Besluit van 10 februari 1996, houdende vaststelling van het tijdstip, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 6 februari 1996, nr. AB96/U33, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidszaken Overheid, afdeling Arbeidsverhoudingen en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 8, eerste lid, van de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het tijdstip, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel is 1 januari 1996.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 februari 1996

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Uitgegeven de vijfde maart 1996

De Minister van Justitie a.i.,

H. F. Dijkstal

Naar boven