Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 1996, 393 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 1996, 393 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A. G. M. van de Vondervoort, van 20 mei 1996, FO96/844, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op artikel 247 van de Provinciewet;
Gezien het advies van de provincies van 13 maart 1996, nummer MW 20072/96;
De Raad van State gehoord (advies van 11 juni 1996, nr. WO4.96.0213);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A. G. M. van de Vondervoort, van 28 juni 1996, FO96/1133, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën;
Hebben goedgevonden en verstaan:
De middelen in het Provinciefonds inzake Rivierdijkversterkingen en Onderhoud hoofdwaterkeringen worden vanaf het uitkeringsjaar 1994 verdeeld zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
A. G. M. van de Vondervoort
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de achttiende juli 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
1994 | 1995 | 1996 | 1997 | 1998 | 1999 | 2000–2004 | 2005 e.v. | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Groningen | 994 670 | 994 670 | 994 670 | 994 670 | 1 140 945 | 1 140 945 | 1 140 945 | 1 140 945 |
Friesland | 969 140 | 978 815 | 985 910 | 1 014 290 | 1 137 840 | 1 142 140 | 1 157 190 | 1 157 190 |
Drenthe | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overijssel | 13 726 060 | 24 281 030 | 25 023 827 | 27 995 015 | 28 027 465 | 31 477 645 | 33 053 275 | 23 511 210 |
Gelderland | 28 297 910 | 31 554 773 | 33 070 364 | 39 132 728 | 39 241 803 | 40 160 343 | 43 375 233 | 42 185 085 |
Utrecht | 1 281 570 | 1 373 595 | 1 441 080 | 1 711 020 | 1 719 045 | 1 759 945 | 1 903 095 | 1 903 095 |
Noord-Holland | 2 822 620 | 2 836 606 | 2 839 015 | 2 848 651 | 3 257 301 | 3 258 761 | 3 263 871 | 3 253 170 |
Zuid-Holland | 15 871 850 | 29 490 792 | 30 097 596 | 32 524 812 | 33 236 437 | 33 604 197 | 34 891 357 | 22 099 875 |
Zeeland | 3 999 930 | 3 999 930 | 3 999 930 | 3 999 930 | 4 588 155 | 4 588 155 | 4 588 155 | 4 588 155 |
Noord-Brabant | 7 353 080 | 10 406 619 | 10 764 438 | 12 195 714 | 12 320 314 | 12 537 174 | 13 296 184 | 10 730 580 |
Limburg | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Flevoland | 1 683 170 | 1 683 170 | 1 683 170 | 1 683 170 | 1 930 695 | 1 930 695 | 1 930 695 | 1 930 695 |
Totaal | 77 000 000 | 107 600 000 | 110 900 000 | 124 100 000 | 126 600 000 | 131 600 000 | 138 600 000 | 112 500 000 |
Dit besluit is gebaseerd op artikel 247, tweede en derde lid, van de Provinciewet. Het strekt ertoe voor de uitkeringsjaren vanaf 1994 een deel van de uitkeringen uit het Provinciefonds te verdelen zonder gebruik te maken van de algemene verdeelmaatstaven die zijn aangegeven in artikel 240 van de Provinciewet. Het betreft de toevoeging vanaf 1994 aan het Provinciefonds van twee bestaande uitkeringen die onderdeel uitmaken van de zogenoemde Decentralisatie-impuls, te weten de middelen die verband houden met de rivierdijkversterkingen en het onderhoud hoofdwaterkeringen. Bovendien zijn in dit besluit opgenomen de middelen voor de versnelling van de rivierdijkversterkingen, die vanaf 1995 naast de middelen voor de reguliere rivierdijkversterkingen aan het Provinciefonds worden toegevoegd.
Het Rijk heeft in 1993 met de provincies een akkoord bereikt over de Decentralisatie-impuls. Als gevolg van het akkoord zijn als onderdeel van de Decentralisatie-impuls in 1994 onder meer de middelen in verband met de Rivierdijkversterkingen en het Onderhoud hoofdwaterkeringen van de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat overgeheveld naar het Provinciefonds.
Aanvankelijk lag het in de bedoeling de middelen te verdelen op grond van artikel 247, eerste en tweede lid, van de Provinciewet. Dit artikel biedt de mogelijkheid bedragen tijdelijk over de provincies te verdelen zonder gebruik te maken van de algemene verdeelmaatstaven van het Provinciefonds. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, dient te worden voldaan aan het wettelijke vereiste uit artikel 247, tweede lid, van de Provinciewet. Op grond van dit lid dient het tempo waarin en de wijze waarop de integratie-uitkering in de algemene uitkering wordt opgenomen, vooraf te zijn vastgelegd.
Er bestaat evenwel onzekerheid over de wijze waarop de middelen uiteindelijk zullen worden verdeeld via de algemene uitkering van het Provinciefonds. Om deze reden is ervoor gekozen om via artikel 32 van de Wet op de waterkering een derde lid aan artikel 247 van de Provinciewet toe te voegen dat het mogelijk maakt om uitsluitend deze uitkeringen in het huidige en het nieuwe Provinciefonds op te nemen en te verdelen, zonder dat vooraf het pad voor de integratie van de middelen in de algemene uitkering wordt aangegeven.
