Wet van 8 februari 1996, houdende wijziging van de Provinciewet en de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 in verband met verruiming van het provinciale belastinggebied

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het belastinggebied van de provincies te verruimen onder gelijktijdige verlaging van de door het Rijk geheven hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting en daartoe de Provinciewet en de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De >Provinciewet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 222 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «personenauto's, motorrijwielen en autobussen, bedoeld in artikel 2, onderdelen b, d en f» vervangen door: personenauto's en motorrijwielen, bedoeld in artikel 2, onderdelen b en d.

2. In het tweede lid wordt «die aanvangen na 31 maart 1989 ten hoogste 30,7» vervangen door: die aanvangen na 31 maart 1996 ten hoogste 105,3.

3. In het derde lid wordt «de artikelen 28, 49 en 68» vervangen door: de artikelen 28 en 68.

B

Artikel 238, tweede en derde lid, komt te luiden:

  • 2. Ten behoeve van de berekening van de algemene uitkering wordt voor elke provincie vastgesteld:

    a. de uitkeringsbasis, bedoeld in artikel 242, eerste lid;

    b. de aftrekpost, bedoeld in artikel 242, tweede lid.

  • 3. De algemene uitkering bedraagt voor elke provincie de uitkeringsbasis, vermenigvuldigd met het quotiënt van het uitkeringspercentage en 100, en vervolgens per provincie verminderd met de aftrekpost.

C

Artikel 242 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Toegevoegd worden een tweede en derde lid, luidende:

  • 2. De aftrekpost voor een provincie is een aandeel in het bedrag van f 750 000 000, evenredig aan het aandeel van die provincie in de opbrengst van de opcenten motorrijtuigenbelasting voor alle provincies gezamenlijk, die over het tweede jaar, voorafgaande aan het uitkeringsjaar, bij toepassing van het maximale aantal opcenten zou zijn ontstaan.

  • 3. Onze Minister en Onze Minister van Financiën kunnen, gedeputeerde staten gehoord, het aandeel, bedoeld in het tweede lid, volgens een afwijkende berekening vaststellen voor provincies waarvoor na 31 december 1996 een wijziging van de provinciale indeling dan wel een wijziging van de gemeentelijke indeling die gepaard gaat met een wijziging van provinciegrenzen, van kracht is geworden.

ARTIKEL II

De Wet op de motorrijtuigenbelasting 19942 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 23, eerste lid, worden «f 31,95», «f 38,20», «f 44,95», «f 59,45», «f 75,20», «f 100,95» en «f 25,75» achtereenvolgens vervangen door: f 19,01, f 22,86, f 27,06, f 36,13, f 45,96, f 61,97 en f 16,00.

B

In artikel 25 wordt «f 26,95» vervangen door: f 15,77.

C

In artikel 47 worden «f 10,45» en «f 2,50» vervangen door: f 19,20 en f 4,00.

ARTIKEL III

In afwijking van artikel 242, tweede lid, van de Provinciewet wordt voor het uitkeringsjaar 1996 voor elke provincie de aftrekpost vastgesteld op driekwart van het bedrag zoals dat op grond van artikel 242, tweede lid, wordt berekend.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 april 1996.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 8 februari 1996

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de negenentwintigste februari 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1993, 668, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 december 1995, Stb. 1996, 8.

XNoot
2

Stb. 1994, 17, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 1995, Stb. 637.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 24 272.

Handelingen II 1995/96, blz. 2561–2567.

Kamerstukken I 1995/96, 24 272 (142, 142a).

Handelingen I 1995/96, zie vergadering d.d. 6 februari 1996.

Naar boven