Wet van 20 december 1995 tot invoeging van een nieuw artikel 3b van de Ziekenfondswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de aanpassingssystematiek met betrekking tot de inkomensgrens voor AOW-gerechtigden in de Ziekenfondswet te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De >Ziekenfondswet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3a, negende lid, vervalt.

B

Na artikel 3a wordt een nieuw artikel 3b ingevoegd, luidende:

Artikel 3b

  • 1. De bedragen, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, worden door Onze Minister telkens met ingang van 1 januari als volgt herzien:

    a. het deel, dat overeenkomt met de som van het ouderdomspensioen voor een ongehuwde pensioengerechtigde als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van de Algemene Ouderdomswet, en de vakantie-uitkering als bedoeld in artikel 29, negende lid, onder c, van de Algemene Ouderdomswet, zoals deze gelden per 1 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarop de herziening betrekking heeft, berekend op jaarbasis, wordt verhoogd of verlaagd overeenkomstig het nominale verschil tussen dat deel en het bedrag van zodanig pensioen en vakantie-uitkering, berekend op jaarbasis, zoals dat gold op 1 juli van het daaraan voorafgaande jaar;

    b. het resterende deel wordt herzien overeenkomstig artikel 3a, eerste en tweede lid.

  • 2. Artikel 3a, derde, vierde en zevende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 oktober 1995.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 20 december 1995

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

R. L. O. Linschoten

Uitgegeven de achtentwintigste december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1992, 391, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, Stb. 681.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1995/96, 24 475.

Handelingen II 1995/96, blz. 2593.

Kamerstukken I 1995/96, 24 475 (130a).

Handelingen I 1995/96, zie vergadering d.d. 19 december 1995.

Naar boven