Zoals eerder aangegeven, is in dit besluit naast de middelen voor de Rivierdijkversterkingen en het Onderhoud hoofdwaterkeringen tevens de verdeling van de middelen voor de versnelling van de rivierdijkversterkingen opgenomen. Als gevolg van de wateroverlast die zich begin 1995 in een aantal provincies heeft voorgedaan, is besloten tot een versnelde uitvoering van het programma voor de rivierdijkversterkingen. Met het Interprovinciaal Overleg (IPO) is overeengekomen dat het Rijk de extra rentekosten die met de versnelde uitvoering conform het Deltaplan Grote Rivieren gepaard gaan, voor 70% zal vergoeden. De bijdrage in de rentekosten zal met ingang van het uitkeringsjaar 1995 in tien gelijke jaarlijkse tranches van f 26,1 miljoen via het Provinciefonds aan de provincies ter beschikking worden gesteld.
In 2004 eindigt de periode gedurende welke het Rijk een financiële vergoeding verstrekt voor de extra rentekosten die de versnelling van het programma voor de rivierdijkversterkingen met zich brengt.
Pas na circa 2015 zal sprake zijn van een zodanig stabiele financiële beheerssituatie voor de rivierdijkversterkingen, dat tot verdeling via de algemene maatstaven kan worden overgegaan.
Op grond van het akkoord over de Decentralisatie-impuls zijn onder meer voor de gezamenlijke onderdelen rivierdijkversterkingen en onderhoud hoofdwaterkeringen met ingang van 1994 structureel bedragen overgeheveld naar het Provinciefonds. De gezamenlijke provincies hebben een splitsing aangebracht in de overgehevelde middelen en tevens voor de verdeling van de onderdelen afzonderlijke verdeelsleutels vastgesteld. Als gevolg van het akkoord over de versnelling van de rivierdijkversterkingen is aan de overgehevelde bedragen met ingang van het uitkeringsjaar 1995 gedurende 10 jaar een bedrag van f 26,1 miljoen toegevoegd. In gezamenlijk overleg hebben de provincies voor deze toevoeging eveneens een verdeelsleutel bepaald.
Met de onderwerpen die in dit besluit zijn betrokken, zijn de bedragen gemoeid die zijn opgenomen in tabel 1 (in miljoenen guldens).
Rivierdijk-versterkingen | Onderhoudhoofdwaterkeringen | Versnelling Rivierdijkversterkingen | Totaal | |
---|---|---|---|---|
1994 | 60,0 | 17,0 | – | 77,0 |
1995 | 64,5 | 17,0 | 26,1 | 107,6 |
1996 | 67,8 | 17,0 | 26,1 | 110,9 |
1997 | 81,0 | 17,0 | 26,1 | 124,1 |
1998 | 81,0 | 19,5 | 26,1 | 126,6 |
1999 | 86,0 | 19,5 | 26,1 | 131,6 |
2000 t/m 2004 | 93,0 | 19,5 | 26,1 | 138,6 |
2005 e.v. | 93,0 | 19,5 | – | 112,5 |
In de bijlage bij dit besluit is de verdeling van de bedragen over de provincies vanaf het uitkeringsjaar 1994 weergegeven. De verdeling in de diverse jaren is in overeenstemming met de gehanteerde verdeelsleutels in het advies dat het IPO namens de provincies op 13 maart 1996 heeft uitgebracht over het ontwerp-besluit. Het IPO heeft in het advies erop gewezen dat in 1997 een evaluatie zal plaatsvinden van de verdeelsleutel voor het onderhoud van de hoofdwaterkeringen. De verdeelsleutel voor de rivierdijkversterking en de versnelling daarvan zal twee maal worden geëvalueerd; allereerst in 1998 en vervolgens na de voltooiing van het dijkversterkingsprogramma die in het jaar 2001 is voorzien. De evaluaties kunnen aanleiding geven tot wijzigingen in de verdeelsleutels voor de beschikbare middelen. De verdeling op grond van het besluit zal dan worden aangepast.
In het advies maakt het IPO een voorbehoud over de hoogte en de betalingswijze van de middelen voor de versnelling van de rivierdijkversterkingen. Voor dit onderwerp is voor de uitkeringsjaren 1995 tot en met 2004 een bedrag van f 26,1 miljoen per jaar in het Provinciefonds opgenomen. Mocht na de inwerkingtreding van het besluit wijziging optreden in de hoogte van het bedrag of in de periode waarover het bedrag wordt toegevoegd, dan zal het besluit op grond hiervan eveneens worden gewijzigd.
Aan het besluit wordt terugwerkende kracht verleend, omdat de verdeling van de middelen dient te worden vastgelegd met ingang van het uitkeringsjaar 1994. Dit was het jaar waarin de overheveling naar het Provinciefonds heeft plaatsgevonden. Het is niet bezwaarlijk terugwerkende kracht aan het besluit te verlenen, omdat aan de inwerkingtreding van het wetsartikel waarop dit besluit is gebaseerd (artikel 32, juncto artikel 35, tweede lid van de Wet op de waterkering) eveneens terugwerkende kracht is verleend tot en met 1 januari 1994. Bovendien is in de circulaires over de uitkeringen uit het Provinciefonds de provincies steeds mededeling gedaan over de wijze waarop de bedragen in de betreffende jaren worden verdeeld. Daar komt bij dat de verdeling van de bedragen plaatsvindt overeenkomstig het voorstel dat de provincies ons hebben gedaan.
Het zal regelmatig voorkomen, dat in de toelichting op begrotingswetten en in circulaires over uitkeringen met betrekking tot het Provinciefonds aan het onderhavige besluit wordt gerefereerd. Daarom is ervoor gekozen het besluit een citeertitel te geven.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
A. G. M. van de Vondervoort
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1996-393.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.