Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 1996, 346 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 1996, 346 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 24 januari 1996, nr. fip 96/2 M, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mevr. A. G. M. van de Vondervoort;
Gelet op artikel 38 van de Financiële-Verhoudingswet 1984;
De Raad van State gehoord (advies van 19 februari 1996, No. W04.96.0044);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 24 mei 1996, nr. fip 96/419M, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mevr. A. G. M. van de Vondervoort;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Aan elk van de gemeenten, vermeld in de bijlage bij dit besluit, wordt, in verband met de geleidelijke toevoeging aan de algemene uitkering van middelen gemoeid met de Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994–1995, voor het uitkeringsjaar 1996 een uitkering uit het Gemeentefonds gedaan.
1. De uitkering, bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het bedrag bedoeld in het tweede lid, met dien verstande dat dit bedrag wordt vermenigvuldigd met de factor 194.600.000/232.990.360.
2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld aan de hand van de opgave van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de, naar de stand op 1 juli 1995, toegekende voorschotten voor de uitkering voor 1995 bedoeld in artikel 2 van de Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994–1995.
3. Een voorschot, als bedoeld in het tweede lid, dat is toegekend aan een samenwerkingsverband van gemeenten wordt, voor de toepassing van het eerste lid, evenredig aan het voor 1 juli 1995 laatst vastgestelde aantal opvangplaatsen, toegerekend aan de gemeenten binnen het samenwerkingsverband.
4. Het derde lid is niet van toepassing indien het voorschot, bedoeld in het tweede lid, is toegekend aan een gemeente die in het kader van de maatregel bedoeld in artikel 1, als een centrumgemeente is aangemerkt.
Voor elke gemeente waarvoor naar de toestand per 1 januari 1996 de gemeentelijke indeling is gewijzigd ten opzichte van de gemeentelijke indeling op 1 januari 1995 en die na die wijziging is blijven voortbestaan dan wel is ingesteld, wordt de in artikel 1 bedoelde uitkering evenredig vermeerderd of verminderd met het aantal inwoners waarmee het aantal inwoners van de gemeente als gevolg van die wijziging van de gemeentelijke indeling is toegenomen of afgenomen.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
A. G. M. van de Vondervoort
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de tweede juli 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Dit besluit vormt de basis om de middelen die met ingang van 1996 naar het Gemeentefonds worden overgeheveld in verband met de decentralisatie van de kinderopvang te verdelen via andere dan de algemene verdeelmaatstaven van het Gemeentefonds. Deze verdeling wordt gerealiseerd door gebruik te maken van artikel 38, het integratie-artikel, van de Financiële-Verhoudingswet 1984 (FVW 1984). Op basis van dit artikel kunnen bedragen van bestaande specifieke en andere uitkeringen in het Gemeentefonds worden opgenomen die tijdelijk niet via de algemene uitkering van het Gemeentefonds worden verdeeld. Deze bedragen worden dan aan de gemeenten uitgekeerd als integratie-uitkering.
2. Achtergronden van het besluit
Het Rijk stimuleert sinds 1990 uitbreiding van de kinderopvang via de Stimuleringsmaatregel kinderopvang. De middelen zijn via een specifieke uitkering over de gemeenten verdeeld. Zoals in de Welzijnswet is vastgelegd, is per 1 januari 1996, na afloop van de stimuleringsperiode, de beleidsverantwoordelijkheid voor de kinderopvang aan de gemeenten overgedragen. De overdracht is onderdeel van het pakket maatregelen in het kader van de Decentralisatie-impuls (DI). De middelen van de Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994–1995, minus een korting van ca. 17% (circa f 38 miljoen), zijn met ingang van 1996 naar het Gemeentefonds overgeheveld. Het betreft, afgezien van de bedragen voor de steunfuncties kinderopvang voor de vier grootste steden, een overheveling van f 194,6 miljoen. De korting wordt met name veroorzaakt door de 10%-korting die is verbonden aan de DI. De Tweede Kamer heeft aangegeven zich te kunnen verenigen met de 17%-korting (zie Stb. 1996, 65). Tegenover de korting staat overigens een fiscale (loonkosten) faciliteit voor de kinderopvang, waarmee structureel een bedrag van f 45 miljoen is gemoeid.
Op 28 juni 1995 heeft een algemeen overleg plaatsgevonden tussen de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van de Tweede Kamer en de staatssecretaris van VWS (zie kamerstukken II 1994/95, 21 180, nr. 31). De commissie heeft te kennen gegeven te hechten aan een verdeling van de middelen kinderopvang via het Gemeentefonds zonder al te grote herverdeeleffecten. Een belangrijke rol speelt daarbij dat de gemeenten en instellingen in 1996 al de korting van 17% moeten opvangen. Mede naar aanleiding van dit overleg is besloten om de middelen voor 1996 te verdelen op historische grondslag via een integratie-uitkering. In 1996 blijft de verdeling van het met circa 17% gekorte bedrag dezelfde als in 1995. Er treden daarom in 1996 geen herverdeeleffecten op.
Er is nog een reden om de middelen in 1996 te verdelen via een integratie-uitkering. Het kabinet is namelijk voornemens voor de structurele verdeling via de algemene uitkering gebruik te maken van maatstaven die behoren bij de beoogde nieuwe Financiële-verhoudings- wet. Het voorstel voor die wet en het voorstel voor de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet zijn op 18 december 1995 ingediend bij de Tweede Kamer (zie kamerstukken II 1995/96, nr. 24 552 en 24 553). De maatstaven hebben op dit moment nog geen formele status. Het zou weinig zin hebben in 1996 maatstaven te gebruiken van de FVW 1984, terwijl in de naaste toekomst gebruik zal worden gemaakt van de maatstaven die behoren bij de nieuwe Financiële-verhoudingswet. Een en ander zou in 1997, het beoogde jaar van invoering van het nieuwe verdeelstelsel, dan weer tot een andere wijze van verdeling over de gemeenten leiden. Ook daarom is gekozen voor een verdeling op historische grondslag in afwachting van de nieuwe verdeelmaatstaven.
3. Eisen die behoren bij het gebruik van artikel 38 FVW 1984
In artikel 38 van de FVW 1984 is bepaald dat in een integratie-besluit als het onderhavige ook moet worden aangegeven de tijdsduur gedurende welke en de wijze waarop de bedragen die aan de orde zijn in die periode geleidelijk worden opgenomen in de algemene uitkering van het Gemeentefonds.
Zoals opgemerkt is het kabinet voornemens voor de jaren na 1996 het kinderopvangbudget niet meer op historische grondslag, maar via verdeelmaatstaven die behoren bij de nieuwe Financiële-verhoudingswet te verdelen. De voorkeur gaat daarbij overigens wel uit naar een verdeling die globaal aansluit bij de verdeling van de middelen voor de Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994–1995, omdat wij ervan uitgaan dat die verdeling redelijk overeenkomt met de verschillen tussen gemeenten in de kosten en behoeften aan kinderopvang.
Het is de bedoeling de middelen per 1997 ineens te integreren in de algemene uitkering. De gedachten gaan daarbij uit naar een verdeling van middelen over de gemeenten via een evenredige verhoging van de gewichten van de maatstaven van het cluster zorg die in het kader van de nieuwe Financiële-verhoudingswet worden onderscheiden; daarbij zal wel een aanpassing worden aangebracht die bewerkstelligt dat beter rekening wordt gehouden met de relatieve verschillen in behoeften en kosten bij de «randgemeenten» en de grootste vier gemeenten. Omdat deze maatstaven op dit moment nog geen formele status hebben, is het in deze situatie niet mogelijk de maatstaven in het besluit zelf te noemen.
4. Nadere toelichting op de integratie-uitkering
De Minister van VWS doet een opgave van de, naar de stand op 1 juli 1995, toegekende voorschotten voor de Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994–1995. Het voorschot voor 1995 dat door de Minister van VWS is vastgesteld (naar de stand per 1 juli 1995), vormt het uitgangspunt bij de berekening van de integratie-uitkering voor de in de bijlage vermelde gemeenten.
De integratie-uitkering kinderopvang 1996 wordt aan de gemeenten uitgekeerd die staan vermeld in de bijlage bij dit besluit. De desbetreffende gemeenten hebben rechtstreeks danwel via een samenwerkingsverband van gemeenten een uitkering ontvangen op grond van de Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994–1995.
Een uitkering die op grond van deze maatregel aan een samenwerkingsverband van gemeenten is gedaan wordt toegerekend aan de gemeenten binnen dit samenwerkingsverband, op basis van het voor 1 juli 1995 laatst vastgestelde aantal opvangplaatsen. Dit is noodzakelijk omdat via het Gemeentefonds alleen uitkeringen aan gemeenten gedaan kunnen worden. Dit probleem doet zich niet voor bij de centrumgemeenten, die op grond van de Stimuleringsmaatregel een hogere uitkering ontvangen omdat op grond van de afspraken met omliggende gemeenten ook voor die gemeenten activiteiten in het kader van de kinderopvang worden verricht.
De integratie-uitkering is gebaseerd op de verdeling van de bijdrage op grond van de Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994–1995, naar de stand op 1 juli 1995 (bevoorschotting kinderopvang 1995, inclusief de aanpassingen tot 1 juli 1995). Zoals in de inleiding is vermeld is het voor 1996 beschikbare bedrag lager dan in 1995. Als gevolg hiervan wordt de integratie-uitkering 1996 vastgesteld op de bovenbedoelde bedragen, met dien verstande dat dit bedrag wordt vermenigvuldigd met de factor 194.600.000/232.990.360 (hetgeen overeenkomt met circa 83%).
De gemeenten zijn hierover geïnformeerd en zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de gebruikte basisgegevens.
Voor gemeenten die betrokken zijn bij een gemeentelijke herindeling die op 1 januari 1996 is ingegaan, moet een herrekening plaatsvinden van bovenbedoeld voorschot. Deze herrekening vindt, voor de toepassing van dit besluit, om praktische redenen plaats naar evenredigheid van het aantal inwoners dat bij de herindeling per 1 januari 1996 betrokken is.
Indien een gemeente is ingesteld is de integratie-uitkering de som van de produkten van het aantal inwoners van de samenstellende delen waaruit de gemeente is ontstaan en de integratie-uitkering zoals deze zonder de herindeling zou zijn gedaan, uitgedrukt in een bedrag per inwoner.
Wanneer op de datum van herindeling naar gemeente A 200 van de 12 000 inwoners van gemeente B overgaan en alle inwoners van C, dan ontvangt A «200/12 000 x de integratie-uitkering van B» + de integratie-uitkering van de voormalige gemeente C. De integratie-uitkering van B wordt gelijktijdig verminderd met het bedrag dat aan A is toegerekend.
5. Advisering door de Raad voor de gemeentefinanciën
De Raad voor de gemeentefinanciën (Rgf) heeft op 7 augustus 1995, Rgf 14.10/001.013, geadviseerd over de verdeling van de middelen Stimuleringsmaatregel kinderopvang in het Gemeentefonds (zie kamerstukken II 1995/96, 24 400 C, nr. 3, bijlage 6.5). Aangezien over het voornemen om de middelen voor de kinderopvang in 1996 via een integratie-uitkering te verdelen, advies is gevraagd aan de Rgf, is het onderhavige besluit, dat de weerslag is van dit voornemen, niet apart aan de Rgf voorgelegd.
De Rgf is het eens met het voorstel in 1996 gebruik te maken van het integratie-artikel van de FVW 1984. De Rgf adviseert voorts om het budget voor 1996 voor 2/3 deel volgens de huidige verdeling van de Stimuleringsmaatregel en voor 1/3 deel volgens de door de Rgf voorgestelde maatstaven te verdelen. In 1997 kan dan 2/3 deel van de middelen met de door de Rgf voorgestelde maatstaven worden verdeeld en is de integratie-uitkering nog nodig voor 1/3 deel van de huidige verdeling.
