Besluit van 21 december 1995, houdende wijziging van het Besluit collectieve preventie volksgezondheid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 oktober 1995, PAO/GZ 95-7054;

Gelet op de artikelen 2, derde lid, 3 en 6, tweede lid, van de Wet collectieve preventie volksgezondheid;

De Raad van State gehoord (advies van 21 november 1995);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 1995, PAO/GZ 95-12491;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het >Besluit collectieve preventie volksgezondheid1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De gemeenteraad draagt zorg voor de uitvoering van de collectieve preventie die betrekking heeft op tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, Aids of een epidemie van infectieziekten.

2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

f. in het kader van een epidemie van infectieziekten: het zonodig aanbieden van vaccinatie aan specifieke groepen.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

c. de epidemioloog is geregistreerd als epidemioloog A in het register van de Vereniging voor Epidemiologie of als epidemioloog B door de Stichting voor opleiding tot Medisch Biologisch Wetenschappelijk Onderzoeker.

2. In het tweede lid wordt «artikel 6, tweede lid» vervangen door: artikel 6, eerste lid.

3. Na het derde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Met het oog op de uitvoering van de medisch milieukundige taak, vervat in artikel 2, tweede lid, onder b en c, van de wet dient de arts, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, van de wet, belast met de medisch milieukundige taak, ingeschreven te zijn als sociaal geneeskundige in het Register tot erkend sociaal-geneeskundige van de KNMG, tak Bijzondere Vormen van Sociale Geneeskunde/Medische Milieukunde.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 21 december 1995

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de drieëntwintigste januari 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

De rol van de gemeente bij een epidemie van infectieziekten

De Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) geeft gemeenten de verantwoordelijkheid voor de collectieve preventie en de afstemming daarvan met de curatieve zorg. De gemeente draagt zorg voor de uitvoering van de collectieve preventie betreffende infectieziekten via haar gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD). Hiermee hebben gemeenten en hun GGD'en een centrale rol in de uitvoering van de infectieziektenbestrijding.

In het standpunt op de evaluatie van de WCPV, vastgelegd in de brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer van 30 december 1993, kenmerk PAO/GZ9311123, is door de toenmalige staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, aangegeven dat, mede naar aanleiding van de polio-epidemie, de uitvoerende rol van de gemeenten op het terrein van de infectieziektenbestrijding bij epidemieën krachtens de WCPV vastgelegd dient te worden. Met deze wijziging van het besluit wordt hier uitvoering aan gegeven.

Van een (dreigende) epidemie is sprake wanneer in betrekkelijk korte tijd het aantal nieuwe ziektegevallen ten gevolge van een infectieziekte ruim boven het verwachte aantal gevallen uitkomt. Gemeenten moeten zich dan via hun GGD actief bezig houden met de voor het bestrijden van de epidemie noodzakelijke uitvoerende activiteiten. Dit betreft collectief gerichte maatregelen als actieve bron- en contactopsporing, preventie, voorlichting, controle van specifieke groepen en indien nodig het aanbieden van vaccinatie.

Kwaliteitseisen epidemioloog en medisch milieukundige

In de toelichting bij artikel 5, eerste lid, van het Besluit collectieve preventie volksgezondheid was reeds het voornemen vermeld om wat betreft de aan de epidemioloog te stellen opleidingseisen aan te sluiten bij de registratie tot epidemioloog. Nu sinds enige tijd deze registratie van kracht is, wordt dit voornemen uitgevoerd. De Vereniging voor Epidemiologie heeft inmiddels het initiatief genomen om te komen tot een registratie van Nederlandse epidemiologen.

Ten behoeve van de registratie heeft de Vereniging voor Epidemiologie een «Reglement opleiding epidemiologie» opgesteld. Hierin is aangegeven waar de registratie is ondergebracht, wat de registratieprocedure is en wat de registratievoorwaarden zijn, waaronder de eindtermen voor epidemioloog A en B. In deze eindtermen zijn de opleidingseisen aangegeven die de basis vormen voor de registratie.

Door registratie als uitgangspunt te nemen bij de kwaliteitseis voor de epidemioloog bij een GGD, is impliciet een opleidingseis gesteld. De eis dat de epidemioloog een door Onze Minister erkende post-doctorale scholing heeft gevolgd, wordt daardoor overbodig.

Medisch milieukundigen zijn artsen die zich bezig houden met advisering, voorlichting, signalering en onderzoek met betrekking tot de invloed van verontreiniging van het algemene milieu op de gezondheid van de mens.

Thans vervullen de medisch milieukundigen een tweedelijnsfunctie ten behoeve van een of meerdere GGD'en. Met 11 medisch milieukundigen die elk werkzaam zijn voor een regio, wordt een netwerk gevormd dat heel Nederland dekt, zodat elke gemeente de beschikking heeft over een medisch milieukundige. Ook in de toekomst kan op deze wijze voorzien worden in de specifieke deskundigheid van de medisch milieukundigen. Uitgegaan kan worden van het huidige aantal van 11 medisch milieukundigen, dat voldoende wordt geacht voor adequate invulling van de functie.

Het blijft ook in de toekomst mogelijk dat een medisch milieukundige werkzaam is voor meerdere GGD'en. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenten om in samenwerking te komen tot bovenregionale afspraken over de aanstelling van een medisch milieukundige.

Over de overheveling van de gelden voor de medisch milieukunde naar het Gemeentefonds heeft overleg plaatsgevonden met de Vereniging van de Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG is van mening dat de toegevoegde waarde van de individuele medisch milieukundige aan de taken van de GGD substantieel is. Zij heeft toegezegd het ontstaan van één of meer collectieve arrangementen te zullen stimuleren. Ook zal de VNG bevorderen dat een opleidingsfonds tot stand komt voor het opleiden van toekomstige medisch milieukundigen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel I, onderdeel B

Binnen de algemene taak van de gemeente met betrekking tot de infectieziektenbestrijding wordt in dit artikel de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de collectieve preventie bij een epidemie van infectieziekten expliciet aangegeven. Dit komt voort uit de wens om meer duidelijkheid te scheppen over de verantwoordelijkheden van de betrokken actoren bij het crisismanagement.

Ook het opnemen bij de werkzaamheden van «het zonodig verzorgen van de vaccinatie van specifieke groepen» heeft tot doel om deze duidelijkheid te vergroten. Voor de financiering van de kosten van vaccinatie een vaccin, indien in het kader van een epidemie via de daartoe geëigende kanalen wordt geadviseerd tot vaccinatie van specifieke groepen, zal ik op korte termijn een regeling treffen.

Artikel I, onderdeel C

In de registratie worden twee niveaus van epidemiologen onderscheiden. Ten eerste de epidemiologen die in de regel op basis van een eerste fase academische opleiding in een relevante richting, aangevuld met één of meerdere cursussen, zich zelfstandig bezig houden met het uitvoeren en interpreteren van onderzoek (epidemioloog A). Ten tweede de epidemiologen met een aantal jaren opleiding in een onderzoeksinstituut of universiteit, die (op een epidemiologsch proefschrift) zijn gepromoveerd of een gelijkwaardige wetenschappelijke opleiding hebben (epidemioloog B).

Voor de vervulling van de in de wet omschreven epidemiologische taak van de gemeente worden de eisen die gesteld worden voor registratie als epidemioloog A, toereikend geacht. Omdat niet elke epidemioloog B tevens epidemioloog A behoeft te zijn is in dit artikel ook de registratie als epidemioloog B opgenomen.

De epidemiologen die werkzaam zijn bij een GGD en die onvoldoende waren opgeleid, hebben op kosten van het voormalige Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur een inhaalprogramma kunnen volgen bij de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Dit inhaalprogramma is inmiddels beëindigd en 66 epidemiologen zullen naar verwachting het programma met succes afronden. Daarmee voldoen nagenoeg alle epidemiologen bij GGD'en aan de gestelde eisen.

De medisch milieukundige is bedoeld om te voorzien in een tweedelijnsfunctie op het gebied van de medisch milieukunde. Nu overheveling van de gelden voor deze functie naar het Gemeentefonds is voorgenomen per 1 januari 1996, is het gezien het belang van de functie wenselijk om deze wettelijk te regelen. Hiertoe worden eisen vastgelegd volgens de systematiek van de WCPV. Er is aangesloten bij de deskundigheid van de geneeskundige waarover een gemeente volgens artikel 6 van de wet dient te beschikken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1992, 569.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 13 februari 1996, nr. 31.

Naar boven