Besluit van 3 februari 1995, houdende wijziging van
het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 en van het Organisatiebesluit
volkshuisvesting op het terrein van externe advisering
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 23 november 1994, nr. MJZ 23n94028, Centrale Directie
Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de wet van 13 oktober 1994, houdende uitbreiding en wijziging
van wettelijke regelingen inzake externe advisering op het terrein van volkshuisvesting,
ruimtelijke ordening en milieubeheer (Versobering en harmonisatie externe
adviesorganen VROM) (Stb. 766);
De Raad van State gehoord (advies van 11 januari 1995, nr. W08.94.0716);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 30 januari 1995, nr. MJZ30195030, Centrale Directie
Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit op de ruimtelijke ordening 19851 wordt
gewijzigd als volgt.
A
In artikel 30, onder e, wordt «Raad van Advies voor de Ruimtelijke
ordening» vervangen door: Raad voor de ruimtelijke ordening.
B
Afdeling 1, paragraaf 3, en afdeling 3 van Hoofdstuk V, alsmede artikel
40 vervallen.
ARTIKEL II
Het Organisatiebesluit volkshuisvesting2 wordt gewijzigd
als volgt.
A
Artikel 1, onderdeel b, vervalt. De onderdelen c en d worden geletterd
b en c.
B
Hoofdstuk 2 en artikel 26 vervallen.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 3 februari 1995
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer
Uitgegeven de eenentwintigste februari 1995
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
NOTA VAN TOELICHTING
Bij wet van 13 oktober 1994, houdende uitbreiding en wijziging van wettelijke
regelingen inzake externe advisering op het terrein van volkshuisvesting,
ruimtelijke ordening en milieubeheer (Versobering en harmonisatie externe
adviesorganen VROM) (Stb. 766), zijn onder meer de tot dan toe in de Wet op
de Ruimtelijke Ordening en de Woningwet voorkomende bepalingen met betrekking
tot de Raad van Advies voor de Ruimtelijke ordening, onderscheidenlijk de
Raad voor de Volkshuisvesting ingrijpend gewijzigd. Daarbij zijn beide adviesorganen
wat betreft hun taak, samenstelling, benoeming en werkwijze op een nieuwe
leest geschoeid. Voorts zijn de bepalingen in de Wet op de Ruimtelijke Ordening
met betrekking tot de instelling van de Waddenadviesraad gewijzigd.
Genoemde organen zijn thans geheel op wetsniveau geregeld. In nadere regeling
bij algemene maatregel van bestuur van onderwerpen zoals taak, samenstelling,
benoeming of werkwijze is niet langer voorzien. De Wet op de Ruimtelijke Ordening
en de Woningwet bieden dan ook geen basis meer voor zodanige regeling.
In verband daarmee worden thans volledigheidshalve de bestaande nadere
regels, waaraan immers de grondslag is ontvallen, ingetrokken. Het gaat hierbij
om de bepalingen in het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 betreffende
de Raad van Advies voor de Ruimtelijke ordening en de Waddenadviesraad, en
om de voorschriften vervat in het Organisatiebesluit volkshuisvesting met
betrekking tot de Raad voor de Volkshuisvesting.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer
XNoot
1Stb. 1985, 627, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 mei 1994, Stb.
398.
XNoot
2Stb. 1990, 384, gewijzigd bij besluit van 2 november 1993, Stb. 583.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging
bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden
opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 14 maart
1995, nr. 52.