Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 1996, 308 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 1996, 308 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 9 april, Directie Wetgeving, nr. 546854/96/6, gedaan mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op de artikelen 13, achtste lid, en 38 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
De Raad van State gehoord (advies van 13 mei 1996, nr. 96.002160); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 23 mei 1996, Directie Wetgeving, nr. 557803/96/6, uitgebracht mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het >Besluit kennisgevingen aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c wordt na het woord «aangewezen» de punt gewijzigd in een puntkomma.
2. Na onderdeel c wordt een onderdeel d ingevoegd, luidende:
d. erkend bedrijf: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie overeenkomstig artikel 62, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een erkenning is verleend om motorrijtuigen, waarvan hij de eigendom heeft verkregen, in zijn bedrijfsvoorraad op te nemen.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «De kennisgeving» ingevoegd: , bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de wet,.
2. Na het eerste lid worden, onder schrapping van het tweede lid, drie leden ingevoegd, luidende:
– 2. De kennisgeving, bedoeld in artikel 13a, tweede lid, van de wet, moet ten minste bevatten de naam van de verzekeraar, het polisnummer en de dagtekening en het jaar van ingang van de dekking, het nummer waaronder het erkende bedrijf is geregistreerd bij het orgaan en het nummer waaronder het erkende bedrijf is ingeschreven in het handelsregister, dan wel zodanige aanduidingen, dat de voormelde gegevens hieruit kunnen worden afgeleid.
– 3. De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid en die, bedoeld in het tweede lid, moeten binnen vier weken na de datum van ingang van de dekking zijn ingediend.
– 4. De kennisgeving, bedoeld in artikel 13a, derde lid, van de wet, moet ten minste bevatten het kenteken en de laatste vier cijfers van het chassisnummer van het motorrijtuig, het nummer waaronder het erkende bedrijf is ingeschreven in het handelsregister en de datum waarop de kennisgeving wordt gedaan, dan wel zodanige aanduidingen, dat de voormelde gegevens hieruit kunnen worden afgeleid.
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «De kennisgeving» ingevoegd:
, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdelen b en c en d, van de wet, en wordt «nietigverklaring» telkens gewijzigd in: vernietiging
2. Na het tweede lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
– 3. De mededeling, bedoeld in artikel 13a, vijfde lid, van de wet, moet ten minste bevatten het kenteken van het motorrijtuig, de laatste vier cijfers van het chassisnummer van het motorrijtuig, de datum waarop de kennisgeving wordt gedaan en een opgave van de bestemming van het motorrijtuig nadat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat.
Indien het motorrijtuig aan een ander wordt overgedragen in eigendom of houderschap, geldt de aanvraag overeenkomstig de artikelen 26 en 27 van het Kentekenreglement tot wijziging van de tenaamstelling van het motorrijtuig als de opgave van de bestemming van het motorrijtuig nadat het de bedrijfsvoorraad verlaat. Daarnaast kan de opgave van de bestemming van het motorrijtuig worden gedaan door mede te delen hetzij dat het motorrijtuig voorgoed buiten Nederland wordt gebracht, hetzij dat het motorrijtuig voorgoed buiten gebruik wordt gesteld. In alle gevallen geldt dat bij het doen van de mededeling kan worden volstaan met zodanige aanduidingen, dat de voormelde gegevens hieruit kunnen worden afgeleid.
– 4. De kennisgeving, bedoeld in artikel 13a, zesde lid, van de wet, inzake de beëindiging, de vernietiging, de ontbinding en de schorsing van de verzekering, moet ten minste bevatten de naam van de verzekeraar, het polisnummer en de dagtekening en het jaar van de beëindiging, vernietiging, ontbinding of schorsing van de verzekering, het nummer waaronder het erkende bedrijf is geregistreerd bij het orgaan en het nummer waaronder het erkende bedrijf is ingeschreven in het handelsregister, met dien verstande, dat kan worden volstaan met zodanige aanduidingen, dat de voormelde gegevens hieruit kunnen worden afgeleid.
In artikel 8 worden na het eerste lid, onder schrapping van het tweede lid, drie leden ingevoegd, luidende:
– 2. Met betrekking tot een verzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 13a van de wet, welke van kracht is op de dag van de inwerkingtreding van genoemd artikel, is de verzekeraar verplicht een kennisgeving als bedoeld in artikel 3, tweede lid van dit besluit, aan het orgaan te doen, met dien verstande, dat op deze kennisgeving in plaats van de dagtekening en het jaar van ingang van de dekking moet worden vermeld een door het orgaan voorgeschreven aanduiding.
– 3. Met betrekking tot een motorrijtuig dat op de dag van inwerkingtreding van artikel 13a van de wet reeds is opgenomen in een bedrijfsvoorraad, wordt de kennisgeving, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van dit besluit, geacht te zijn gedaan op de dag van inwerkingtreding van artikel 13a van de wet, zodra de verzekeraar een kennisgeving als bedoeld in het tweede lid van dit artikel heeft gedaan.
