Besluit van 19 juni 1996, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 29 maart 1996 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994, houdende regeling van de verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (Stb. 257) en van de wet van 24 mei 1996, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en van een aantal andere wetten (Stb. 276)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 juni 1996, nr. HW/RV 220168, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XI van de wet van 29 maart 1996 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994, houdende regeling van de verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (Stb. 257) alsmede op artikel XVI van de wet van 24 mei 1996, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en van een aantal andere wetten (Stb. 276);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 juli 1996 treden in werking:

a. de wet van 29 maart 1996 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994, houdende regeling van de verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (Stb. 257);

b. artikel III van de wet van 24 mei 1996, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en van een aantal andere wetten (Stb. 276).

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 juni 1996

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat a.i.,

Margaretha de Boer

Uitgegeven de achtentwintigste juni 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven