Besluit van 15 december 1994, houdende wijziging van het Besluit opgedragen telecommunicatiediensten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 mei 1994, nr. HDTP/94/13081/HP, Hoofddirectie Telecommunicatie en Post;

Gelet op de artikelen 4, eerste en derde lid, 13h, derde lid, onder c, en 13i van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen;

De Raad van State gehoord (advies van 27 juni 1994, nr. W09.94.0333);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 13 december 1994, nr. HDTP/94/27525/HP, Hoofddirectie Telecommunicatie en Post;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit opgedragen telecommunicatiediensten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, vervalt de zinsnede «alsmede datatransportdienst met en tussen mobiele gebruikers».

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. Tot de telefoondienst wordt mede gerekend de verzorging van openbare spreekgelegenheden op openbare grond.

  • 2. Tot de telefoondienst wordt niet gerekend de in artikel 2 bedoelde dienst met en tussen mobiele gebruikers te land.

C

§ 4 vervalt.

ARTIKEL II

Artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit mobiele telecommunicatie GSM2 komt te luiden:

d. de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen van de aanvrager dient meer te bedragen dan 20%,.

ARTIKEL III

Na artikel 1 van het Besluit aanwijzing ERMES en DCS 18003 wordt, onder vernummering van de artikelen 2 en 3 tot 3 en 4, een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2

Aan Koninklijke PTT Nederland N.V. wordt krachtens artikel 13i van de wet een vergunning verleend voor ERMES.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 1994.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 15 december 1994

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de drieëntwintigste februari 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

De voorgestelde wijziging van het Besluit opgedragen telecommunicatiediensten (BOT) (Stb. 1988, 551) is gebaseerd op artikel 4, eerste en derde lid, van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (WTV), zoals gewijzigd door de Wet van 16 juni 1994, tot wijziging van de WTV in verband met mobiele telecommunicatie (Stb. 1994, 628). Bij en krachtens deze wet wordt mobiele telecommunicatie geliberaliseerd en wordt het wettelijk kader gecreëerd voor het aanbieden van paneuropese openbare mobiele telecommunicatienetwerken en -diensten anders dan krachtens de concessie verleend aan Koninklijke PTT Nederland N.V. (KPN). Het betreft hier onder meer het aanbod van mobiele telefonie door middel van het Global System for Mobile Communications (GSM) en semafonie door middel van het European Radio Messaging System (ERMES).

Het onderhavige besluit dat in hoofdzaak strekt tot wijziging van het BOT, houdt in dat de telefoon- en datadienst met en tussen mobiele gebruikers niet langer door de houder van de concessie als opgedragen dienst moet worden aangeboden.

Artikel 4, derde lid, WTV, zoals gewijzigd door bovengenoemde wet, houdt de opdracht tot deze wijziging in.

Als gevolg van de onderhavige wijziging zal de telefoondienst met en tussen mobiele gebruikers ter zee een opgedragen dienst blijven voor de houder van de consessie. In de praktijk gaat het om Scheveningen Radio.

De onder de naam ATF 1, ATF 2, ATF 3 en SMF 3 te land en op de binnenwateren aangeboden mobiele telefoon- onderscheidenlijk datadiensten van KPN worden niet langer als opgedragen dienst aangeboden. De status van de diensten na de inwerkingtreding van dit besluit en het daarop toepasselijke wettelijke regime worden geregeld in de overgangsregeling van de wet mobiele telecommunicatie (Artikel IV, onderdeel B) en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen. Deze uitvoeringsregelingen zijn op 1 september 1994 in werking getreden. Het onderhavige besluit zal met terugwerkende kracht ook per 1 september 1994 in werking treden.

Voorts voorziet dit besluit in een tweetal wijzigingen in andere besluiten dan het BOT.

ARTIKELEN

Artikel I, onderdeel A

Met de laatste wijziging van het BOT van 20 december 1993 (Stb. 1994, 21), zijn de aan de houder van de concessie opgedragen diensten beperkt tot de telefoondienst, de telexdienst en de datatransportdienst met en tussen mobiele gebruikers. De onderhavige wijziging strekt er onder andere toe nu ook aan de datatransportdienst met en tussen mobiele gebruikers het opgedragen karakter voor de concessiehouder te ontnemen. De datatransportdienst komt hiermee dus als opgedragen dienst te vervallen. Als opgedragen diensten blijven over de telefoondienst via het vaste net, de telefoondienst met en tussen mobiele gebruikers ter zee, de telexdienst en de telegraafdienst.

Artikel I, onderdeel B

In dit onderdeel is bepaald dat tot de opgedragen diensten van KPN, voor zover het gaat om de verzorging van de telefoondienst, mede behoort de verzorging van openbare spreekgelegenheden op openbare grond (telefooncellen). De telefoondienst met en tussen mobiele gebruikers te land en op de binnenwateren is geen opgedragen dienst meer. Deze laatste constatering is voor de duidelijkheid in dit onderdeel expliciet opgenomen. De mobiele telefoondiensten die KPN thans aanbiedt zijn ATF 1, 2 en 3 en GSM.

Artikel I, onderdeel C

In de toelichting op artikel I, onderdeel A, is reeds gezegd dat ook de datatransportdienst met en tussen mobiele gebruikers niet langer een opgedragen dienst zal zijn. Paragraaf 4 en artikel 5 kunnen hierdoor vervallen. De mobiele datatransportdienst die KPN aanbiedt is SMF 3, de semafoondienst.

Artikel II

In dit artikel wordt een misstelling hersteld in het Besluit mobiele telecommunicatie GSM. De solvabiliteit gedefinieerd als de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen dient ten minste 20% te zijn. In de tekst van artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit mobiele telecommunicatie GSM, zoals gepubliceerd in Stb. 1994, 629, komt de solvabiliteit uit op 25%. Dat is niet bedoeld.

Artikel III

In artikel 13i van de Wet van 16 juni 1994 (Stb. 1994, 628) is aangegeven dat aan KPN een vergunning verleend zal worden voor voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen technische systemen. In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 1993/94, 23 444, nr. 3, blz. 7) is aangegeven dat het de systemen GSM en ERMES betreft. Voor GSM is de aanwijzing geschied in artikel 3 van het Besluit mobiele telecommunicatie GSM (Stb. 1994, 629). Voor ERMES geschiedt de aanwijzing in het onderhavige artikel.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink


XNoot
1

Stb. 1988, 551, gewijzigd bij besluit van 20 december 1993, Stb. 1994, 21.

XNoot
2

Stb. 1994, 629.

XNoot
3

Stb. 1994, 630.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 14 maart 1995 nr. 52.

Naar boven