– 4. Een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid, moet binnen vier weken na de inwerkingtreding van dit besluit zijn ingediend.
Lasten en bevelen, dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.
histnootDe Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
W. Jorritsma-Lebbink
Uitgegeven de vijfentwintigste juni 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Bij koninklijke boodschap van 7 september 1995 (kamerstukken 24 335) is een wijziging voorgesteld van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) in verband met de dekking van motorrijtuigen in bedrijfsvoorraad. Kern van de regeling voor wat betreft het aanmelden is dat met betrekking tot garagepolissen van erkende bedrijven de verzekeraar de verzekering aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) meldt, en dat het bedrijf het opnemen van het motorrijtuig in de bedrijfsvoorraad meldt. Als gevolg van de voorgestelde bepalingen kunnen erkende bedrijven in de toekomst motorrijtuigen in de bedrijfsvoorraad opnemen door daarvan kennisgeving te doen aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) door middel van een on-line verbinding. De kennisgeving door de verzekeraar van de verzekering enerzijds en de voor ontvangst bevestigde kennisgeving door de garagehouder van het opnemen van het motorrijtuig in de bedrijfsvoorraad anderzijds, gelden tezamen als de kennisgeving in de zin van artikel 13, eerste lid; artikel 13a, eerste lid, van de wet bepaalt dat de verplichting om verzekeringen aan de RDW te melden ook geldt ten aanzien van garagepolissen.
Voor wat betreft het afmelden geldt in de nieuwe systematiek dat een motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat eveneens door een kennisgeving aan de RDW: de voor ontvangst bevestigde mededeling waaruit blijkt dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat geldt als de kennisgeving door de verzekeraar van het einde van de dekking met betrekking tot dat motorrijtuig.
In de memorie van toelichting bij genoemd wetsvoorstel, bladzijde 3, § 3, is reeds aangekondigd dat in het Besluit kennisgevingen aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen zal worden bepaald welke gegevens moeten worden gemeld.
De onderhavige wijziging, die is opgesteld na overleg met de RDW, strekt ertoe te bepalen welke gegevens moeten worden doorgegeven aan de RDW. Het is noodzakelijk daarbij onderscheid te maken tussen verschillende kennisgevingen:
a. de kennisgeving door de verzekeraar van het sluiten van de verzekering;
b. de kennisgeving door de garagehouder van het opnemen van een motorrijtuig in de bedrijfsvoorraad;
c. de kennisgeving waaruit blijkt dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat;
d. de kennisgeving door de verzekeraar van de beëindiging, de vernietiging, de ontbinding en de schorsing van de verzekering;
De kennisgeving door de verzekeraar van de verzekering wordt geregeld in het nieuwe tweede lid van artikel 3. De verzekeraar moet ten minste kennis geven van de naam van de verzekeraar, het polisnummer en de dagtekening en het jaar van ingang van de dekking, het nummer waaronder de garagehouder is geregistreerd bij de RDW en het nummer van de inschrijving in het handelsregister. Bepaald is dat de verzekeraar deze gegevens moet verstrekken binnen vier weken na de datum van de ingang van de dekking, overeenkomstig de termijn die geldt ten aanzien van de «gewone» verzekeringen.
Over de kennisgeving door de garagehouder met betrekking tot het motorrijtuig handelt het nieuwe vierde lid van artikel 3. De garagehouder moet ten minste kennis geven van het kenteken en de laatste vier cijfers van het chassisnummer van het motorrijtuig, het nummer van de inschrijving in het handelsregister en de datum waarop de kennisgeving wordt gedaan. Met betrekking tot die datum zij vermeld, dat het geautomatiseerde systeem van de RDW met behulp waarvan de kennisgeving door de garagehouder wordt gedaan zo is geprogrammeerd dat de datum automatisch wordt vermeld op de kennisgeving. Het is dus niet nodig dat de garagehouder zelf de datum vermeldt. Onder datum wordt verstaan een aanduiding van jaar, maand en dag. Het is niet nodig in dit Besluit te bepalen binnen welke termijn de garagehouder de kennisgeving moet doen. Artikel 28, achtste lid, onderdeel a, van het Kentekenreglement, bepaalt namelijk dat de garagehouder de kennisgeving moet doen terstond na de overdracht ten behoeve van de bedrijfsvoorraad.