Een meerderheid van de Rgf wijst de door het kabinet voorgestelde structurele verdeling van de middelen kinderopvang (via een evenredige verhoging van de maatstaven van het cluster zorg) af. De Rgf concludeert dat een verdeling evenredig aan het aantal jongeren met een correctie van 20% voor lage inkomens meer tegemoet komt aan de potentiële behoefte aan kinderopvang.
Het advies van de Rgf is voor wat betreft de verdeling niet overgenomen. De reden hiervoor is dat wij van mening zijn dat de verdeling zoals die in de praktijk gegroeid is, redelijk overeenkomt met de verschillen in kosten en behoeften aan kinderopvang tussen gemeenten. Daarom gaat de voorkeur uit naar een verdeling, conform het beoogde nieuwe verdeelstelsel, die globaal aansluit bij de verdeling van de middelen voor de Stimuleringsmaatregel kinderopvang 1994–1995.
De gemeenten zijn tijdig op de hoogte gesteld van de integratie-uitkering die zij voor 1996 kunnen verwachten. Dit is gebeurd in de septembercirculaire Gemeentefonds van 1995. De Vereniging van Nederlandse gemeenten heeft de gemeenten, naar aanleiding van ontvangen informatie van rijkszijde, eind juli 1995 al geïnformeerd over de verdeling voor 1996.
7. Inwerkingtredingsbepaling en werkingsduur regeling
Op grond van artikel 1 van het besluit heeft dit besluit uitsluitend betrekking op het uitkeringsjaar 1996.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
A. G. M. van de Vondervoort
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend
Lijst van gemeenten1, als bedoeld in artikel 1 van het Besluit integratie-uitkering kinderopvang Gemeentefonds
| Gemeente | ||
|---|---|---|
| AALBURG | ||
| AALSMEER | ||
| AALTEN | ||
| ABCOUDE | ||
| ACHTKARSPELEN | ||
| AKERSLOOT | ||
| ALBLASSERDAM | ||
| ALBRANDSWAARD | ||
| ALKEMADE | ||
| ALKMAAR | ||
| ALMELO | ||
| ALMERE | ||
| ALPHEN AAN DEN RIJN | ||
| ALPHEN EN RIEL | ||
| AMBT DELDEN | ||
| AMBT MONTFORT | ||
| AMERSFOORT | ||
| AMMERZODEN | ||
| AMSTELVEEN | ||
| AMSTERDAM | ||
| ANDIJK | ||
| ANGERLO | ||
| ANLOO | ||
| ANNA PAULOWNA | ||
| APELDOORN | ||
| APPINGEDAM | ||
| ARCEN EN VELDEN | ||
| ARNHEM | ||
| ASSEN | ||
| ASTEN | ||
| AVEREEST | ||
| AXEL | ||
| BAARLE-NASSAU | ||
| BAARN | ||
| BAKEL EN MILHEEZE | ||
| BARENDRECHT | ||
| BARNEVELD | ||
| BATHMEN | ||
| BEDUM | ||
| BEEK | ||
