Besluit van 30 januari 1995, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de gewijzigde Bestrijdingsmiddelenwet 1962

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 11 oktober 1994, No. J. 9416238, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230), op de artikelen 1, eerste en vierde lid, 3a, 13, en 14 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 en op artikel 1, tweede en derde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewater;

Gezien het advies van de Bestrijdingsmiddelencommissie;

De Raad van State gehoord (advies van 20 december 1994, No. W11.94 0628);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 20 januari 1995, No. J. 9561, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Bestrijdingsmiddelenbesluit1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a vervalt: (Stb. 1962, 288).

2. In onderdeel c wordt de omschrijving van «grondwaterbeschermingsgebied» vervangen door: een gebied dat krachtens artikel 1.2, tweede lid, onder a, van de Wet milieubeheer bij de provinciale milieuverordening is aangewezen en waarvoor regels zijn gesteld ter bescherming van het grondwater met oog op de waterwinning, daaronder niet begrepen een gebied waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen worden tegengegaan.

B

In de artikelen 2, eerste lid, en 3 wordt «te verkopen» telkens vervangen door: af te leveren.

C

In artikel 14b, aanhef, wordt «verkocht» vervangen door: afgeleverd.

D

Artikel 15, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef wordt «verkoopt» vervangen door: aflevert.

2. In onderdeel a, ten eerste, wordt «verkochte» vervangen door: afgeleverde.

3. In onderdeel a, ten tweede, wordt «de koper» vervangen door: de afnemer.

E

In artikel 17, derde lid, wordt «indien het belang van de veiligheid en de gezondheid van de mens en van dieren, welker instandhouding gewenst is, zulks vereist» vervangen door: indien een der criteria, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de wet, zulks vereist.

ARTIKEL II

Het Besluit van 26 april 1984, houdende uitvoering van artikel 1, zesde lid, onder b, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stb. 174) wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Het Besluit van 6 maart 1989, houdende uitvoering van artikel 1, zesde lid, onderdeel b, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Stb. 88) wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt vervangen door:

Artikel 1

Dit besluit berust op artikel 1, vierde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

B

Artikel 2 wordt vervangen door:

Artikel 2

  • 1. Met de bestemmingen, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, ten tweede, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, wordt gelijkgesteld het bestrijden of afweren, anders dan in waterleidingbedrijven, van dierlijke of plantaardige organismen en van micro-organismen, waaronder begrepen virussen en bacteriofagen, in water met het oog op het gebruik daarvan als drinkwater.

  • 2. Met de bestemmingen, genoemd in artikel 1, vijfde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, wordt gelijkgesteld het door middel van orale toediening bestrijden of afweren van voor dieren hinderlijke of schadelijke insecten die voorkomen op of zich ontwikkelen in de mest van deze dieren.

C

Artikel 3 vervalt.

ARTIKEL IV

Het Besluit regulering grondontsmettingsmiddelen2 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt in de omschrijving van het begrip «grondontsmettingsmiddel» het woord «bestrijdingsmiddel» vervangen door: gewasbeschermingsmiddel.

B

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste en tweede lid wordt «te verkopen» telkens vervangen door: af te leveren.

2. In het derde lid wordt «voor de verkoop» vervangen door: ter aflevering.

ARTIKEL V

Het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen3 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt bij de omschrijving van de begrippen «landbouwspuitbedrijf» en «handel» het woord «bestrijdingsmiddelen» telkens vervangen door: gewasbeschermingsmiddelen.

2. In het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. Onderdeel a komt te luiden:

a. gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de wet of niet-landbouwbestrijdingsmiddelen;.

b. In de onderdelen b en c wordt «bestrijdingsmiddelen» telkens vervangen door: gewasbeschermingsmiddelen.

c. In onderdeel d wordt «bestrijdingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de wet» vervangen door: gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, ten tweede, van de wet.

d. In de onderdelen e en f wordt telkens:

1°. «bestrijdingsmiddelen» vervangen door: gewasbeschermingsmiddelen;

2°. «bestrijdingsmiddel» vervangen door: gewasbeschermingsmiddel.

e. In onderdeel g wordt:

1°. «verkopen» vervangen door: afleveren;

2°. «bestrijdingsmiddel» vervangen door: gewasbeschermingsmiddel;

3°. «voor de verkoop» vervangen door: ter aflevering.

B

In de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4 wordt «bestrijdingsmiddel» telkens vervangen door: gewasbeschermingsmiddel.

C

In de artikelen 2, eerste lid, 3, eerste lid, en 4 wordt «een vergunning distribueren bestrijdingsmiddelen» telkens vervangen door: een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

D

In artikel 5 wordt:

1. «een bestrijdingsmiddel te verkopen» vervangen door: een gewasbeschermingsmiddel af te leveren.

2. «een vergunning distribueren bestrijdingsmiddelen» telkens vervangen door: een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

E

In artikel 6, derde lid, wordt:

1. «de vergunning distribueren bestrijdingsmiddelen» vervangen door: de vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

2. «het getuigschrift distribueren bestrijdingsmiddelen» vervangen door: het getuigschrift distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

F

In de artikelen 7, 8, derde en vierde lid, en 10, eerste lid, wordt «distribueren bestrijdingsmiddelen» telkens vervangen door: distribueren gewasbeschermingsmiddelen.

ARTIKEL VI

Het Besluit milieutoelatingseisen bestrijdingsmiddelen4 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, onderdeel h, wordt «bestrijdingsmiddelen» vervangen door: gewasbeschermingsmiddelen.

B

Artikel 2 wordt vervangen door:

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing op de toelating van gewasbeschermingsmiddelen met uitzondering van:

a. gewasbeschermingsmiddelen als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

b. gewasbeschermingsmiddelen die uitsluitend bestaan uit micro-organismen of virussen, en

c. op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit toegelaten gewasbeschermingsmiddelen die dichloorpropeen, cis-dichloorpropeen of metam-natrium bevatten en waarop het Besluit regulering grondontsmettingsmiddelen van toepassing is.

C

In de artikelen 3, 4, tweede lid, 5, eerste en tweede lid, 6, eerste, tweede en derde lid, 7, eerste en tweede lid, 8, eerste en tweede lid, en 9 wordt «bestrijdingsmiddel» telkens vervangen door: gewasbeschermingsmiddel.

D

In de artikelen 6, tweede lid, 8, eerste en tweede lid, en 9 wordt «bestrijdingsmiddelen» telkens vervangen door: gewasbeschermingsmiddelen.

ARTIKEL VII

Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van het Lozingenbesluit Wvo glastuinbouw5 wordt vervangen door:

a. bestrijdingsmiddel: gewasbeschermingsmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, met uitzondering van een middel bestaande uit micro-organismen of virussen;.

ARTIKEL VIII

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 30 januari 1995

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de eenentwintigste februari 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Ter implementatie van richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230)(hierna te noemen: de gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn) wordt de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 gewijzigd (Wet van 15 december 1994, tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie richtlijn gewasbeschermingsmiddelen); Stb. 1995, 4). Bij inwerkingtreding van deze wijzigingswet zal de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 onder meer voorzien in een aantal gewijzigde begrippen met daarbij behorende omschrijvingen (artikel 1, eerste lid, van de wet). Deze begripsomschrijvingen gelden ook voor de op de wet berustende bepalingen. In het onderhavige besluit worden de op de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 gebaseerde algemene maatregelen van bestuur, voor zover noodzakelijk, aan dit gewijzigde begrippenkader aangepast. Tevens wordt het Lozingenbesluit Wvo glastuinbouw hieraan aangepast.

Bij deze aanpassingen gaat het met name om het begrip «afleveren» dat het begrip «verkopen» vervangt – en om de in de wet nieuw geïntroduceerde begrippen «gewasbeschermingsmiddel» en «niet-landbouwbestrijdingsmiddel». Deze laatste worden ingevolge de huidige Bestrijdingsmiddelenwet 1962 aangeduid als de zogenoemde «lid 1 middelen» onderscheidenlijk «lid 2 middelen» voor de leden van artikel 1 van die wet waarin zij worden omschreven en welke als zodanig zijn komen te vervallen. Voorts is het begrip «bestrijdingsmiddel», waaronder zowel de gewasbeschermingsmiddelen als de niet-landbouwbestrijdingsmiddelen vallen, nieuw.

De ingevolge het voorgaande aangebrachte wijzigingen in de onderscheiden besluiten zijn niet inhoudelijk van aard.

Bij de aanpassingen gaat het om de volgende algemene maatregelen van bestuur:

– het Bestrijdingsmiddelenbesluit;

– een tweetal op artikel 1, zesde lid, onderdeel b, van de huidige wet gebaseerde besluiten;

– het Besluit regulering grondontsmettingsmiddelen;

– het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen;

– het Besluit milieutoelatingseisen bestrijdingsmiddelen, en

– het Lozingenbesluit Wvo glastuinbouw.

Het op de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 gebaseerde Residubesluit en Besluit luchtvaarttoepassingen behoeft geen aanpassing. Dit geldt eveneens voor een aantal andere besluiten, met name op het terrein van het milieubeheer, waarin in die besluiten zelf of in de bijlagen daarvan het begrip bestrijdingsmiddel generiek wordt gebruikt (onder meer het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen, het Besluit KCA-logo, het Kennisgevingsbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen, het Besluit in- en uitvoer milieugevaarlijke stoffen, het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer, het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer en het Lozingenbesluit bodembescherming).

2. Advies Bestrijdingsmiddelencommissie

Bij brief van 25 mei 1994 is omtrent een ontwerp van de onderhavige maatregel advies gevraagd aan de Bestrijdingsmiddelencommissie. De Commissie merkt in zijn advies van 27 juli 1994 op het niet juist te achten de term «niet-landbouwbestrijdingsmiddelen» te hanteren, nu er geen term «landbouwbestrijdingsmiddel» wordt gehanteerd. Grondontsmettingsmiddelen zijn volgens de Commissie voorts geen gewasbeschermingsmiddelen, maar wel landbouwbestrijdingsmiddelen of niet-gewasbeschermingsmiddelen. Ten einde in ieder geval voor de zogenoemde lid 2-middelen helderheid te verschaffen wijst de Commissie op het gegeven dat de Europese Commissie de titel van het ontwerp voor een «Non Agricultural Pesticides Directive» heeft gewijzigd in «Biocidenrichtlijn».

Naar aanleiding van deze door de Bestrijdingsmiddelencommissie gemaakte opmerkingen wijs ik er op dat deze opmerkingen zich in wezen richten tot de begrippen zoals deze in de eerder aangehaalde wetswijziging zijn opgenomen. Het onderhavige besluit volgt slechts deze wetswijziging en kan in dat begrippenkader geen wijziging aanbrengen.

Wat grondontsmettingsmiddelen betreft, merk ik op dat deze middelen in het kader van de gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn wel degelijk als gewasbeschermingsmiddelen worden aangemerkt. De term «landbouwbestrijdingsmiddel» is derhalve in dit kader onjuist.

Ten slotte wijs ik erop dat de noodzaak zal bestaan de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 wederom te wijzigen na aanname in Europees verband van de zogenoemde Biocidenrichtlijn. Alsdan zal tevens bezien worden welke wijzigingen in het begrippenkader noodzakelijk blijken.

3. Artikelen

Artikel I

De aanpassingen van het Bestrijdingsmiddelenbesluit vloeien met name uit hetgeen onder 1. Algemeen is gesteld voort. Daarnaast zijn de wijzigingen van technisch-juridische aard. Het in het besluit veelvuldig gebezigde begrip «bestrijdingsmiddelen» behoeft geen specificatie naar gewasbeschermingsmiddel of niet-landbouwbestrijdingsmiddel. De gegeven voorschriften zijn op beide soorten van middelen van toepassing.

Artikelen II en III

Ingevolge de genoemde besluiten zijn bepaalde bestemmingen gelijk gesteld met de in de wet genoemde bestemmingen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt het uit 1984 daterende besluit te incorporeren in het besluit van 1989. Eerstbedoeld besluit kan dan ook worden ingetrokken. Aan de artikelen 2 en 3 van het besluit van 1989 komt thans geen betekenis meer toe. Aan het besluit is ingevolge een overgangsbepaling (artikel IV) bij de wijzigingswet de nieuwe grondslag van artikel 1, vierde lid, van de wet gegeven. Zulks was noodzakelijk door de vernummering van de leden van artikel 1 van de wet. Voor alle duidelijkheid is deze nieuwe grondslag tevens in het besluit zelf opgenomen.

Artikel V

Het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen is vooralsnog gericht op de gewasbescherming. In verband daarmee heeft precisering in het huidige besluit plaatsgevonden door gebruikmaking van het begrip gewasbeschermingsmiddel. Voorts is de benaming van de vergunning voor het distribueren van die middelen daaraan aangepast.

Artikel VI

Het Besluit milieutoelatingseisen bestrijdingsmiddelen stelt thans slechts toelatingseisen voor gewasbeschermingsmiddelen. De aangebrachte terminologische wijzigingen brengen dit tot uitdrukking.

Artikel VIII

Bevorderd zal worden dat het onderhavige besluit gelijktijdig met de gewijzigde Bestrijdingsmiddelenwet 1962 in werking treedt.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen


XNoot
1

Stb. 1964, 328, laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 23 januari 1995, Stb. 37.

XNoot
2

Stb. 1993, 225, gewijzigd bij Besluit van 19 augustus 1994, Stb. 676.

XNoot
3

Stb. 1994, 578.

XNoot
4

Stb. 1995, 37.

XNoot
5

Stb. 1994, 699.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van het bepaalde in artikel 25a, vijfde lid jo. vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State.

Naar boven