Besluit van 3 juli 1996, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van het Besluit van 30 mei 1996 (Stb. 348), tot wijziging van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. en het Besluit staatsexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. 1978 in verband met aanvullende voorwaarden in geval van afwijkende wijze van examineren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, T. Netelenbos, van 28 juni 1996, nr. 96017710/6043, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III van het Besluit van 30 mei 1996 (Stb. 348), tot wijziging van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. en het Besluit staatsexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. 1978 in verband met aanvullende voorwaarden in geval van afwijkende wijze van examineren;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I van het Besluit van 30 mei 1996 (Stb. 348), tot wijziging van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. en het Besluit staatsexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. 1978 in verband met aanvullende voorwaarden in geval van afwijkende wijze van examineren treedt in werking met ingang van 1 augustus 1996.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 juli 1996

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

T. Netelenbos

Uitgegeven de zestiende juli 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven