Besluit van 10 mei 1996, houdende vaststelling van
het tijdstip, bedoeld in artikel 5.1 van het Bekostigingsbesluit WHW
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
van 7 mei 1996, nr. 95008985/6026, directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 5.1 van het Bekostigingsbesluit WHW;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
Het tijdstip, bedoeld in artikel 5.1 van het Bekostigingsbesluit WHW,
is de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt
geplaatst.
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast
met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 10 mei 1996
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J. M. M. Ritzen
Uitgegeven de zesde juni 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Jaarlijks wordt ten behoeve van het vaststellen van één
van de onderdelen van de rijksbijdrage aan universiteiten, te weten het landelijk
onderwijsdeel, het aantal studenten bepaald dat op 1 september van het tweede
kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar aan een universiteit stond
ingeschreven. In artikel 5.1 van het Bekostigingsbesluit WHW is bepaald dat
tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in afwijking van artikel
2.4, eerste lid onder a, van dat besluit voor de bepaling van het aantal aan
de universiteit ingeschreven studenten wordt uitgegaan van de gegevens die
door de desbetreffende universiteit worden verstrekt.
In de afgelopen jaren is onder andere door het Verbetertraject CRIHO het
leveren van gegevens aan het Centraal register inschrijving hoger onderwijs
(CRIHO) kwantitatief en kwalitatief sterk verbeterd. Gebleken is dat de universiteiten
het CRIHO overeenkomstig de doelstellingen daarvan met gegevens vullen, zodat
er sprake is van een betrouwbaar bestand. Ook de accountantsdienst van mijn
ministerie heeft geconstateerd dat het CRIHO zodanig wordt gevuld dat sprake
is van een betrouwbaar bestand.
Dit betekent dat er geen behoefte meer is aan het overgangsartikel 5.1
van het Bekostigingsbesluit WHW en thans het tijdstip, bedoeld in dat artikel,
kan worden vastgesteld. In het onderhavige besluit is dit tijdstip bepaald
op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt
geplaatst.
De bepaling van het aantal aan de universiteit ingeschreven studenten
zal als gevolg hiervan voor het eerst voor het begrotingsjaar 1998 plaatsvinden
aan de hand van het aantal studenten dat blijkens het Centraal register inschrijving
hoger onderwijs te rekenen vanaf het studiejaar 1982–1983 nog geen vier,
vijf of zes studiejaren aan een universiteit is ingeschreven geweest.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J. M. M. Ritzen