Wet van 26 februari 1996 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de functie van verkeersschout

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de functie van verkeersschout op te heffen, en dat het daartoe nodig is de Wet op de rechterlijke organisatie en andere wetten te wijzigen en regels van overgangsrecht tot stand te brengen voor degenen die thans nog als verkeersschout functioneren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De >Wet op de rechterlijke organisatie1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, derde lid, vervalt «en binnen de grenzen, door artikel 59g gesteld, door verkeersschouten».

B

In artikel 5a wordt «, de plaatsvervangende officieren van justitie en de verkeersschouten» vervangen door: en de plaatsvervangende officieren van justitie.

C

In artikel 6, zesde lid, vervalt «en de verkeersschout», alsmede

«, onderscheidenlijk in gelijke betrekking,».

D

Artikel 6b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «, met uitzondering van een verkeersschout,», alsmede «, met uitzondering van het ambt van verkeersschout».

2. De aanduiding «1.» en het tweede lid vervallen.

E

In artikel 7b, vierde lid, onderdeel e, vervalt «en verkeersschouten».

F

De Derde afdeling A (Het arrondissementsparket) wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift «§ 1. Algemeen» vervalt.

2. Paragraaf 2 (De verkeersschout) vervalt.

ARTIKEL II

In artikel 4, tweede lid, van de Wet op de samenstelling van de burgerlijke gerechten2 vervalt «, verkeersschouten».

ARTIKEL III

In artikel 1, eerste lid, categorie 10, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren3 vervalt «; verkeersschout».

ARTIKEL IV

In artikel 42 van de Wegenverkeerswet4 vervalt «de verkeersschouten, bedoeld in de Wet op de rechterlijke organisatie,».

ARTIKEL V

De Wegenverkeerswet 19945 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 130, tweede lid, wordt «onderdelen a en b» vervangen door: onderdeel a.

B

Artikel 159 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b vervalt.

2. De onderdelen c tot en met f worden geletterd b tot en met e.

C

In de artikelen 160, vijfde lid, 161, eerste, tweede, derde en vierde lid, 162, eerste lid, en 164, eerste lid, wordt «onderdelen a en b» telkens vervangen door: onderdeel a.

ARTIKEL VI

  • 1. De verkeersschouten worden van rechtswege benoemd tot substituut-officier van justitie met een beperkte bevoegdheid als bedoeld in het tweede lid. Zij worden als zodanig niet beëdigd en geïnstalleerd. Artikel 59b van de Wet op de rechterlijke organisatie is niet van toepassing.

  • 2. In afwijking van artikel 4 in samenhang met de artikelen 3, eerste lid, en 59c, van de Wet op de rechterlijke organisatie, kunnen de in het eerste lid bedoelde substituut-officieren van justitie de bevoegdheden die de wet aan de officier van justitie toekent uitsluitend uitoefenen in bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen zaken.

  • 3. De inpassing in salariscategorie 10 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren geschiedt op het salarisbedrag dat de verkeersschout onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet genoot.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 februari 1996

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de twaalfde maart 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1972, 463, laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 20 december 1995, Stb. 704.

XNoot
2

Stb. 1978, 565, laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 20 december 1995, Stb. 704.

XNoot
3

Stb. 1972, 464, laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 20 december 1995, Stb. 704.

XNoot
4

Stb. 1935, 554, laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 26 april 1995, Stb. 250.

XNoot
5

Stb. 1995, 348.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 24 055.

Handelingen II 1995/96, blz. 3435.

Kamerstukken I 1995/96, 24 055 (183, 183a).

Handelingen I 1995/96, zie vergadering d.d. 20 februari 1996.

Naar boven