Besluit van 18 december 1995, houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede van daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 6 december 1995, No. J. 9515411, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 130, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 5 van het Besluit aanwijzing diersoorten besmettelijke dierziekten, artikel 7 van het Besluit verdachte dieren, artikel 6 van het Besluit gebruik sera en entstoffen, artikel 5 van het Besluit niet gehouden dieren, artikel 7 van het Besluit vervoer van en naar besmette of van besmetting verdachte gebouwen en terreinen en artikel 12 van het Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De volgende artikelen en onderdelen van artikelen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst,

a. artikelen 3, onderdeel f, 16, 17, 18, 20 tot en met 32, 83 tot en met 91, 94, eerste lid, onderdelen c en i, 97, 101 en 102;

b. artikel 124, onderdeel A, voor wat betreft de artikelen 10, 11, 15 tot en met 34, 37, 38, tweede lid, 39 tot en met 43, 46, 51 tot en met 64 bis, 65, 67, 81 tot en met 83 van de Veewet;

c. artikel 129, onderdeel b, voor wat betreft de artikelen 2 tot en met 9 van de Bijenwet.

Artikel 2

Het Besluit aanwijzing diersoorten besmettelijke dierziekten, het Besluit verdachte dieren met uitzondering van de artikelen 2, onderdeel d, 3, onderdeel g, 4, tweede lid en 5, eerste lid, onderdeel e, het Besluit gebruik sera en entstoffen, het Besluit niet gehouden dieren, het Besluit vervoer van en naar besmette of van besmetting verdachte gebouwen en terreinen met uitzondering van artikel 5 en het Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 december 1995

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de twaalfde april 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven