Wet van 3 juli 1996, houdende opheffing van het adviesstelsel in zaken van algemeen verbindende voorschriften en beleid van het Rijk (Herzieningswet adviesstelsel)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de algehele herziening van het adviesstelsel het bestaande adviesstelsel in zaken van algemeen verbindende voorschriften en beleid van het Rijk, behoudens twee adviescolleges, op te heffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

  • 1. Vaste colleges van advies als bedoeld in artikel 79 van de Grondwet houden op te bestaan.

  • 2. Voor bepaalde tijd ingestelde colleges met een adviestaak als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Grondwet houden op te bestaan.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid worden colleges die bij of krachtens wet tevens zijn belast met een andere taak dan een adviestaak als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Grondwet, ontheven van laatstgenoemde adviestaak.

Artikel 2

Artikel 1 geldt niet ten aanzien van:

a. colleges die op of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet worden ingesteld of met een adviestaak worden belast;

b. de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, bedoeld in artikel 1 van de Instellingswet W.R.R.;

c. de Sociaal-Economische Raad, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Artikel 3

Artikel 1 geldt tot en met 31 december 1997 niet ten aanzien van adviescolleges die in 1996 voor bepaalde tijd zijn ingesteld.

Artikel 4

Artikel 1 geldt tot en met 30 april 1997 niet ten aanzien van de Emancipatieraad, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de Emancipatieraad.

Artikel 5

De archiefbescheiden betreffende de werkzaamheden van colleges die ingevolge deze wet ophouden te bestaan, worden overgebracht naar het archief van het meest betrokken ministerie.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

Artikel 7

Deze wet wordt aangehaald als: Herzieningswet adviesstelsel.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 3 juli 1996

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Uitgegeven de elfde juli 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 24 232.

Handelingen II 1995/96, blz. 1364–1382 en blz. 1467.

Kamerstukken I 1995/96, 24 232 (88, 88a, 88b, 88c).

Handelingen I 1995/96, blz. 1243–1257, zie voorts de vergadering d.d. 1 en 2 juli 1996.

Naar boven