Wet van 18 april 1996, houdende intrekking van de Wet interne lastenverevening particuliere ziektekostenverzekeringsbedrijf

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet interne lastenverevening particuliere ziektekostenverzekeringsbedrijf in te trekken aangezien de doelstellingen van die wet mede door een aantal maatregelen getroffen in het kader van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen, inmiddels in belangrijke mate zijn gerealiseerd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet interne lastenverevening particuliere ziektekostenverzekeringsbedrijf wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

De >Wet op de economische delicten1 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, onder 4°, vervalt de zinsnede «de Wet interne lastenverevening particuliere ziektekostenverzekeringsbedrijf, de artikelen 5, eerste, derde, zesde en zevende lid, 11, 12, tweede lid, en 13, eerste, tweede en vierde lid;».

ARTIKEL III

Artikel 160, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 19932 wordt als volgt gewijzigd:

1. onderdeel b vervalt;

2. de onderdelen c en d worden geletterd b en c.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Artikel I werkt met betrekking tot de artikelen 4, 5, 6, 13 en 14 van de Wet interne lastenverevening particuliere ziektekostenverzekeringsbedrijf terug tot en met 1 april 1986.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 18 april 1996

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de eenentwintigste mei 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1950, K 258, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 1996, Stb. 262.

XNoot
2

Stb. 1994, 252, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 1995, Stb. 691.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1993/94, 1994/95, 23 864.

Handelingen II 1995/96, blz. 4454.

Kamerstukken I 1995/96, 23 864 (228).

Handelingen I 1995/96, blz. 1451.

Naar boven