| BEEMSTER | ||
| BEESEL | ||
| BEILEN | ||
| BELLINGWEDDE | ||
| BEMMEL | ||
| BENNEBROEK | ||
| BERGAMBACHT | ||
| BERGEN L | ||
| BERGEN NH | ||
| BERGEN OP ZOOM | ||
| BERGEYK | ||
| BERGH | ||
| BERGSCHENHOEK | ||
| BERKEL EN RODENRIJS | ||
| BERKEL-ENSCHOT | ||
| BERLICUM | ||
| BERNHEZE | ||
| BERNISSE | ||
| BEST | ||
| BEUNINGEN | ||
| BEVERWIJK | ||
| BINNENMAAS | ||
| BLADEL EN NETERSEL | ||
| BLEISWIJK | ||
| BLOEMENDAAL | ||
| BOARNSTERHIM | ||
| BODEGRAVEN | ||
| BOEKEL | ||
| BOLSWARD | ||
| BORCULO | ||
| BORGER | ||
| BORN | ||
| BORNE | ||
| BORSELE | ||
| BOSKOOP | ||
| BOXMEER | ||
| BOXTEL | ||
| BRAKEL | ||
| BREDA | ||
| BREDERWIEDE | ||
| BREUKELEN | ||
| BRIELLE | ||
| BROEKHUIZEN | ||
| BRUMMEN | ||
| BRUNSSUM | ||
| BUDEL | ||
| BUNNIK | ||
| BUREN | ||
| BUSSUM | ||
| CAPELLE AAN DEN IJSSEL | ||
| CASTRICUM | ||
| CHAAM | ||
| COEVORDEN | ||
| COTHEN | ||
| CROMSTRIJEN | ||
| CUIJK | ||
| CULEMBORG | ||
| DALEN | ||
| DALFSEN | ||
| DANTUMADEEL | ||
| DE BILT | ||
| DE LIER | ||
| DE MARNE | ||
| DE RONDE VENEN | ||
| DE WIJK | ||
| DELFT | ||
| DELFZIJL | ||
| DEN DUNGEN | ||
| DEN HELDER | ||
| DENEKAMP | ||
| DEURNE | ||
| DEVENTER | ||
| DIDAM | ||
| DIEMEN | ||
| DIEPENHEIM | ||
| DIEPENVEEN | ||
| DIESSEN | ||
| DIEVER | ||
| DINTELOORD EN PRINSENLAND | ||
| DINXPERLO | ||
| DIRKSLAND | ||
| DODEWAARD | ||
| DOESBURG | ||
| DOETINCHEM | ||
| DONGEN | ||
| DONGERADEEL | ||
| DOORN | ||
| DORDRECHT | ||
| DRECHTERLAND | ||
| DRIEBERGEN-RIJSENBURG | ||
| DRONTEN | ||
| DRUNEN | ||
| DRUTEN | ||
| DUIVEN | ||
| DUSSEN | ||
| DWINGELOO | ||
| ECHT | ||
| EDAM-VOLENDAM | ||
| EDE | ||
| EELDE | ||
| EEMSMOND | ||
| EERSEL | ||
| EGMOND | ||
| EIBERGEN | ||
| EIJSDEN | ||
| EINDHOVEN | ||
| ELBURG | ||
| ELST | ||
| EMMEN | ||
| ENKHUIZEN | ||
| ENSCHEDE | ||
| EPE | ||
| ERMELO | ||
| ETTEN-LEUR | ||
| FERWERDERADEEL | ||
| FRANEKERADEEL | ||
| GAASTERLAN-SLEAT | ||
| GASSELTE | ||
| GEERTRUIDENBERG | ||
| GELDERMALSEN | ||
| GELDROP | ||
| GELEEN | ||
| GEMERT | ||
| GENDRINGEN | ||
| GENDT | ||
| GENNEP | ||
| GIESSENLANDEN | ||
| GIETEN | ||
| GILZE EN RIJEN | ||
| GOEDEREEDE | ||
| GOES | ||
| GOIRLE | ||
| GOOR | ||
| GORINCHEM | ||
| GORSSEL | ||
| GOUDA | ||
| GRAAFSTROOM | ||
| GRAFT-DE RIJP | ||
| GRAVE | ||
| GROENLO | ||
| GROESBEEK | ||
| GRONINGEN | ||
| GROOTEGAST | ||
| GRUBBENVORST | ||
| HAAKSBERGEN | ||
| HAAREN | ||
| HAARLEM | ||
| HAARLEMMERLIEDE C.A. | ||
| HAARLEMMERMEER | ||
| HAELEN | ||
| HALSTEREN | ||
| HARDENBERG | ||
| HARDERWIJK | ||
| HARDINXVELD-GIESSENDAM | ||
| HAREN | ||
| HARENKARSPEL | ||
| HARLINGEN | ||
| HARMELEN | ||
| HASSELT | ||
| HATTEM | ||
| HAVELTE | ||
| HEDEL | ||
| HEEL | ||
| HEEMSKERK | ||
| HEEMSTEDE | ||
| HEERENVEEN | ||
| HEEREWAARDEN | ||
| HEERHUGOWAARD | ||
| HEERJANSDAM | ||
| HEERLEN | ||
| HEEZE | ||
| HEILOO | ||
| HEINO | ||
| HELDEN | ||
| HELLENDOORN | ||
| HELLEVOETSLUIS | ||
| HELMOND | ||
| HELVOIRT | ||
| HENDRIK-IDO-AMBACHT | ||
| HENGELO GLD | ||
| HENGELO O | ||
| HET BILDT | ||
| HETEREN | ||
| HEUMEN | ||
| HEUSDEN | ||
| HEYTHUYSEN | ||
| HILLEGOM | ||
| HILVARENBEEK | ||
| HILVERSUM | ||
| HOEVELAKEN | ||
| HOLTEN | ||
| HONTENISSE | ||
| HOOGE EN LAGE MIERDE | ||
| HOOGELOON C.A. | ||
| HOOGEVEEN | ||
| HOOGEZAND-SAPPEMEER | ||
| HOORN | ||
| HORST | ||
| HOUTEN | ||
| HUIJBERGEN | ||
| HUISSEN | ||
| HUIZEN | ||
| HULST | ||
| HUMMELO EN KEPPEL | ||
| HUNSEL | ||
| IJSSELHAM | ||
| IJSSELSTEIN | ||
| JACOBSWOUDE | ||
| KAMPEN | ||
| KAPELLE | ||
| KATWIJK | ||
| KERKRADE | ||
| KERKWIJK | ||
| KESSEL | ||
| KESTEREN | ||
| KOLLUMERLAND C.A. | ||
| KORENDIJK | ||
| KRIMPEN AAN DEN IJSSEL | ||
| LANDERD | ||
| LANDGRAAF | ||
| LANDSMEER | ||
| LANGBROEK | ||
| LANGEDIJK | ||
| LAREN | ||
| LEEK | ||
| LEENDE | ||
| LEERDAM | ||
| LEERSUM | ||
| LEEUWARDEN | ||
| LEEUWARDERADEEL | ||
| LEIDEN | ||
| LEIDERDORP | ||
| LEIDSCHENDAM | ||
| LELYSTAD | ||
| LEMSTERLAND | ||
| LEUSDEN | ||
| LICHTENVOORDE | ||
| LIEMEER | ||
| LIEMPDE | ||
| LIENDEN | ||
| LIMMEN | ||
| LISSE | ||
| LITH | ||
| LITTENSERADIEL | ||
| LOCHEM | ||
| LOENEN | ||
| LOON OP ZAND | ||
| LOOSDRECHT | ||
| LOPPERSUM | ||
| LOSSER | ||
| MAARHEEZE | ||
| MAARN | ||
| MAARSSEN | ||
| MAARTENSDIJK | ||
| MAASBRACHT | ||
| MAASDONK | ||
| MAASDRIEL | ||
| MAASSLUIS | ||
| MAASTRICHT | ||
| MADE EN DRIMMELEN | ||
| MARKELO | ||
| MARUM | ||
| MAURIK | ||
| MEDEMBLIK | ||
| MEERLO-WANSSUM | ||
| MENALDUMADEEL | ||
| MENTERWOLDE | ||
| MEPPEL | ||
| MIDDELBURG | ||
| MIDDELHARNIS | ||
| MIERLO | ||
| MILL EN SINT HUBERT | ||
| MILLINGEN AAN DE RIJN | ||
| MOERGESTEL | ||
| MONSTER | ||
| MONTFOORT U | ||
| MOOK EN MIDDELAAR | ||
| MOORDRECHT | ||
| MUIDEN | ||
| NAALDWIJK | ||
| NAARDEN | ||
| NEDERLEK | ||
| NEDERWEERT | ||
| NEEDE | ||
| NEERIJNEN | ||
| NIEDORP | ||
| NIEUWEGEIN | ||
| NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL | ||
| NIEUW-GINNEKEN | ||
| NIEUWKOOP | ||
| NIEUW-LEKKERLAND | ||
| NIEUWLEUSEN | ||
| NIEUW-VOSSEMEER | ||
| NIJEFURD | ||
| NIJKERK | ||
| NIJMEGEN | ||
| NOORD-BEVELAND | ||
| NOORDER-KOGGENLAND | ||
| NOORDOOSTPOLDER | ||
| NOORDWIJK | ||
| NOORDWIJKERHOUT | ||
| NOOTDORP | ||
| NORG | ||
| NUENEN C.A. | ||
| NUNSPEET | ||
| NUTH | ||
| OBDAM | ||
| ODOORN | ||
| OEGSTGEEST | ||
| OIRSCHOT | ||
| OISTERWIJK | ||
| OLDEBROEK | ||
| OLDENZAAL | ||
| OLST | ||
| OMMEN | ||
| ONDERBANKEN | ||
| OOSTBURG | ||
| OOSTERHESSELEN | ||
| OOSTERHOUT | ||
| OOSTFLAKKEE | ||
| OOSTSTELLINGWERF | ||
| OOSTZAAN | ||
| OOST-, WEST- EN MIDDELBEERS | ||
| OOTMARSUM | ||
| OPMEER | ||
| OPSTERLAND | ||
| OSS | ||
| OSSENDRECHT | ||
| OUD EN NIEUW GASTEL | ||
| OUD-BEIJERLAND | ||
| OUDENBOSCH | ||
| OUDER-AMSTEL | ||
| OUDEWATER | ||
| PAPENDRECHT | ||
| PEIZE | ||
| PEKELA | ||
| PIJNACKER | ||
| PURMEREND | ||
| PUTTE | ||
| PUTTEN | ||
| RAALTE | ||
| RAAMSDONK | ||
| RAVENSTEIN | ||
| REEUWIJK | ||
| REIDERLAND | ||
| REIMERSWAAL | ||
| RENKUM | ||
| RENSWOUDE | ||
| REUSEL | ||
| RHEDEN | ||
| RHENEN | ||
| RIDDERKERK | ||
| RIJNSBURG | ||
| RIJNWAARDEN | ||
| RIJNWOUDE | ||
| RIJSWIJK | ||
| RODEN | ||
| ROERDALEN | ||
| ROERMOND | ||
| ROGGEL EN NEER | ||
| ROLDE | ||
| ROOSENDAAL EN NISPEN | ||
| ROSMALEN | ||
| ROSSUM | ||
| ROTTERDAM | ||
| RUCPHEN | ||
| RUINEN | ||
| RUINERWOLD | ||
| RUURLO | ||
| SAS VAN GENT | ||
| SASSENHEIM | ||
| SCHAGEN | ||
| SCHEEMDA | ||
| SCHERMER | ||
| SCHERPENZEEL | ||
| SCHIEDAM | ||
| SCHIJNDEL | ||
| SCHINNEN | ||
| SCHIPLUIDEN | ||
| SCHOONHOVEN | ||
| SCHOORL | ||
| SEVENUM | ||
| 'S-GRAVELAND | ||
| 'S-GRAVENDEEL | ||
| 'S-GRAVENHAGE | ||
| 'S-GRAVENMOER | ||
| 'S-GRAVENZANDE | ||
| 'S-HERTOGENBOSCH | ||
| SIMPELVELD | ||
| SINT ANTHONIS | ||
| SINT MICHIELSGESTEL | ||
| SINT-OEDENRODE | ||
| SITTARD | ||
| SKARSTERLAN | ||
| SLEEN | ||
| SLIEDRECHT | ||
| SLOCHTEREN | ||
| SLUIS-AARDENBURG | ||
| SMALLINGERLAND | ||
| SNEEK | ||
| SOEST | ||
| SOMEREN | ||
| SON EN BREUGEL | ||
| SPIJKENISSE | ||
| SPRANG-CAPELLE | ||
