Besluit van 20 juni 1996, houdende wijziging van het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen met betrekking tot verlenging tot 1 juli 1996 van de aanmeldingstermijn bij AOC's

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 7 mei 1996, No. J. 964648, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 13 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

De Raad van State gehoord (advies van 31 mei 1996, no. WII.96.0198);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 14 juni 1996, no. J966000, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 8, vierde lid, van het >Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen1 wordt de datum «1 november 1994» vervangen door: 1 juli 1996.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 20 juni 1996

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de achtentwintigste juni 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen (hierna het Besluit) geeft mede uitvoering aan de in het Meerjarenplan Gewasbescherming (Kamerstukken II 1990/91, 21 677, nr. 4) aangekondigde maatregelen op het gebied van vermindering van de afhankelijkheid, de omvang van het gebruik en de emissie van bestrijdingsmiddelen. Ter verwezenlijking daarvan zijn in het Besluit eisen gesteld aan de vakkennis en de vakbekwaamheid van bedrijfsmatige bezitters, toepassers en verkopers van bestrijdingsmiddelen.

Op basis van het Besluit is het met ingang van 1 juli 1996 verboden een bestrijdingsmiddel voorhanden of in voorraad te hebben, te gebruiken of te verkopen zonder in het bezit te zijn van een bijbehorende vergunning. In het Besluit is geregeld welke diploma's aanspraak geven op een vergunning. Indien men niet over een van de opgesomde diploma's beschikt, kan men alsnog een relevant diploma behalen bij een Agrarisch Opleidingscentrum (AOC).

Bij de invoering van het Besluit bestond de verwachting dat circa 100 000 personen een van toepassing zijnde vergunning nodig zouden hebben. De verwachting was toen voorts dat ruim 30 000 personen hiervoor nog een relevant diploma zouden moeten behalen. Bij de vraag of er voldoende scholingscapaciteit voorhanden zou zijn om deze mensen tijdig op te leiden, werd bij de totstandkoming van het besluit uitvoerig stilgestaan. Om capaciteitsproblemen bij de AOC's te voorkomen en om in te spelen op een actievere houding van potentiële deelnemers van cursussen werd artikel 8, vierde lid, in het Besluit opgenomen. Op basis hiervan is het mogelijk om zonder dat aan de eisen van afgifte behoeft te worden voldaan, vergunningen met verkorte geldigheidsduur af te geven aan personen die zich vóór 1 november 1994 hebben ingeschreven bij een AOC. Voorwaarde voor de afgifte van een vergunning met verkorte geldigheidsduur is dat betrokkene beschikt over een verklaring van een AOC waaruit de tijdige inschrijving blijkt en waaruit voorts blijkt dat betrokkene niet vóór 1 juli 1996 kan worden opgeleid.

Tot en met 31 december 1995 hebben ruim 19 000 personen bij de AOC's een relevante cursus op het gebied van gewasbescherming met goed gevolg afgerond. Hierdoor kunnen deze personen aanspraak maken op een vergunning. Per 31 december 1995 stonden er nog ruim 7000 personen ingeschreven bij AOC's om een relevante opleiding te volgen. Naar verwachting biedt de opleidingscapaciteit van de AOC's ruimte om nog slechts 5000 personen van deze groep op te leiden vóór 1 juli 1996. Dit betekent dat minimaal 2000 mensen niet meer vóór 1 juli 1996 kunnen worden opgeleid. Deze groep van 2000 personen heeft zich na 1 november 1994 aangemeld voor een relevante cursus bij een AOC. Opgemerkt zij dat deze groep nog kan uitbreiden, naarmate er zich na 31 december 1995 nog personen voor een relevante opleiding bij een AOC aanmelden.

Voor deze laatste groep bestaat het probleem dat zij zich niet meer vóór 1 juli 1996 kunnen scholen en dat zij met ingang van deze datum ook geen gewasbeschermingsmiddelen meer voorhanden mogen hebben, dan wel gebruiken of distribueren.

Door middel van de onderhavige wijziging van het Besluit wordt de mogelijkheid verruimd om een vergunning met verkorte geldigheidsduur te verkrijgen. Op basis van deze wijziging wordt het mogelijk om een vergunning met verkorte geldigheidsduur te verstrekken aan diegenen, die zich vóór 1 juli 1996 bij een AOC voor een relevante cursus hebben aangemeld en die niet vóór 1 juli 1996 kunnen worden opgeleid.

Voor deze verruiming van de termijn tot 1 juli 1996 is gekozen omdat de onderhavige wijziging naar verwachting niet veel eerder dan 1 juli 1996 zijn beslag zal kunnen krijgen. Daarnaast zou bij verruiming tot een datum vóór 1 juli 1996 een vergelijkbare problematiek als thans kunnen ontstaan.

Gelet op de wenselijkheid deze wijziging vóór 1 juli 1996 in werking te laten treden, heeft de tijd ontbroken de wijziging ter advisering aan de Bestrijdingsmiddelencommissie voor te leggen. In plaats daarvan zijn het Landbouwschap, de vereniging RODIS, de Bond van Loonbedrijven voor agrarisch- en grondverzetwerk in Nederland (Boval), de Stichting Natuur en Milieu en de Unie van Waterschappen uitgenodigd voor een bijeenkomst op het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij teneinde inzake deze wijziging te adviseren. Hierbij waren het Landbouwschap en Boval aanwezig; zij lieten hierbij beide weten dat ze met de voorgestelde wijziging konden instemmen. RODIS en de Stichting Natuur en Milieu hebben schriftelijk gereageerd op de uitnodiging. RODIS heeft hierbij laten weten te kunnen instemmen met de voorgestelde wijziging.

De stichting Natuur en Milieu heeft laten weten afwijzend te staan tegenover de voorgestelde wijziging. De stichting is van mening dat betrokkenen ruim de tijd hebben gehad om aan het oorspronkelijke artikel 8, vierde lid te voldoen. Voorts is de stichting van mening dat de voorgestelde wijziging een verkeerd signaal geeft, te weten dat indien men geen rekening houdt met regelgeving, deze wel wordt aangepast.

Van de Unie van Waterschappen is geen bericht omtrent de wijziging ontvangen.

Met betrekking tot de opmerkingen van de stichting Natuur en Milieu zij het volgende opgemerkt. De tijd die betrokkenen hebben gehad om zich vóór 1 november 1994 voor een relevante opleiding aan te melden is tweeënhalve maand geweest, namelijk van 10 augustus 1994 tot 1 november 1994. Deze periode is niet als een erg ruime aan te merken, zeker indien men zich bedenkt dat het voor betrokkenen niet altijd duidelijk is geweest of hun diploma recht gaf op een van de in artikel 6 genoemde vergunningen. Met de onderhavige wijziging is gepoogd om extra draagvlak voor het Besluit te creëren en invoerings- alsmede handhavingsproblemen per 1 juli 1996 te voorkomen, door het ook voor personen, die zich na 1 november 1994 voor een relevante opleiding bij een AOC hebben aangemeld, mogelijk te maken een vergunning met verkorte geldigheidsduur te verkrijgen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen


XNoot
1

Stb. 1994, 578, gewijzigd bij besluit van 30 januari 1995, Stb. 77.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven