Besluit van 22 december 1995, houdende wijziging van het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering en enige daarmee verband houdende wijzigingen van andere besluiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 november 1995, VMP/FAV-954092;

Gelet op artikel 40, eerste en tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen en de artikelen 6, zevende lid, 9, derde lid, 11 en 16, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

Gezien het advies van de Ziekenfondsraad (advies van 27 april 1995, SGZ/17006/95);

De Raad van State gehoord (advies van 20 december 1995, No. W13.95.0652);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 december 1995, VMP/FAV-95.4459;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het >Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de onderdelen a, c en d vervallen de aanduidingen van het Staatsblad en de Staatscourant.

2. De puntkomma aan het slot van onderdeel h wordt vervangen door een punt.

3. Onderdeel i vervalt.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

De Ziekenfondsraad vergoedt uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten jaarlijks aan de ziekenfondsen, ziektekostenverzekeraars en uitvoerende organen de kosten van verstrekkingen en uitkeringen.

C

De artikelen 3 tot en met 6 vervallen.

D

In artikel 7, eerste lid, wordt «Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur» vervangen door «Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport» en vervallen de woorden: gehele of gedeeltelijke.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervallen de woorden: gehele of gedeeltelijke.

2. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.

3. Na het tweede lid worden drie nieuwe leden toegevoegd, luidende:

  • 3. De in het tweede lid bedoelde richtlijnen behoeven de goedkeuring van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 4. In geval van onthouding van goedkeuring aan een richtlijn stelt de Ziekenfondsraad met inachtneming van door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te geven instructies een nieuwe richtlijn vast.

  • 5. Indien Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de in het vierde lid bedoelde richtlijn eveneens goedkeuring onthoudt, stelt hij terzake zelf de richtlijn vast.

F

In artikel 9, tweede lid, tweede volzin, wordt «artikel 3, tweede tot en met vierde lid» vervangen door: artikel 8, derde tot en met vijfde lid.

G

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede: ter gehele of gedeeltelijke dekking van de aan de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten voor dat ziekenfonds, onderscheidenlijk die ziektekostenverzekeraar en dat uitvoerend orgaan verbonden beheerskosten.

2. Het derde lid vervalt.

H

Aan artikel 12 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 11, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

I

Artikel 16 vervalt.

J

In artikel 18 wordt «kan worden aangehaald als» vervangen door: wordt aangehaald als:.

ARTIKEL II

Het Inschrijvingsbesluit bijzondere ziektekostenverzekering 19922 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 en in artikel 7, eerste lid, onder a, vervalt de Staatsbladaanduiding.

B

Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, wordt de zinsnede, beginnende met «Tenzij» en eindigende met «als bedoeld in artikel 6, zevende lid, van die wet» vervangen door: Tenzij in een overeenkomst of reglement als bedoeld in artikel 6, zevende lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

2. In het vierde lid vervalt de Staatsbladaanduiding.

C

In de artikelen 9, eerste lid, en 10 wordt «de artikelen 6, zevende lid, en 17, achtste lid,» vervangen door: artikel 6, zevende lid.

ARTIKEL III

Het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering3 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Als zorg, ten aanzien waarvan het in de artikelen 4 tot en met 6 en 8 aangegeven deel van de administratie wordt verricht door het centraal administratiekantoor en de verbindingskantoren, wordt aangewezen de zorg, geregeld in de artikelen 10, 11, 12, 13, 14, 15, 20, eerste lid, voor zover het betreft opneming en verder verblijf in een psychiatrische afdeling van een algemeen of academisch ziekenhuis, 20a, 21, 22, 23, 24, 25, 27 en 28, van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering, alsmede de zorg, geregeld in artikel 9 van dat besluit, voor zover door Onze Minister ingevolge artikel 3, tweede lid, voor de desbetreffende ziekenhuizen een verbindingskantoor wordt aangewezen.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt het zinsdeel, beginnende met «ten aanzien van» vervangen door: ten aanzien van zorg die in het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering is geregeld.

2. In het tweede lid wordt «verstrekkingen» vervangen door: zorg.

C

In artikel 4, eerste lid, wordt «verstrekkingen» vervangen door: zorg.

D

In artikel 5, eerste lid, wordt de zinsnede, beginnende met «als bedoeld in artikel 5, eerste lid» vervangen door: als bedoeld in artikel 31 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering in de kosten van zorg, geregeld in de artikelen 9, 10, 11, 12, 20, voor zover het betreft opneming en verder verblijf in een psychiatrische afdeling van een algemeen of academisch ziekenhuis, 21, 22, tweede lid, 23 en 25 van dat besluit.

E

Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van kosten van administratie en controle die in de hoedanigheid van verbindingskantoor zijn gemaakt.

F

Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt het zinsdeel na het woord «verlenen» vervangen door: van zorg, voor zover die niet is begrepen onder die, genoemd in artikel 2.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van het verlenen van de zorg, bedoeld in artikel 20 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering, voor zover het betreft opneming en verder verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis.

G

In artikel 8, eerste lid, wordt «verstrekkingen» vervangen door: zorg.

ARTIKEL IV

Het Besluit regeling vergoeding Bijzondere Ziektekostenverzekering4 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, onder b, vervalt de Staatsbladaanduiding.

B

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. voor hem een indicatie bestaat voor opneming en verder verblijf in een verpleeginrichting als bedoeld in artikel 10 of in een inrichting voor zwakzinnigen als bedoeld in artikel 23 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering;.

2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden:

Onze Minister kan bij ministeriële regeling bepalen dat het eerste lid in daarbij aan te wijzen gebieden niet van toepassing is.

ARTIKEL V

Ten aanzien van periodes, voorafgaande aan de inwerkingtreding van dit besluit, blijft het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering, zoals dat luidde voor 1 januari 1996, van toepassing.

ARTIKEL VI

De tekst van het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering wordt in het Staatsblad geplaatst. Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de nummering van de artikelen van het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering opnieuw vast en brengt hij de in dit besluit voorkomende aanhalingen van artikelen met de nieuwe nummering in overeenstemming.

ARTIKEL VII

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1996. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1995, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 1996.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 22 december 1995

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de negenentwintigste december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In het regeerakkoord is opgenomen dat de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (verder te noemen: AWBZ) weer zal worden teruggebracht tot de vorm die zij vóór 1989 had: een voorziening voor onverzekerbare ziektekostenrisico's. Met het oog daarop zijn bij besluit van 4 september 1995 (Stb. 430), dat ingevolge het koninklijk besluit van 25 oktober 1995 (Stb. 526) in werking treedt met ingang van 1 januari 1996, een aantal zorgaanspraken van de AWBZ overgebracht naar de verzekering ingevolge de Ziekenfondswet (ZFW) en de particuliere en de publiekrechtelijke verzekeringen. Het betreft de aanspraken hulpmiddelen, farmaceutische hulp, revalidatie, audiologische hulp en erfelijkheidsonderzoek.

Juist ten aanzien van de hier genoemde zorgaanspraken zijn de uitvoeringsorganen van de AWBZ sedert 1992 gebudgetteerd. Doordat met ingang van 1 januari 1996 de genoemde zorgaanspraken geen deel meer zullen uitmaken van het AWBZ-pakket, zal de verzekeraarsbudgettering met betrekking tot de AWBZ-verstrekkingen daarmee feitelijk komen te vervallen. Er zal geen wijziging komen in de wijze van financiering van de in de AWBZ blijvende zorgaanspraken, die in het verkeer tussen het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten en de AWBZ-uitvoeringsorganen tot nu toe op declaratiebasis worden afgerekend.

Een en ander heeft enkele consequenties, die regelgeving per genoemde datum noodzakelijk maken.

Over de hier bedoelde consequenties is advies gevraagd aan de Ziekenfondsraad en aan de Verzekeringskamer, die respectievelijk op 27 april 1995 (kenmerk SGZ/17 006/95) en op 12 mei 1995 (kenmerk 2 116/95-2214) advies uitbrachten.

Vervolgens is, rekening houdende met deze adviezen, een voorstel van wet, houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enige andere wetten in verband met afschaffing van verzekeraarsbudgettering ten aanzien van de kosten van AWBZ-verstrekkingen, opgesteld en bij koninklijke boodschap van 2 oktober 1995 bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanhangig gemaakt (Kamerstukken II, 1995/1996, 24 429, nrs.1–3).

Met het onderhavige besluit wordt voorzien in de aanpassing van het Besluit financiering uitvoeringsorganisatie Bijzondere Ziektekostenverzekering (verder te noemen: Besluit financiering) in verband met de beëindiging van de AWBZ-verstrekkingenbudgettering. Tevens vindt een technische aanpassing van enige andere besluiten plaats. Voor de goede orde zij erop gewezen dat met de inwerkingtreding van het vorengenoemde wetsvoorstel van rechtswege de basis komt te ontvallen aan het Besluit nominale premieheffing bijzondere ziektekostenverzekering, de Regeling heffing nominale premie bijzondere ziektekostenverzekering van buiten Nederland wonende rechthebbenden op een pensioen of rente en de Regeling solvabiliteitsmarge AWBZ.

Artikel I

In het Besluit financiering, dat berust op artikel 40 van de Wet financiering volksverzekeringen, is geregeld op welke wijze de ziekenfondsen, particuliere ziektekostenverzekeraars en publiekrechtelijke uitvoerende organen in het kader van de uitvoering van de AWBZ worden gefinancierd, zowel ten aanzien van de kosten van de verstrekkingen als ten aanzien van de beheerskosten. Omdat – zoals hierboven al werd gemeld – juist dié verstrekkingen, waarvoor verzekeraars werden gebudgetteerd, uit het AWBZ-aansprakenpakket verdwijnen, zal deze budgettering de facto vervallen.

De artikelen 2 tot en met 6 van het Besluit financiering, die op de verstrekkingenbudgettering betrekking hebben, zijn daarom geschrapt (onderdeel C). In de plaats daarvan regelt het nieuwe artikel 2 (onderdeel B) de verstrekkingenvergoeding op declaratiebasis. Voor de volledigheid zij opgemerkt dat met betrekking tot de per 1 januari 1996 in de AWBZ blijvende verstrekkingen op dit gebied geen wijziging optreedt. De hier bedoelde verstrekkingen zijn immers nooit onderwerp van budgettering geweest.

De wijzigingen in de artikelen 7, 8, eerste lid, en 11, eerste lid, (onderdelen D, E en G) hangen samen met de schrapping in artikel 40, eerste lid, van de Wet financiering volksverzekeringen van de woorden «gehele of gedeeltelijke», welke op haar beurt samenhangt met de afschaffing van de nominale premie.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in artikel 12 (onderdeel H) ten aanzien van de verbindingskantoren en regionale contactkantoren het tweede lid van artikel 11 van overeenkomstige toepassing te verklaren.

Artikel II

De wijzigingen in het Inschrijvingsbesluit bijzondere ziektekostenverzekering 1992 betreffen de schrapping van enkele verwijzingen naar het ingevolge het meergenoemde wetsvoorstel te schrappen artikel 17 van de AWBZ.

Artikel III

In het Besluit financiering (artikel 1) wordt verwezen naar het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering (verder te noemen: Administratiebesluit). In het kader van de tweede fase van de stelselwijziging ziektekostenverzekering per 1 januari 1992 bestond het voornemen het besluit in te trekken. Van dat voornemen werd evenwel afgezien, hetgeen in 1994 resulteerde in het met machtiging van de Koningin buiten verdere behandeling laten van het advies van de Raad van State inzake het ontwerp-besluit waarin die intrekking was voorzien. Aanpassing van het besluit aan de in het kader van de tweede fase van de stelselwijziging gewijzigde andere regelgeving is evenwel tot op heden achterwege gebleven. Zo wordt in het besluit op enkele plaatsen verwezen naar bepalingen van het Verstrekkingenbesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering, dat in 1992 werd vervangen door het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering (verder te noemen: Besluit zorgaanspraken). Van de gelegenheid is gebruik gemaakt het Administratiebesluit thans alsnog aan te passen.

Artikel 2 is tot dat doel geheel opnieuw geformuleerd (onderdeel A); daarbij is voor elk van de voorheen bij naam aangeduide zorgaanspraken verwezen naar de desbetreffende bepalingen van het Besluit zorgaanspraken. Ingevolge artikel 2, onderdeel A, onder a, (oud) gold het Administratiebesluit o.a. ten aanzien van opneming en verder verblijf in ziekenhuizen, met inbegrip van de opneming in psychiatrische afdelingen van algemene en academische ziekenhuizen; de opneming in psychiatrische ziekenhuizen was evenwel expliciet uitgezonderd. Deze uitzondering hield verband met artikel XIII van de wet van 15 december 1988, houdende invoering van een gedeeltelijk nominale premie in de ziekenfondsverzekering, uitbreiding van het verstrekkingenpakket van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enige andere wijzigingen in de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, alsmede daarmee samenhangende wijzigingen in enige andere wetten en regelingen met betrekking tot de sociale zekerheid en de belastingwetgeving (Stb. 610), welke bepaling inhoudt dat artikel 16, eerste lid, van de AWBZ niet van toepassing is op de verstrekking opneming en verder verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, voor zover de periode van een jaar te boven gaande, en op verstrekkingen die op of na 1 januari 1989 naar de AWBZ zouden worden overgeheveld. In het Besluit zorgaanspraken is de zorg, bestaande uit opneming en verder verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis of een psychiatrische afdeling van een algemeen of academisch ziekenhuis losgemaakt uit de aanspraak op opneming en verder verblijf in een ziekenhuis (zoals die was geregeld in artikel 3 van het Verstrekkingenbesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering) en afzonderlijk geregeld in artikel 20. In verband daarmee kon in artikel 2 niet langer slechts worden bepaald dat de ziekenhuizen, met uitzondering van de psychiatrische, onder het Administratiebesluit vallen, maar moest expliciet worden bepaald dat opneming en verder verblijf in een psychiatrische afdeling van een algemeen of academisch ziekenhuis als geregeld in artikel 20, eerste lid, wel onder het besluit valt; materieel wordt aldus de tot nu toe bestaande situatie bestendigd.

Ten opzichte van het oude artikel 2 is sprake van een kleine wijziging. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het oude onderdeel L, hulp door of vanwege een regionale instelling voor beschermd wonen, te schrappen; ook in artikel 5 is de verwijzing naar dit onderdeel L geschrapt. Dit onderdeel werd met ingang van 1 januari 1989 aan het Administratiebesluit toegevoegd bij koninklijk besluit van 23 juni 1988, Stb. 295. In verband met artikel XIII van de wet van 15 december 1988, Stb. 610, welke bepaling inhoudt dat artikel 16, eerste lid, van de AWBZ niet van toepassing is op verstrekkingen die op of na 1 januari 1989 naar de AWBZ zijn overgeheveld, is deze toevoeging evenwel zonder effect gebleven.

Artikel 5 van het Administratiebesluit (onderdeel D) is aangepast in verband met de gewijzigde redactie van artikel 2. In verband met de herformulering van artikel 2 kon, in plaats van de uitzondering met betrekking tot de verstrekking opneming en verder verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, thans expliciet worden geformuleerd dat de taak van het centraal administratiekantoor zich ook uitstrekt tot opneming en verblijf in een psychiatrische afdeling van een algemeen of academisch ziekenhuis.

In de artikelen 6 en 7 (onderdelen E en F) is de tekst eveneens aangepast in verband met het Besluit zorgaanspraken. In beide artikelen is in het tweede lid het laatste deel van de oude formulering geschrapt; dat deel zag op de aanspraken welke op of na 1 januari 1989 naar de AWBZ waren overgeheveld. Aangezien deze overheveling inmiddels weer geheel ongedaan is gemaakt, bestaat aan deze bepaling geen behoefte meer. In artikel 6, tweede lid, kon in het licht van de nieuwe formulering van artikel 2 de uitsluiting ten aanzien van de opneming in psychiatrische ziekenhuizen achterwege blijven. In artikel 7, tweede lid, dat betrekking heeft op zorg, die niet is begrepen onder artikel 2, moest de expliciete uitzondering van de opneming in psychiatrische ziekenhuizen, aangepast aan de nieuwe regelgeving wel worden gehandhaafd.

Artikel IV

In het Besluit financiering (artikel 1) wordt verwezen naar het Besluit regeling vergoeding Bijzondere Ziektekostenverzekering (verder te noemen: Besluit regeling vergoeding). In het kader van de tweede fase van de stelselwijziging ziektekostenverzekering per 1 januari 1992 bestond het voornemen het besluit in te trekken in samenhang met de invoering van een functioneel omschreven aanspraak op verpleging en verzorging (vgl. het nimmer in werking getreden en inmiddels geschrapte artikel 41, onderdeel b, van het Besluit zorgaanspraken). Van de voorgenomen functionele omschrijving van de verpleging en verzorging werd evenwel afgezien, evenals van de daarmee samenhangende intrekking van het Besluit regeling vergoeding. Aanpassing van het besluit aan de in het kader van de tweede fase van de stelselwijziging gewijzigde andere regelgeving is evenwel tot op heden achterwege gebleven. Zo wordt in het besluit op enkele plaatsen verwezen naar uitvoeringsregelingen van het inmiddels door het Besluit zorgaanspraken vervangen Verstrekkingenbesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt het Besluit regeling vergoeding thans alsnog aan te passen.

Artikel V

Deze bepaling bevat een regel van overgangsrecht, welke ertoe strekt de toepasselijkheid van het Besluit financiering, zoals dat luidde voor de onderhavige wijziging, ten aanzien van de uitkeringen uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten met betrekking tot de jaren tot en met 1995 zeker te stellen.

Artikel VII

De inwerkingtreding van het besluit is gekoppeld aan die van het wetsvoorstel, waarbij de verstrekkingenbudgettering wordt afgeschaft (1 januari 1996).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1990, 348, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 oktober 1993, Stb. 541.

XNoot
2

Stb. 1991, 722, gewijzigd bij besluit van 9 mei 1994, Stb. 355.

XNoot
3

Stb. 1983, 253, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 juni 1991, Stb. 326.

XNoot
4

Stb. 1971, 505, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 oktober 1993, Stb. 541.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 9 januari 1996, nr. 6.

Naar boven