbijstand, de artikelen 6, tiende en elfde lid en 10, zesde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de artikelen 43, eerste en tweede lid, en 51, tweede lid, van de Provinciewet, de artikelen 44, eerste en tweede lid, en 51, tweede lid, van de Gemeentewet, artikel 28 van de Emigratiewet, artikel 89 van de Grondwet, artikel 67 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, en de artikelen 4, 7, 33 en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964;
De Raad van State gehoord (advies van 21 juni 1996, nr. W12.96.0215);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 12 juli 1996, Nr. SV/VP/96/2731;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het >Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 19891 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, onderdeel a, wordt «de Algemene Weduwen- en Wezenwet (Stb. 1965, 429)» vervangen door: de Algemene nabestaandenwet.
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet, of
2. In het tweede lid wordt «artikel 47 van de Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: artikel 63 van de Algemene nabestaandenwet.
In artikel 24, eerste lid, wordt «de Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: de Algemene nabestaandenwet.
Artikel 26a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «gedurende de jaren 1990 tot en met 1994» wordt vervangen door: gedurende de jaren 1990 tot en met 1997.
2. De zinsnede «een pensioen of uitkering ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet» wordt vervangen door: een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet.
In de titel van Hoofdstuk X en artikel 13 van het Besluit beslistermijnen sociale verzekeringswetten2 wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
Het Besluit vrijwillige verzekering AOW, AWW en AAW3 wordt als volgt gewijzigd:
In de titel van Hoofdstuk II en van Hoofdstuk IV, in artikel 2, eerste, tweede, derde en vierde lid, in artikel 4, eerste lid, in artikel 26, tweede lid, en in artikel 33 wordt «AWW» vervangen door: Anw
In artikel 24, eerste en derde lid, artikel 26, tweede lid, en in artikel 30, eerste en tweede lid, wordt «vrijwillige algemene weduwen- en wezenverzekering» vervangen door: vrijwillige algemene nabestaandenverzekering.
Artikel 7, eerste lid, onderdeel i van het Inkomensbesluit Toeslagenwet4 komt te luiden:
i. een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet.
Artikel 7, eerste lid, onderdeel i van het Inkomensbesluit IOAW5 komt te luiden:
i. een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet.
In artikel 6, derde lid, van het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering6 wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
In artikel 2b, tweede lid, onderdeel b en c van het Besluit beperking kring verzekerden Ziekenfondswet7 wordt de zinsnede «een tijdelijke weduwenuitkering of een weduwen- of wezenpensioen ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet» telkens vervangen door: een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet.
In artikel 2, derde lid, van het Besluit ex artikel 11 Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers8 wordt de zinsnede «de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen- en Wezenwet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Algemene Kinderbijslagwet» vervangen door: de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
In artikel 2, derde lid, van het Besluit tot uitvoering van artikel 12 der Wet buitengewoon pensioen 1940–19459 wordt «de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen- en Wezenwet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Algemene Kinderbijslagwet» vervangen door: de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
In artikel 46 van het Besluit gewetensbezwaren militaire dienst10 wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet (Stb. 1965, 429)» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
Het Besluit vaststelling rekenpremie wachtgeldfondsen11 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, eerste lid, wordt de zinsnede «de artikelen 19, vierde lid, en 37b, vijfde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: artikel 2, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet.
In artikel 4 wordt de zinsnede «de artikelen 19, derde lid, en 37b, vierde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: artikel 2, eerste lid, onderdelen b en d van de Algemene nabestaandenwet.
In de bijlage, onder I, code D.041, bij het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 199412 wordt na «Algemene Weduwen- en Wezenwet» toegevoegd: dan wel de Algemene nabestaandenwet.
In artikel 4, tweede lid, van het Inkomensbesluit AAW13 wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
Artikel 12 van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
2. In het eerste en tweede lid wordt «AWW» telkens vervangen door: Anw.
Artikel 15 van het Rechtspositiebesluit wethouders15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
2. In het eerste en tweede lid wordt «AWW» telkens vervangen door: Anw.
In artikel 8, derde lid, van de Remigratieregeling 198516 wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet (Stb. 1965, 429)» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
Artikel 3a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 196417 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onder 1o, wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
2. In het vierde lid wordt onderdeel a van het symbool W vervangen door:
a. ingeval de echtgenoot bij het begin van het kalenderjaar nog niet de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt: de op jaarbasis berekende bruto-nabestaandenuitkering, vermeerderd met de op jaarbasis berekende bruto-vakantie-uitkering, waarop de echtgenoot bij overlijden van de belastingplichtige aan het begin van het kalender-jaar aanspraak zou hebben ingevolge de Algemene nabestaandenwet, waarbij met uitkeringen in verband met ongehuwde kinderen jonger dan 18 jaren, bedoeld in artikel 22 van die wet, geen rekening wordt gehouden, en de op jaarbasis berekende uitkering ingevolge de daarmee naar aard en strekking overeenkomende buitenlandse regelingen;.
In artikel 11, eerste lid, onderdeel f en onderdeel g, onder 4o, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 196518 wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet« vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
Voor de toepassing van artikel 3a, vierde lid, onderdeel a van het symbool W, van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964 dient voor de periode 1 juli 1996 tot en met 31 december 1996 in plaats van «aan het begin van het kalenderjaar» te worden gelezen «op 1 juli 1996».
In artikel 6, eerste en tweede lid, van de Toeslagregeling pensioenen Suriname en Nederlandse Antillen19 wordt «Algemene Weduwen- en Wezenwet» vervangen door: Algemene nabestaandenwet.
Artikel 9 van het Aanwijzingsbesluit verplichtverzekerden Ziekenfondswet20 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Voor de verzekering van verzekerden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van de Ziekenfondswet, voor zover zij recht hebben op een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet, wordt een premie geheven tot het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage. De premie wordt per maand berekend over de uitkering met inbegrip van de vakantie-uitkering, waarop de verzekerde aanspraak heeft krachtens de Algemene nabestaandenwet, onder toepassing van artikel 18 van die wet. Indien de uitkering slechts ten dele wordt toegekend in verband met samenloop met een uitkering ingevolge de sociale wetgeving van een andere mogendheid, wordt de uitkering voor de vaststelling van de verschuldigde premie geacht ten volle te worden uitbetaald.
2. Het derde lid wordt vervangen door:
3. De Sociale Verzekeringsbank houdt de door de verzekerde ingevolge dit artikel verschuldigde premie in op de uitkering, waarop de verzekerde aanspraak heeft krachtens de Algemene nabestaandenwet.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
F. H. G. de Grave
Uitgegeven de vijftiende augustus 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
In dit besluit wordt een aantal algemene maatregelen van bestuur gewijzigd. Deze wijzigingen houden verband met de vervanging van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) door de Algemene nabestaandenwet (Anw) per 1 juli 1996. De AWW kende de begrippen «weduwenpensioen», «wezenpensioen» en «tijdelijke weduwenuitkering». In de Anw zijn de begrippen «nabestaandenuitkering», «halfwezenuitkering» en «wezenuitkering» geïntroduceerd. Daarbij is de nabestaandenuitkering, eventueel gecombineerd met een halfwezenuitkering, in de plaats gekomen van het weduwenpensioen. De wezenuitkering is in de plaats gekomen van het wezenpensioen. Met het oog op de intrekking van de AWW en de inwerkingtreding van de Anw dient allereerst in alle van belang zijnde amvb's de verwijzing naar de AWW te worden vervangen door verwijzing naar de Anw. Voorts dienen de benamingen van de desbetreffende uitkeringen in overeenstemming te worden gebracht met de daarvoor in de plaats komende uitkeringen op grond van de Anw. Daarin is voorzien in de artikelen I tot en met XXI. Artikel I, onderdeel D, onder 1, verdient nog apart vermelding. De wijziging van artikel 26a, eerste lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring volksverzekeringen 1989 houdt verband met het feit dat in de Wet overhevelingstoeslag opslagpremies het toekennen van een overhevelingstoeslag op het loon is verlengd tot en met het jaar 1997.
De wijziging van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964 betreft de zogenoemde derde tranche van de mogelijkheid van aftrek van lijfrentepremie. Teneinde te bewerkstelligen dat voor de berekening van het niet te verwaarlozen tekort aan nabestaandenvoorzieningen die mede-bepalend is voor bedoelde aftrekmogelijkheid, rekening wordt gehouden met eventuele aanspraken op een uitkering op grond van de Anw en niet langer met eventuele aanspraken op grond van de AWW, worden de verwijzingen naar de AWW vervangen door verwijzingen naar de Anw. Voor de periode 1 juli 1996 tot en met 31 december 1996 is een overgangsregeling opgenomen die bewerkstelligt dat ook in 1996 op juiste wijze het niet te verwaarlozen tekort aan nabestaandenvoorzieningen wordt berekend. Met deze overgangsregeling leidt toepassing van artikel 45a, derde lid van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (derde tranche) ertoe dat in 1996 in totaal hoogstens f 11 514 aan lijfrentepremies op het inkomen in aftrek kan worden gebracht.
De wijziging van artikel 9 van het Aanwijzingsbesluit verplichtverzekerden Ziekenfondswet (zie artikel XXI) heeft naast een technische aanpassing aan de terminologie in de Anw tevens tot gevolg dat nu slechts premie kan worden geheven over de uitkering zoals die tot uitbetaling komt na toepassing van de inkomenstoets bedoeld in artikel 18 van de Anw. Hiermee wordt voorkomen dat premie wordt geheven over een uitkering waarop aanspraak bestaat maar die geheel of gedeeltelijk niet tot uitbetaling komt als gevolg van eigen inkomsten van de nabestaande.
Hoewel deze algemene maatregel van bestuur een overwegend technisch karakter heeft, is het belang van parallelle inwerkingtreding met de Anw van dien aard dat gekozen is voor een inwerkingtreding met ingang van 1 juli 1996, de dag van inwerkingtreding van de Anw.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
F. H. G. de Grave
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 10 september 1996, nr. 174.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1996-418.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.