Besluit van 20 december 1995, houdende inwerkingtreding van de Wet afschaffing malus en bevordering reïntegratie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 1995, nr. SV/WV/95/5561, mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Defensie;

Gelet op artikel XVII van de Wet afschaffing malus en bevordering reïntegratie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet afschaffing malus en bevordering reïntegratie treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, met uitzondering van het in artikel II, onderdeel E, van deze wet opgenomen artikel 63 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel III, onderdeel A, welke in werking treden met ingang van 1 januari 1996, en met uitzondering van artikel I, onderdeel G, en het in artikel II, onderdeel E, van deze wet opgenomen artikel 60 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, welke in werking treden op een nader bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 december 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

R. L. O. Linschoten

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Uitgegeven de achtentwintigste december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel XVII van de Wet afschaffing malus en bevordering reïntegratie is bepaald, dat de artikelen van deze wet in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

In het voorliggende besluit wordt de datum van inwerkingtreding van deze wet, behoudens enige uitzonderingen, bepaald op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het besluit wordt geplaatst.

Voor artikel 63 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (proefplaatsing) en het daarmee verband houdende artikel III, onderdeel A, is de datum van inwerkingtreding bepaald op 1 januari 1996.

Op grond van het in artikel I, onderdeel G, opgenomen artikel 59b van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en het in artikel II, onderdeel E, van deze wet opgenomen artikel 60 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld met betrekking tot de toekenning van een inkomens- c.q. loonsuppletie. Deze artikelen zullen gelijktijdig met de betreffende algemene maatregelen van bestuur in werking treden. De totstandkoming daarvan is nog niet geheel afgerond. In verband hiermee is bepaald, dat deze artikelen in werking treden op een nader bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

R. L. O. Linschoten

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Naar boven