Besluit van 24 mei 1996 houdende wijziging van het Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 maart 1996, nr. MJZ96014226, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 26 april 1996, nr. W08.96.0130);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 14 mei 1996, nr. MJZ 96027456, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 1 van het >Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken1 komt te luiden:

Artikel 1

In gevallen waarin motorrijtuigen op meer dan twee wielen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren, niet zijn voorzien van een bij deze motorrijtuigen behorend kenteken als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 of een geldig kentekenbewijs als bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, worden deze aangemerkt als autowrakken.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 24 mei 1996

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Margaretha de Boer

Uitgegeven de dertiende juni 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

In het Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken is een onvolkomenheid gesignaleerd die verholpen dient te worden. Verder is een aanpassing van het besluit noodzakelijk aangezien de Wegenverkeerswet is vervangen door de Wegenverkeerswet 1994.

In de eerste plaats is gebleken dat, in tegenstelling tot de bedoeling zoals neergelegd in de nota van toelichting van het Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken, de nadere omschrijving van het begrip autowrakken materieel is veranderd ten opzichte van de definitie als gegeven in artikel 1 van de op 1 januari 1994 ingetrokken Afvalstoffenwet. Onder de Afvalstoffenwet werd een autowrak als zodanig beschouwd, indien dit voldeed aan twee technische criteria en tevens óf het kentekenbewijs óf de kentekenplaat ontbrak. Door de wijze van formuleren in artikel 1 van het Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken moeten én het kentekenbewijs én de kentekenplaat ontbreken wil er sprake zijn van een autowrak. Dit heeft met name consequenties voor de handhaving. Artikel I van onderhavig besluit beoogt dit onbedoeld gevolg te herstellen in die zin dat «en» is vervangen door «of».

Voorts vindt er in artikel 1 van het besluit een verwijzing plaats naar artikel 9, eerste lid, 1e en 2e, van de Wegenverkeerswet. Deze wet is inmiddels vervangen door de Wegenverkeerswet 1994. Daarom moet thans een verwijzing plaatsvinden naar de Wegenverkeerswet 1994. De verplichting tot het beschikken over een kenteken en een kentekenbewijs voor een voertuig is thans opgenomen in artikel 36 van genoemde wet. In artikel I van het onderhavige besluit is de verwijzing naar de Wegenverkeerswet dan ook aangepast aan de Wegenverkeerswet 1994.

Tevens is op dit moment in voorbereiding een concept-besluit houdende gelijkstelling van andersoortige voertuigen en werktuigen met autowrakken. Uit diverse signalen van onder meer provincies blijkt dat in de praktijk een situatie is ontstaan die het noodzakelijk maakt om gebruik te maken van de in artikel 1.1, zevende lid, van de Wet milieubeheer geboden mogelijkheid tot gelijkstelling van andere voertuigen dan motorrijtuigen en van rijdende werktuigen met autowrakken.

In de toelichting op het Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken, zoals dat in 1993 in het Staatsblad is verschenen, is aangegeven dat er twijfel bestond over de werkbaarheid van het kentekencriterium bij het beantwoorden van de vraag of er in een bepaalde situatie sprake is van een herstelinrichting voor motorrijtuigen (bevoegd gezag: gemeente), dan wel van een autosloopbedrijf (bevoegd gezag: provincie). Het is niet eenvoudig te bepalen wie het bevoegd gezag is ten aanzien van zo'n inrichting. Zolang er immers een geldig kenteken op het motorrijtuig aanwezig is, is er geen sprake van een autowrak. Alternatieve voorstellen werden onderzocht, zoals het voorschrijven van een registratiesysteem. Met zo'n systeem zou kunnen worden aangetoond hoe lang iemand een te herstellen motorrijtuig onder zich heeft. In dit verband zou het verstrijken van een bepaalde termijn zonder dat aan het desbetreffende motorrijtuig herstelwerkzaamheden hebben plaatsgevonden, erop duiden dat het niet meer hersteld zal worden, waardoor er sprake is van een autowrak. Gebleken is dat een dergelijk systeem geen perspectief biedt aangezien het niet handhaafbaar is. Het onderzoek naar alternatieven is nog niet afgerond. Eventueel zal hierop in een afzonderlijke wijziging van het Besluit nadere omschrijving begrip autowrakken worden teruggekomen.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Margaretha de Boer


XNoot
1

Stb. 1993, 571.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven