Besluit van 18 juli 1996, houdende wijziging van de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 juni 1996, nr. AB96/U707, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidszaken Overheid, afdeling Arbeidsverhoudingen en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet; artikel 16 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren; artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993; artikel 20, tweede lid, van de Wet op het basisonderwijs; artikel 28, tweede lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs; de artikelen 39, tweede lid, 61 en 76 van de Wet op het voortgezet onderwijs; artikel 4 van de Experimentenwet onderwijs; artikel 58, tweede lid, van de Wet op de onderwijsverzorging; de artikelen 4.5, eerste lid, 4.6, 9.74, tweede lid, 10.10, derde lid, 11.12, eerste lid, 16.23, derde lid, en 16.27 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; de artikelen 14, eerste lid, en 35 van de Wet op de Nederlandse organisatie voor het Wetenschappelijk onderzoek, alsmede artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931;

De Raad van State gehoord (advies van 1 juli 1996, nr. W04.96.0249)

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 juli 1996, nr. AB96/866, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidszaken Overheid, afdeling Arbeidsverhoudingen en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De >Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8, eerste lid, komt als volgt te luiden:

  • 1. Voor het verlenen van een tegemoetkoming kunnen in aanmerking worden gebracht de te zijnen laste blijvende ziektekosten die betrokkene als zodanig heeft gemaakt gedurende een aaneengesloten tijdvak van twaalf kalendermaanden, met dien verstande dat de kosten, bedoeld in artikel 7, betrekking moeten hebben op dit tijdvak. Voor de vraag of de kosten, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel b, betrekking hebben op het tijdvak is bepalend of de datum van de nota in dat tijdvak is gelegen.

B

Artikel 9 komt als volgt te luiden:

De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 1, wordt aan de betrokkene verleend voor zover de te zijnen laste blijvende ziektekosten hoger zijn dan het drempelbedrag. Dit drempelbedrag is gelijk aan de som van de volgende bedragen:

a. een bedrag dat overeenkomt met het werknemersdeel van de ziekenfondspremie, berekend over het inkomen van betrokkene op basis van de procentuele ziekenfondspremie zoals deze is vastgelegd ingevolge artikel 15 van de Ziekenfondswet;

b. een bedrag dat overeenkomt met het effect van de fiscale bijtelling van het werkgeversdeel van de procentuele ziekenfondspremie zoals deze is vastgesteld ingevolge artikel 15 van de Ziekenfondswet, berekend over het inkomen van de betrokkene;

c. een bedrag dat overeenkomt met de nominale premie ingevolge artikel 17 van de Ziekenfondswet voor betrokkene en zijn medebetrokkenen.

Bij de berekening van het onder b bedoelde effect wordt gerekend met het tarief van de laagste belastingschijf, bedoeld in artikel 53a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, vermeerderd met het heffingspercentage ingevolge artikel 10 van de Wet financiering volksverzekeringen.

C

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst van het eerste lid wordt het cijfer 1 geplaatst.

2. De onderdelen c van het eerste en tweede lid vervallen en de puntkomma aan het slot van de onderdelen b wordt vervangen door een punt.

ARTIKEL II

Nota's van kosten, bedoeld in artikel 7, onderdeel b, van de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel die een datum dragen vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, en die niet tot uitkering hebben geleid bij een aanvraag omdat die niet zijn betaald in het tijdvak waarop die aanvraag betrekking had, worden bij een aansluitende aanvraag voor vergoeding in aanmerking genomen.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt wat betreft artikel I, onderdeel A en C, en artikel II terug tot en met 1 juli 1996; artikel I, onderdeel B, werkt terug tot en met 1 januari 1996.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

Tavarnelle, 18 juli 1996

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken a.i.,

A. P. W. Melkert

Uitgegeven de vijftiende augustus 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

De Z.v.o.-regeling geeft betrokkenen het recht op een tegemoetkoming in de ziektekosten die voor eigen rekening zijn gebleven. Onder ziektekosten worden verstaan: de premie van de ziektekostenverzekering, verschuldigd op basis van verpleging in de laagste klasse van een ziekenhuis, en de kosten van geneeskundige verzorging, voor zover die voorkomen in het Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling (artikel 7 van de Z.v.o.-regeling). Voor een tegemoetkoming dient een aanvraag te worden ingediend. Deze aanvraag moet betrekking hebben op een aaneengesloten tijdvak van twaalf kalendermaanden. De ziektekosten die voor eigen rekening zijn gebleven dienen betrekking te hebben op dat tijdvak.

De nota van toelichting bij de Z.v.o.-regeling (Stb. 1980, 544) vermeldt bij artikel 8 dat de kosten van geneeskundige verzorging in het gekozen tijdvak dienen te zijn betaald. Op grond van uitvoeringstechnische overwegingen wordt met ingang van 1 juli 1996 niet meer uitgegaan van de datum van betaling maar van de datum van de nota van de desbetreffende ziektekosten. Artikel I, onderdeel A, strekt daartoe.

Omdat met ingang van 1 juli 1996 bij de kosten van geneeskundige verzorging de datum van de nota bepalend zal zijn voor het aanvraagtijdvak, is in artikel II een overgangsvoorziening getroffen. Ziektekostennota's die gedateerd zijn op een datum gelegen vóór 1 juli 1996, en die bij een aanvraag niet tot vergoeding hebben geleid omdat zij niet waren betaald in het tijdvak waarop de aanvraag betrekking had, worden bij een aansluitende aanvraag voor vergoeding in aanmerking genomen.

De Z.v.o.-regeling heeft als uitgangspunt dat ziektekosten in het algemeen geen hoger beslag behoren te leggen op het inkomen van het overheidspersoneel dan op dat van werknemers in de marktsector; alsook dat geen hogere tegemoetkoming wordt toegekend dan elders de regel is. In verband daarmee is de Z.v.o.-regeling in hoge mate afgestemd op de Ziekenfondswet. Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming dienen de ziektekosten die voor eigen rekening zijn gebleven, de zogenaamde Z.v.o.-drempel te overschrijden (artikel 9). De Z.v.o.-drempel komt overeen met de kosten van een ziekenfondsverzekering. Die kosten bestaan uit drie componenten, te weten: de werknemerspremie, de loonheffing over de werkgeverspremie alsmede de nominale ziekenfondspremie voor verzekerde en medeverzekerden.

Bij de Z.v.o.-drempel werd bij de berekening van de werknemerspremie ook het inkomen van de medebetrokkene meegeteld. Thans wordt, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1996, bij de berekening van de werknemerspremie het inkomen van de medebetrokkene buiten beschouwing gelaten. Daardoor komt de Z.v.o.-drempel volledig overeen met de kosten van een ziekenfondsverzekering.

Als gevolg van de Wet invoering franchise ZFW-premie met ingang van 1 januari 1995 diende bij de vaststelling van de werkgeverspremie een gedeelte van het inkomen (franchise) buiten beschouwing te blijven. Deze franchise is met ingang van 1 januari 1996 komen te vervallen (de Wet van 15 december 1995, Stb. 1995, 635). Artikel 9 is daaraan aangepast. Artikel 10 is aan de wijziging van artikel 9 aangepast.

Met de centrales van overheidspersoneel is overeenstemming bereikt over deze wijzigingen.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

Stb.1995, 475, gewijzigd bij besluit van 19 december 1995, Stb. 1996, 2.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven