Beschikking van de Minister van Justitie van 16 april 1996, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, zoals deze bijlage laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 25 januari 1996, Stb. 172

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel VII van de wet van 25 januari 1996, Stb. 172;

Besluit:

de tekst van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, zoals deze bijlage laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 25 januari 1996, Stb. 172 in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 16 april 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de drieëntwintigste april 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

TEKST VAN DE BIJLAGE VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, ZOALS DEZE BIJLAGE LAATSTELIJK IS GEWIJZIGD BIJ DE WET VAN 25 JANUARI 1996 (STB. 172)

BIJLAGE van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

In deze bijlage zijn in de onderdelen a tot en met h opgenomen de bekostigde instellingen voor hoger onderwijs, bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, en zijn in onderdeel i opgenomen de academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 1.13, eerste lid.

De namen van rechtspersonen in deze bijlage worden weergegeven zoals zij luiden op 1 januari 1996.

a. De openbare universiteiten te Leiden, Groningen, Amsterdam, Utrecht, Delft, Wageningen, Eindhoven, Enschede, Rotterdam en Maastricht.

b. De bijzondere universiteit te:

– Amsterdam, uitgaande van de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs;

– Nijmegen, uitgaande van de Stichting Katholieke Universiteit;

– Tilburg, uitgaande van de Stichting Katholieke Universiteit Brabant.

c. De rechtspersoonlijkheid bezittende openbare hogescholen te Deventer, Leeuwarden en Velp.

d. (vacant)

e. De openbare gemeentelijke hogeschool te Amsterdam.

f. (vacant)

g. De bijzondere hogeschool te:

– Alkmaar, uitgaande van de Stichting voor Hoger Beroepsonderwijs Noordelijk Noord-Holland;

– Amsterdam, uitgaande van de Stichting Hogeschool Amsterdam;

– Amsterdam, uitgaande van de Stichting voor de Protestants Christelijke en de Rooms-Katholieke lerarenopleiding voor het Basisonderwijs in Noord-Holland;

– Amsterdam, uitgaande van de Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten;

– Amsterdam, uitgaande van de Vereniging Gerrit Rietveld Academie, Hogeschool voor Beeldende Kunst en Vormgeving;

– Arnhem, uitgaande van de Stichting hogeschool voor de Kunsten Arnhem;

– Arnhem, uitgaande van de Stichting Gelderse Hogescholen;

– Breda, uitgaande van de Stichting Hogescholen West- en Midden Brabant;

– Breda, uitgaande van de Stichting Hogeschool voor Toerisme en Verkeer;

– Delft, uitgaande van de Stichting Agrarische Hogeschool van het Koninklijk Nederlands Landbouw Committee;

– Diemen, uitgaande van de Stichting voor Protestants-Christelijk en Rooms-Katholiek hoger onderwijs te Amsterdam;

– Doetinchem, uitgaande van de Stichting PABO «Oost-Gelderland»;

– Driebergen, uitgaande van de Stichting Akademie «de Horst»;

– Dronten, uitgaande van de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond;

– Ede, uitgaande van de Stichting voor Protestants Christelijk Hoger Beroepsonderwijs op Gereformeerde Grondslag;

– Eindhoven, aan te duiden als de Hogeschool Eindhoven, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland;

– Eindhoven, aan te duiden als de Pedagogisch Technische Hogeschool Nederland, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland;

– Eindhoven, uitgaande van de Stichting Katholieke Hogeschool voor Pedagogisch Onderwijs «Hemelrijken» voor Eindhoven en omgeving;

– Eindhoven, uitgaande van de Stichting akademie Industriële Vormgeving;

– Emmen, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Groningen;

– Enschede, uitgaande van de Stichting Academie voor Kunst en Industrie «Oost-Nederland»;

– Enschede, uitgaande van de Stichting Hogeschool Enschede;

– Gouda, uitgaande van de Stichting Scholengemeenschap op Reformatorische grondslag «De Driestar»;

– 's-Gravenhage, uitgaande van de Stichting Christelijk Hoger Beroepsonderwijs «Rijn-Delfland»;

– 's-Gravenhage, uitgaande van de Stichting Haagse Hogeschool;

– 's-Gravenhage, uitgaande van de Stichting Horecaf Hotelschool;

– 's-Gravenhage, uitgaande van de Stichting Koninklijke Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans;

– Groningen, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Groningen;

– Haarlem, uitgaande van de Stichting Hogeschool Haarlem;

– Heerlen, uitgaande van de Stichting Hoger Beroeps Onderwijs Limburg;

– Helmond, uitgaande van de Stichting «De Kempel»;

– Hengelo, uitgaande van de Stichting Katholieke Opleidingen voor Onderwijsgevenden in Noord-Oost Nederland;

– 's-Hertogenbosch, uitgaande van de Stichting Hogeschool voor Beroepsonderwijs 's-Hertogenbosch;

– 's-Hertogenbosch, uitgaande van de Katholieke Nederlandse Boeren en Tuinders Bond;

– 's-Hertogenbosch, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland;

– Kampen, uitgaande van de Stichting Christelijke Hogeschool voor de Kunsten «Constantijn Huygens»;

– Leeuwarden, uitgaande van de Stichting Noordelijke Hogeschool Leeuwarden;

– Leeuwarden, uitgaande van de Stichting Christelijk Hoger (beroeps-) onderwijs in Noord-Nederland;

– Leiden, uitgaande van de Stichting Leidse Hogeschool voor Beroepsonderwijs;

– Maastricht, uitgaande van de Stichting Hogeschool Maastricht;

– Roermond, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland;

– Rotterdam, uitgaande van de Stichting Hogeschool Rotterdam e.o.;

– Rotterdam, uitgaande van de Vereniging voor Protestants-Christelijk Onderwijs;

– Rotterdam, uitgaande van de Stichting Hogeschool voor Economische Studies Rotterdam;

– Rotterdam, uitgaande van de Stichting Hogeschool voor Muziek en Theater Rotterdam;

– Rijswijk, uitgaande van de Stichting Katholiek HTO in de provincie Zuid-Holland;

– Sittard, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland;

– Tilburg, uitgaande van de Stichting Hogescholen West- en Midden Brabant;

– Tilburg, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland;

– Utrecht, uitgaande van de Stichting Hogeschool Utrecht;

– Utrecht, uitgaande van de Stichting Hogeschool voor de Kunsten;

– Utrecht, uitgaande van de Stichting Katholieke Opleiding tot Leraren in het Basisonderwijs;

– Utrecht, uitgaande van de Stichting Protestants Christelijke PABO Utrecht;

– Venlo, uitgaande van de Stichting Hoger Onderwijs Zuid-Nederland;

– Vlissingen, uitgaande van de Stichting Hogeschool Zeeland;

– Wageningen, uitgaande van de Stichting Hogeschool Diedenoort;

– Wageningen, uitgaande van de Stichting «STOAS»;

– Zeist, uitgaande van de Stichting Vrije Pedagogische Academie;

– Zwolle, uitgaande van de Stichting Christelijke Hogeschool voor Beroepsonderwijs;

– Zwolle, uitgaande van de Stichting voor Gereformeerd Hoger Beroepsonderwijs;

– Zwolle, uitgaande van de Stichting Katholieke Opleiding tot Leraren in het Basisonderwijs.

h. De Open Universiteit te Heerlen.

i. 1. De rechtspersoonlijkheid bezittende academische ziekenhuizen bij de openbare universiteiten te:

– Leiden,

– Groningen,

– Amsterdam,

– Utrecht,

– Rotterdam,

– Maastricht.

2. De academische ziekenhuizen bij de bijzondere universiteiten te Amsterdam en Nijmegen.

Naar boven