De mededeling dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat wordt geregeld in het nieuwe derde lid van artikel 4. Doorgegeven moet worden ten minste het kenteken van het motorrijtuig, de laatste vier cijfers van het chassisnummer en de datum waarop de kennisgeving is gedaan, alsmede de mededeling dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat. Een motorrijtuig kan op drie wijzen de bedrijfsvoorraad verlaten (zie ook artikel 46 van het Kentekenreglement, tweede lid, onderdelen c, d en e): door overdracht aan een derde, door export en door sloop. Indien het motorrijtuig wordt overgedragen aan een derde, geldt de aanvraag overeenkomstig de artikelen 26 en 27 van het Kentekenreglement tot wijziging van de tenaamstelling van het motorrijtuig als mededeling dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat. Ingeval het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat om te worden geëxporteerd of gesloopt, geldt de exportmelding respectievelijk de sloopmelding als mededeling dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat. Met betrekking tot de mededeling van het verlaten van de bedrijfsvoorraad is het niet nodig dat degene die de mededeling doet de datum vermeldt, omdat ook hier geldt dat het geautomatiseerde systeem met behulp waarvan de mededeling wordt gedaan automatisch de datum vermeldt op de kennisgeving. Hier wordt eveneens onder datum verstaan een aanduiding van jaar, maand en dag.
Ten aanzien van de gewone verzekering wordt geen termijn genoemd waarbinnen de afmelding moet plaatsvinden. Ook ten aanzien van garagepolissen is het niet nodig te bepalen binnen welke termijn de garagehouder de mededeling moet doen. Wanneer het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat doordat het wordt overgedragen aan een derde, is de derde-eigenaar of -koper verplicht binnen een week nadat hij deel II van het kentekenbewijs en het overschrijvingsbewijs heeft ontvangen, bij de RDW om een nieuw kentekenbewijs deel II te verzoeken: artikel 26, tweede lid, Kentekenreglement. Zolang de garagehouder nog niet beschikt over een vrijwaringsbewijs, zal hij het motorrijtuig niet feitelijk overdragen aan de derde. Hij wil immers voorkomen dat hij (of zijn verzekeraar) kan worden aangesproken ter zake van schade die is veroorzaakt met het motorrijtuig, terwijl hij het motorrijtuig niet langer onder zich heeft. Het vrijwaringsbewijs wordt verkregen doordat de mededeling dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat, is gedaan. Het is juist om tot op dat moment het motorrijtuig onder de garagepolis te laten vallen.
Het nieuwe vierde lid van artikel 4 regelt de kennisgeving door de verzekeraar van de beëindiging, de vernietiging, de ontbinding en de schorsing van de verzekering. De verzekeraar moet ten minste doorgeven de naam van de verzekeraar, het polisnummer en de dagtekening en het jaar van de beëindiging, vernietiging of ontbinding van de verzekering, het nummer waaronder de garagehouder is geregistreerd bij de RDW en het nummer van de inschrijving in het handelsregister. Voor de bescherming van het slachtoffer is het niet nodig dat ten aanzien van deze kennisgeving wordt bepaald binnen welke termijn zij moet worden gedaan; met betrekking tot de kennisgeving inzake het einde van de «gewone» verzekering is zulks evenmin bepaald.
In elk van de bovenstaande gevallen is steeds bepaald dat ook kan worden volstaan met zodanige aanduidingen dat de genoemde gegevens daaruit kunnen worden afgeleid.
Met betrekking tot verzekeringsovereenkomsten die reeds op de dag van inwerkingtreding van artikel 13a van de Wam van kracht zijn, is in artikel 8 het volgende bepaald. De verzekeraar moet binnen vier weken na de inwerkingtreding van het besluit aan de RDW een kennisgeving hebben gedaan als bedoeld in artikel 13a, tweede lid, van de Wam. In plaats van de datum en het jaar van ingang van de dekking moet een door de RDW bepaalde aanduiding worden vermeld.
Met betrekking tot de motorrijtuigen die op het moment van de inwerkingtreding van artikel 13a van de Wam al in een bedrijfsvoorraad zijn opgenomen, geldt dat de kennisgeving, bedoeld in artikel 13a, derde lid Wam, – dus de kennisgeving door de garagehouder van het opnemen van het motorrijtuig in de bedrijfsvoorraad – geacht wordt te zijn gedaan indien de verzekeraar de RDW kennis heeft gegeven van de verzekering. Op grond van artikel 27, derde lid, Kentekenreglement moeten de motorrijtuigen in bedrijfsvoorraad nu reeds aan de RDW zijn gemeld, volgens de nu geldende procedure. Bij de RDW is dus reeds bekend welke motorrijtuigen zijn opgenomen in een bedrijfsvoorraad.
De RDW is reeds tijdens de voorbereiding van dit Besluit begonnen met een inventarisatie van de garagepolissen. Deze zijn geregistreerd in een register dat nu nog in voorbereiding is. Zodra de verzekeraar de kennisgeving, bedoeld in artikel 8, doet, kan de RDW de registratie van die polis als het ware overhevelen van het «garagepolissenregister in voorbereiding» naar het «definitieve» garagepolissenregister; dit gebeurt door dit deel van het geautomatiseerde bestand – dat het garagepolissenregister is – te activeren.
Bepaald is dat het Besluit in werking treedt met ingang van 1 juli 1996. Deze datum is gekozen omdat vanaf die datum de handhaving van de verzekeringsplicht en de periodieke keuringsplicht slechts kan plaatsvinden door middel van de nieuwe manier van registervergelijking.
Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1996-308.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.