| STAD DELDEN | ||
| STADSKANAAL | ||
| STEDE BROEC | ||
| STEENBERGEN | ||
| STEENDEREN | ||
| STEENWIJK | ||
| STEIN | ||
| STRAMPROY | ||
| STRIJEN | ||
| SUSTEREN | ||
| SWALMEN | ||
| TEGELEN | ||
| TEN BOER | ||
| TER AAR | ||
| TERHEIJDEN | ||
| TERNEUZEN | ||
| TERSCHELLING | ||
| TETERINGEN | ||
| TEXEL | ||
| THOLEN | ||
| TIEL | ||
| TILBURG | ||
| TUBBERGEN | ||
| TYTSJERKSTERADIEL | ||
| UBBERGEN | ||
| UDEN | ||
| UDENHOUT | ||
| UITGEEST | ||
| UITHOORN | ||
| URK | ||
| UTRECHT | ||
| VALBURG | ||
| VALKENBURG | ||
| VALKENBURG AAN DE GEUL | ||
| VALKENISSE | ||
| VALKENSWAARD | ||
| VEENDAM | ||
| VEENENDAAL | ||
| VEGHEL | ||
| VELDHOVEN | ||
| VELSEN | ||
| VENHUIZEN | ||
| VENLO | ||
| VENRAY | ||
| VESSEM C.A. | ||
| VIANEN | ||
| VIERLINGSBEEK | ||
| VLAARDINGEN | ||
| VLAGTWEDDE | ||
| VLEDDER | ||
| VLEUTEN-DE MEERN | ||
| VLIELAND | ||
| VLIJMEN | ||
| VLISSINGEN | ||
| VOERENDAAL | ||
| VOORBURG | ||
| VOORHOUT | ||
| VOORSCHOTEN | ||
| VOORST | ||
| VORDEN | ||
| VRIES | ||
| VRIEZENVEEN | ||
| VUGHT | ||
| WAALRE | ||
| WAALWIJK | ||
| WADDINXVEEN | ||
| WAGENINGEN | ||
| WARMOND | ||
| WARNSVELD | ||
| WASPIK | ||
| WASSENAAR | ||
| WATERINGEN | ||
| WATERLAND | ||
| WEERSELO | ||
| WEERT | ||
| WEESP | ||
| WEHL | ||
| WERKENDAM | ||
| WERVERSHOOF | ||
| WEST MAAS EN WAAL | ||
| WESTERBORK | ||
| WESTER-KOGGENLAND | ||
| WESTERVOORT | ||
| WESTSTELLINGWERF | ||
| WIERDEN | ||
| WIERINGEN | ||
| WIERINGERMEER | ||
| WIJCHEN | ||
| WIJHE | ||
| WIJK BIJ DUURSTEDE | ||
| WINSCHOTEN | ||
| WINSUM | ||
| WINTERSWIJK | ||
| WISCH | ||
| WOENSDRECHT | ||
| WOERDEN | ||
| WOGNUM | ||
| WORMERLAND | ||
| WOUDENBERG | ||
| WOUDRICHEM | ||
| WOUW | ||
| WUNSERADIEL | ||
| WYMBRITSERADIEL | ||
| ZAANSTAD | ||
| ZALTBOMMEL | ||
| ZANDVOORT | ||
| ZEEVANG | ||
| ZEEWOLDE | ||
| ZEIST | ||
| ZELHEM | ||
| ZEVENAAR | ||
| ZEVENBERGEN | ||
| ZEVENHUIZEN-MOERKAPELLE | ||
| ZIERIKZEE | ||
| ZIJPE | ||
| ZOETERMEER | ||
| ZOETERWOUDE | ||
| ZUIDHORN | ||
| ZUIDLAREN | ||
| ZUIDWOLDE | ||
| ZUTPHEN | ||
| ZWARTSLUIS | ||
| ZWEELOO | ||
| ZWIJNDRECHT | ||
| ZWOLLE |
1
Deze lijst betreft de gemeenten volgens de gemeentelijke indeling per 1 januari 1995.
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1996-346.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.