Besluit van 21 december 1995 tot wijziging van het Transactiebesluit 1994

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 18 oktober 1995, Directie Wetgeving nr. 520819/95/6;

Gelet op artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht;

De Raad van State gehoord (advies van 14 december 1995, nr. WO3.95.0661);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 18 december 1995, Directie Wetgeving nr. 531444/95/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het >Transactiebesluit 19941 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. in onderdeel b wordt «R 412, R 413, R 586, R 587 en F 190 tot en met F 215» vervangen door: «R 412, R 587 en F 190 tot en met F 210»;

2. in onderdeel c wordt na «de nummers» toegevoegd «H 001 tot en met H 106,»;

3. in onderdeel d wordt na «D 537» ingevoegd «H 001 tot en met H 106,» en wordt na de woorden «werkzaam is» toegevoegd «en aan de buitengewoon opsporingsambtenaar van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij»;

4. in onderdeel e wordt «E 120 tot en met E 160, E 320, D 515 en D 537 en R 412, R 413, R 586, R 587» vervangen door: «E 120 tot en met E 161, E 320, D 515, D 537, R 412 en R 587».

B

In artikel 11, eerste lid, wordt de tekst «Centrale Directie Financieel-Economische Zaken» vervangen door: «Directie Financieel-Economische Zaken»

ARTIKEL II

De bijlage, bedoeld in artikel 3 van het Transactiebesluit 1994, komt als volgt te luiden:

Verklaring van categorie-aanduidingen:

categorie-indeling A:

(gedragingen die betrekking hebben op het Voertuigreglement)

2 - Personenauto's;

3 - Bedrijfsauto's;

4 - Motorfietsen;

5 - Driewielige motorrijtuigen;

6 - Bromfietsen;

7 - Motorrijtuigen met beperkte snelheid;

8 - Landbouwtrekkers;

9 - Fietsen;

10 - Invalidenvoertuigen, uitgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie;

11 - Invalidenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie;

12 - Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;

13 - Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen;

14 - Aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid;

15 - Aanhangwagens achter motorfietsen (151e) of bromfietsen (152e);

16 - Aanhangwagens achter fietsen op twee wielen;

17 - Wagens.

categorie-indeling B:

(overige gedragingen)

1 - Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen;

2 - Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

3 - Bromfietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen met motor;

4 - Fietsers en bestuurders van invalidenvoertuigen zonder motor;

5 - Voetgangers;

6 - Overige weggebruikers;

7 - Schippers;

8 - Een ieder.

 FeitOvertreden artikelCategorie
 AFDELING A. VERKEER TE LAND   
    
 Nummers K 005 – K 160: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)  
K 005als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het rijbewijs krachtens de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften is ingeleverd9 lid 7 WVW 19941/2
K 020als bestuurder van een motorrijtuig rijden, terwijl het kentekenbewijs is ingevorderd – na deugdelijk herstel 36 lid 3 sub c WVW 19941/2
K 160als bestuurder, die in overtreding wordt bevonden van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, de gegeven bevelen niet opvolgen160 lid 6 WVW 19941/2/3/4/6
    
 Nummer N 150: Voertuigreglement (VR)  
    
 4 – KRACHTOVERBRENGING  
 als bestuurder van een voertuig rijden dan wel als eigenaar of houder doen of laten rijden terwijl:5.3.15 VR 
N 150b– het na 31-12-1987 in gebruik genomen voertuig, met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer 3
N 150c– het na 31-12-1987 in gebruik genomen bus met een toegestane maximum massa van meer dan 10 000 kg niet is voorzien van een snelheidsbegrenzer 3
N 150d– de snelheidsbegrenzer niet aan de eisen voldoet 3
    
 Nummers R 412 – R 627: Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990)  
    
 HOOFDSTUK 2. VERKEERSREGELS  
    
 XI. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen  
    
R 412een (brom)fiets plaatsen anders dan op het trottoir, voetpad, in de berm of door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen27 RVV 19903/4
    
 HOOFDSTUK 3. VERKEERSTEKENS  
    
 II. Verkeersborden  
    
R 587een (brom)fiets plaatsen in strijd met bord E3 (verbod (brom)fietsen te plaatsen)62 jo. bord E3 RVV 19903/4
    
 HOOFDSTUK 4. AANWIJZINGEN  
    
R 627als weggebruiker niet   
 – opvolgen van de in de Bijlage II vastgestelde aanwijzing om te stoppen, gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare verkeersbrigadiers82 lid 1 jo. 82 lid 3 ivm Bijlage II RVV 19901/2/3/4/6
 – stoppen voor een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, dan wel een rode lamp, dan wel een rode vlag, gegeven door een begeleider van een railvoertuig82 lid 4 RVV 19901/2/3/4/5/6
    
 Nummers K 800 – K 825: Wet Rijonderricht motorrijtuigen 1993 (WRM 1993)  
K 800rijonderricht geven zonder in het bezit te zijn van het vereiste certificaat (particulier)7 lid 1 WRM 19938
K 810rijonderricht geven terwijl het certificaat:   
 – niet geldig is voor het rijonderricht dat wordt gegeven7 lid 2 onder a WRM 19938
 – niet voldoet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering7 lid 2 onder b WRM 19938
 – niet behoorlijk leesbaar is7 lid 2 onder c WRM 19938
K 815als houder niet (tijdig) inleveren van een ongeldig verklaard certificaat voor   
 – rijonderricht15 lid 4 WRM 19938
 – vakbekwaamheid22 lid 5 WRM 19938
K 820het certificaat niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven24 WRM 19938
K 825het instructeursbewijs, dan wel het bewijs van ontheffing niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgegeven28 WRM 19938
    
 Nummers A 914 – A 918: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM)  
A 914als bezitter, als houder of als degene aan wie het kenteken is opgegeven een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, op een weg doen rijden of laten staan of toelaten dat daarmee op een weg wordt gereden of gestaan, of buiten een weg met een motorrijtuig deelnemen of toelaten dat daarmee wordt deelgenomen aan het verkeer op een terrein zonder dat voor dat motorrijtuig de vereiste verzekering is gesloten en in stand gehouden30 lid 1 WAM8
A 915als bezitter, als houder of als degene aan wie het kenteken is opgegeven, voor een motorrijtuig waarvoor een kenteken is afgegeven niet de vereiste verzekering sluiten en in stand houden30 lid 2 WAM8
A 917als bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, rijden of staan op een weg of buiten een weg deelnemen aan het verkeer op een terrein zonder dat voor dat motorrijtuig de vereiste verzekering is gesloten en in stand gehouden30 lid 4 WAM1/2
A 918als degene aan wie het kenteken voor een motorrijtuig is opgegeven, niet voldoen aan de vordering tot het ter inzage verstrekken van een verzekeringsbewijs34 lid 3 WAM8
    
 AFDELING B. VERKEER TE WATER   
    
 Nummers W 010 – W 166: Binnenvaartpolitiereglement (BPR)  
    
 Snelle motorboten  
W 010als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat de motorboot is geregistreerd8.01 lid 1 BPR7
W 011als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat deze is geregistreerd8.05 jo. 8.01 lid 1 BPR8
W 012als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen, terwijl deze wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar8.01 lid 1 BPR7
W 013als eigenaar of houder van een snelle motorboot die wel is geregistreerd, doch niet ten name van de eigenaar, geen zorg hebben gedragen dat deze ten name van de eigenaar is geregistreerd8.05 jo. 8.01 lid 1 BPR8
W 014als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.02 lid 1 BPR7
W 015als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR8
W 016als schipper van een snelle motorboot aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.02 lid 1 BPR7
W 017als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 1 BPR8
W 018als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen zonder dat het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.02 lid 2 BPR7
W 019als eigenaar of houder van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 2 BPR8
W 020als schipper van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, aan de scheepvaart deelnemen terwijl het voorgeschreven registratieteken niet op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.02 lid 2 BPR7
W 021als eigenaar of houder van een snelle motorboot, waarvoor qua constructie een registratieteken van 100 x 60 x 15 mm groot genoeg is, geen zorg hebben gedragen dat daarop het voorgeschreven registratieteken op de voorgeschreven wijze is aangebracht8.05 jo. 8.02 lid 2 BPR8
W 022als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet aan boord hebben8.01 lid 2 BPR7
W 023als eigenaar of houder van een snelle motorboot geen zorg hebben gedragen dat het registratiebewijs aan boord is8.05 jo. 8.01 lid 2 BPR8
W 024als schipper van een snelle motorboot het registratiebewijs niet op eerste vordering ter inzage afgeven8.01 lid 4 BPR7
W 025als eigenaar of houder van een snelle motorboot het registratiebewijs niet op eerste vordering ter inzage afgeven8.05 jo. 8.01 lid 4 BPR8
W 032als bestuurder van een snelle motorboot, die qua constructie niet veilig staande kan worden bestuurd, tijdens het varen niet zitten op de bestuurderszitplaats8.04 lid 1a BPR7
W 034als bestuurder van een snelle motorboot, deze staande besturen zonder een reddingsvest te dragen8.04 lid 5 BPR7
W 036als bestuurder van een snelle motorboot varen zonder gebruik te maken van de «dodemans-knop»8.04 lid 1b BPR7
W 038als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen8.03 sub b BPR7
W 039als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van uitlaatgassen8.05 jo. 8.03 sub b BPR8
W 040als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen («dodemans-knop»)8.03 sub d BPR7
W 041als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een technische voorziening waardoor bij het onderbreken van de besturing de voortstuwingsmiddelen onmiddellijk tot stilstand of nagenoeg tot stilstand komen («dodemans-knop»)8.05 jo. 8.03 sub d BPR8
W 042als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat8.03 sub f BPR7
W 043als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een deugdelijk brandblusapparaat8.05 jo. 8.03 sub f BPR8
W 044als schipper van een snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart terwijl de snelle motorboot niet is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens:8.03 sub e BPR  
 – bij ontbreken van één 7
 – bij ontbreken van twee 7
 – bij ontbreken van drie 7
 – bij ontbreken van vier 7
 – bij ontbreken van vijf of meer 7
W 045als eigenaar of houder van een snelle motorboot, die deelneemt aan de scheepvaart, geen zorg hebben gedragen dat deze is voorzien van een voor alle opvarenden voldoende aantal reddingsvesten en/of drijfkussens:8.05 jo. 8.03 sub e BPR  
 – bij ontbreken van één 8
 – bij ontbreken van twee 8
 – bij ontbreken van drie 8
 – bij ontbreken van vier 8
 – bij ontbreken van vijf of meer 8
W 050als schipper van een snelle motorboot doen waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik doen maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR7
W 051als waterskiër waterskiën of op soortgelijke wijze van de vaarweg gebruik maken waar c.q. wanneer waterskiën verboden is8.06 lid 1 c.q. teken A14 BPR8
W 052als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (geen uitkijk)8.06 lid 2 BPR7
W 054als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk jonger dan 12 jaar)8.06 lid 2 BPR7
W 056als bestuurder van een snelle motorboot één of meer waterskiërs voortbewegen zonder dat deze bestuurder zich doet bijstaan door een mede-opvarende van tenminste 15 jaar oud als uitkijk (aanwezige uitkijk tussen 12 – 15 jaar)8.06 lid 2 BPR7
    
 Snelheidsovertredingen  
 als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 20 km/uur, waar dat verboden is en wel een overschrijding van6.02 lid 3 BPR  
W 065tot 6 km/uur 7
W 0666 tot 15 km/uur 7
W 06715 tot 25 km/uur 7
W 06825 tot 35 km/uur 7
W 06935 km/uur of meer 7
    
 als schipper van een klein schip sneller varen dan toegestaan, en wel een overschrijding van5.01 BPR i.v.m. verkeersteken B6  
W 075tot 6 km/uur 7
W 0766 tot 15 km/uur 7
W 07715 tot 25 km/uur 7
W 07825 tot 35 km/uur 7
W 07935 km/uur of meer 7
    
 als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan 9 km/uur, waar dat verboden is, en wel een overschrijding van5.01 BPR i.v.m. de Regeling Rijkswater  
W 085tot 6 km/uur 7
W 0866 tot 15 km/uur 7
W 08715 tot 25 km/uur 7
W 08825 tot 35 km/uur 7
W 08935 km/uur of meer 7
    
 als schipper van een snelle motorboot sneller varen dan toegestaan en wel een overschrijding vanPlaatselijke regeling  
W 095tot 6 km/uur 7
W 0966 tot 15 km/uur 7
W 09715 tot 25 km/uur 7
W 09825 tot 35 km/uur 7
W 09935 km/uur of meer 7
    
 Overige  
W 150als schipper van een schip varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon die de voorgeschreven leeftijd heeft bereikt1.09 lid 1 BPR7
W 152als schipper van een snelle motorboot varen terwijl het sturen niet wordt verricht door een persoon van tenminste 18 jaar1.09 lid 4 BPR7
W 154als schipper van een schip varen terwijl niet de vereiste bescheiden worden getoond1.10 BPR7
W 156als schipper van een schip varen terwijl niet aan boord is een bijgewerkt exemplaar van het Binnenvaartpolitiereglement1.11 BPR7
W 158als schipper van een schip bij het meren of verhalen gebruik maken van   
 – verkeerstekens1.13 lid 1 BPR7
 – andere voorwerpen dan die daarvoor bestemd zijn7.04 lid 3 BPR7
W 160als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een voor de doorgaande vaart bestemd gedeelte van de vaarweg9.05 BPR7
W 162als schipper van een zeilplank, daarmee varen in een gedeelte van de vaarweg waar dit verboden isPlaatselijke regeling7
W 164als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet zijn aangebracht   
 – schip2.01 BPR7
 – klein schip2.02 BPR7
W 166als schipper deelnemen aan de scheepvaart terwijl de voorgeschreven kentekens niet op de voorgeschreven wijze zijn aangebracht   
 – schip2.01 BPR7
 – klein schip2.02 BPR7
 Nummer W 300 – W 305: Binnenschepenwet (BIW)  
W 300als schipper van een schip op binnenwateren varen zonder dat hij is voorzien van een geldig klein vaarbewijs (als bedoeld in artikel 18 BIW)16 BIW7
W 305als schipper niet op eerste vordering een geldig vaarbewijs of een het vaarbewijs vervangend document behoorlijk ter inzage afgeven52a BIW7
    
 AFDELING C. MILIEU   
    
 Nummers H 001 – H 106: Wet milieubeheer (Wm) en de Model-Algemene plaatselijke verordening (model-APV)  
    
 Huishoudelijke afvalstoffen  
H 001huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden overdragen of ter inzameling aanbieden10.10 Wm jo. 4.2.2.2 model-APV8
H 006huishoudelijke afvalstoffen overdragen of ter inzameling aanbieden anders dan10.10 Wm jo. 4.2.2.3, 
 – in het van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelonder a, model-APV8
 – verpakt in een gesloten zak in de van gemeentewege verstrekte containeronder b, model-APV8
 – op de voorgeschreven wijzeonder c, model-APV8
 – op de aangewezen plaatsonder c, model-APV8
 – in vuilniszakkenonder d, model-APV8
H 011huishoudelijke afvalstoffen overdragen of ter inzameling aanbieden, terwijl:10.10 Wm jo. 4.2.2.3  
 – de vuilniszakken, -emmers of containers niet goed gesloten zijnivm 4.2.2.4, onder 1, model-APV8
 – de inhoud van de vuilniszakken of -emmers (met uitsteeksels) op zodanige wijze is gepakt, dat daardoor scheuren in de zakken of verwondingen kunnen ontstaanivm 4.2.2.4, onder 2, model-APV8
 – de inhoud van de zakken, emmers of containers zwaarder is dan het toegestane gewichtivm 4.2.2.4, onder 3, model-APV8
H 016huishoudelijke afvalstoffen in vuilniszakken, -emmers of containers overdragen of ter inzameling aanbieden zonder deze zo dicht mogelijk op het voetpad bij de rijweg of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de rijweg te plaatsen10.10 Wm jo. 4.2.2.3 ivm 4.2.2.5 model-APV8
H 021huishoudelijke afvalstoffen in vuilniszakken, -emmers of containers overdragen of ter inzameling aanbieden zonder deze te plaatsen op een door burgemeester en wethouders bepaalde plaats10.10 Wm jo. 4.2.2.3 ivm 4.2.2.6 model-APV8
H 026als houder van een vuilnisemmer of container er niet voor zorgen dat deze zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst van de weg is verwijderd10.10 Wm jo. 4.2.2.3 ivm 4.2.2.7 model-APV8
H 031de wijkcontainer niet goed sluiten na het deponeren van huishoudelijke afvalstoffen10.10 Wm jo. 4.2.2.3 ivm 4.2.2.8 model-APV8
H 036de voorgeschreven categorieën van huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk; overdragen, aanbieden, achterlaten op een daartoe ter beschikking gestelde plaats10.10 Wm jo. 4.2.2.13 model-APV8
H 041huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de toegestane dagen, tijden, wijzen en plaatsen achterlaten10.10 Wm jo. 4.2.2.10 model-APV8
H 046andere huishoudelijke afvalstoffen dan van zeer beperkte omvang en gewicht, niet zijnde vloeistoffen achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken10.10 Wm jo. 4.2.2.10a, onder 1 model-APV8
H 051glas op andere plaatsen achterlaten dan in daartoe van gemeentewege geplaatste glasbakken10.10 Wm jo. 4.2.2.10a, onder 2 model-APV8
H 056papier op andere plaatsen achterlaten dan in daartoe van gemeentewege geplaatste papierbakken10.10 Wm jo. 4.2.2.10a, onder 3 model-APV8
H 061groente, fruit en tuinafval anders dan afzonderlijk; overdragen, aanbieden of achterlaten op een daartoe ter beschikking gestelde plaats10.10 Wm jo. 4.2.2.13a model-APV8
H 066groente, fruit en tuinafval en/of de voorgeschreven categorieën van huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de voorgeschreven dagen, tijden, wijzen of plaatsen overdragen, aanbieden of achterlaten10.10 Wm jo. 4.2.2.14, lid 2 model-APV8
    
 Grof huisafval  
H 071grof huisafval op andere dan de toegestane dagen, tijden, wijzen en plaatsen achterlaten10.10 Wm jo. 4.2.3.1 ivm 4.2.3.2 en 4.2.3.4 model-APV8
H 076grote stukken grof huisafval overdragen of aanbieden terwijl de voorgeschreven maximale grootte wordt overschreden10.10 Wm jo. 4.2.3.1 ivm 4.2.3.3, lid 1, model-APV8
H 081kleine stukken grof huisafval niet zoveel mogelijk in bundels samengedrukt en -gebonden overdragen of aanbieden10.10 Wm jo. 4.2.3.1 ivm 4.2.3.3, lid 1, model-APV8
H 086stukken of bundels grof huisafval overdragen of aanbieden terwijl de voorgeschreven inhoud of het gewicht wordt overschreden10.10 Wm jo. 4.2.3.1 ivm 4.2.3.3, lid 2, model-APV8
H 091de voorgeschreven categorieën van grof huisafval anders dan afzonderlijk; overdragen, aanbieden of achterlaten op een daartoe ter beschikking gestelde plaats10.10 Wm jo. 4.2.3.1 ivm 4.2.3.4 model-APV8
    
 Overige  
H 096als particulier afval, vuilnis of andere stoffen of voorwerpen buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats op of in de bodem te plaatsen, te storten, te werpen, uit te gieten, te laten vallen, te laten lopen of te houden, hetgeen4.4.1 model-APV  
 – verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van een weg tot gevolg heeft 8
 – aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu 8
H 101als particulier zonder daartoe gerechtigd te zijn huishoudelijke afvalstoffen, grof huisafval of andere afvalstoffen, welke ter inzameling gereed staan, doorzoeken dan wel verwijderen4.4.7 model-APV8
    
 Autowrakken  
H 106een autowrak aanwezig hebben op een voor het publiek zichtbare plaats (verdachte is verplicht het voertuig bij een legale verwerker af te leveren)10.17 lid 1 Wm8
    
 Nummers H 161 – H 176: Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms) en het Vuurwerkbesluit (Vb)  
H 161vuurwerk voorhanden hebben dat niet voldoet aan de gestelde eisen (uitgezonderd handel)3 Vb  
 – strijkers t/m 100 stuks 8
 – strijkers 101 t/m 300 stuks 8
H 166vuurwerk is niet voorzien van de aanduiding: bestemd voor particulier gebruik (uitgezonderd handel)4 Vb8
H 171vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden (31-12 10.00 uur tot 01-01 02.00 uur)12 lid 1 Vb8
H 176vuurwerk voorhanden hebben op een publiek toegankelijke plaats (uitgezonderd handel)13 lid 1 Vb8
    
 Nummers H 200 – H 205: Geluidshinder  
H 200rumoer of burengerucht verwekken waardoor de nachtrust kan worden verstoord431 WvSr8
H 205als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht4.1.7 lid 1 model-APV8
    
 Nummers H 300 – H 330: Plaatselijke verordeningen (Pl.V.)  
H 300zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggenPl.V.8
H 305zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsenPl.V.8
H 310met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V.1/2/3/4/6
H 311met een voertuig rijden (crossen) door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrookPl.V.1/2/3/4/6
H 315roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaanPl.V. 8
H 320het is verboden in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebbenPl.V.8
H 325als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze zich niet van uitwerpselen ontdoet2.4.18 model-APV  
 – op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers 8
 – op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide 8
 – op een andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats 8
H 330met een pleziervaartuig varen in/door rietkragen, biezen of ander opstaand gewas dan wel een pleziervaartuig daar afmerenPl.V.8
    
 Nummer H 425: Jachtwet (JW)  
H 425niet verhinderen dat de hond die onder zijn toezicht staat wild zoekt, bemachtigt dan wel doodt op grond waar hij niet bevoegd is te jagen25 JW8
    
 Nummer H 710: Wet op de openluchtrecreatie (WodO)  
H 710voor recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden, buiten kampeerterreinen waarvoor een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend15 lid 1 WodO8
    
 AFDELING D. WETBOEK VAN STRAFRECHT   
    
 Nummers D 515 – D 537: Boek 3 Wetboek van Strafrecht (WvSr)  
D 515door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven, of woon- of verblijfplaats opgeven435, onder 4 WvSr8
D 530zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevinden453 lid 1 WvSr8
D 535zonder daartoe gerechtigd te zijn zich bevinden:460 WvSr 
 – op grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereedgemaakt 1/2/3/4/5/6/8
 – gedurende de maanden mei tot en met oktober op enig wei- of hooiland 1/2/3/4/5/6/8
D 537zonder daartoe gerechtigd te zijn zich te bevinden op eens anders grond, waarvan de toegang hem op voor hem blijkbare wijze verboden is461 WvSr1/2/3/4/5/6/8
    
 AFDELING E. BIJZONDERE WETTEN   
    
 Nummers E 105 – E 146: Wet personenvervoer (WPV), Besluit personenvervoer (BPV), Spoorwegwet (SW) en Algemeen Reglement Vervoer (ARV)  
E 105een bus of een auto gebruiken:162 lid 1 BPV  
 – voor personenvervoer, terwijl daarin niet aanwezig is het geldig keuringsbewijs 8
 – voor ander vervoer dan waartoe de bus of de auto blijkens het keuringsbewijs mag worden gebruikt 8
E 110een bus of een taxi besturen zonder in het bezit te zijn van een niet ouder dan vijf jaar zijnde geneeskundige verklaring157 lid 1 BPV8
E 120als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van32 WPV jo. 61a BPV  
 – de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
 – de bediening en het gebruik van een vervoermiddel 8
 – de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
E 121als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken32 WPV jo. 61b BPV  
 – op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
 – op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
E 122als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een vervoermiddel te gebruiken32 WPV jo. 61b BPV  
 – op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
 – op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
E 123als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door stoffen of voorwerpen uit een vervoermiddel te werpen32 WPV jo. 61c BPV8
E 124als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich32 WPV jo. 61d BPV  
 – in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
 – onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
E 125als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een vervoermiddel of een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan.32 WPV jo. 61i BPV8
E 126als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station of halte op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is32 WPV jo. 61j BPV8
E 127als reiziger de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station of halte te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg32 WPV jo. 61k BPV8
E 128als reiziger niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt33 WPV8
E 130de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door het verhinderen of belemmeren van5 lid 1 jo. 5 lid 2a ARV  
 – de bediening en het gebruik van voorzieningen 8
 – de bediening en het gebruik van een trein 8
 – de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder 8
E 131de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door voorzieningen te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV  
 – op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn 8
 – op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
E 132de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door een trein te gebruiken5 lid 1 jo. 5 lid 2b ARV  
 – op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar is 8
 – op een andere dan de daarvoor bestemde wijze 8
E 134de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich5 lid 1 jo. 5 lid 2d ARV  
 – in kennelijke staat van dronkenschap te bevinden 8
 – onder kennelijke invloed van verdovende middelen te bevinden 8
E 135de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door te roken in, een gedeelte van, een station, waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan.5 lid 1 jo. 5 lid 2i ARV8
E 136de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich te bevinden op een, gedeelte van een, station op een tijdstip dat deze gesloten dan wel niet toegankelijk is5 lid 1 jo. 5 lid 2j ARV1/2/3/4/5/6/8
E 137de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang verstoren door zich op een station te begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg5 lid 1 jo. 5 lid 2k ARV8
E 138het niet opvolgen van de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt7 ARV1/2/3/4/5/6/8
E 145op of langs de spoorweg rijden of lopen43 SW1/2/3/4/5/6/8
E 146paarden, vee of andere dieren op of langs de spoorweg te drijven of te laten lopen44 SW 
    
 Nummer E 161: Reglement op de Raccordementen (R.Rac)  
E 161bij een overweg, die niet in een voor het verkeer openstaande weg is gelegen,  
 – deze opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken12 lid 2 R.Rac1/2/3/4/5/6
 – een railvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten12 lid 3 R.Rac1/2/3/4/5/6
 – deze opgaan, indien een verkeerslicht rood licht of rood knipperlicht toont, dan wel een stopteken dat bestaat uit een bord F10 van Bijlage I van het RVV 1990, een rode lamp of een rode vlag, wordt getoond12 lid 4 R.Rac1/2/3/4/5/6
    
 Nummer E 320: Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)  
E 320– niet voldoen aan de vordering zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboortejaar, geboorteplaats en adres op te geven34 lid 1, onderdeel a WAHV8
 – onjuiste gegevens opgeven, na de vordering zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboortejaar, geboorteplaats en adres op te geven34 lid 1, onderdeel b WAHV8
 – niet voldoen aan de vordering van de officier van justitie het rijbewijs op een bepaalde tijd en aangewezen plaats in te leveren34 lid 1, onderdeel c WAHV8
    
 Nummers E 601 – E 627: Visserijwet (ViW) en Reglement voor de Binnenvisserij (RB)  
E 601de kustvisserij uitoefenen met meer dan twee hengels of één peur zonder een geldig consent te kunnen tonen6 lid 1 ViW8
E 603vissen in kustwater, wel in het bezit zijnde van een geldig consent, zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water7 lid 1 ViW8
E 605de binnenvisserij uitoefenen zonder een geldige sportvisakte te kunnen tonen:10 lid 1 ViW  
 – met één hengel of twee hengels 8
 – met één peur 8
E 607de binnenvisserij uitoefenen met vistuig zonder de daarvoor vereiste geldige grote visakte te kunnen tonen10 lid 1 ViW8
E 615vissen in water, wel in het bezit zijnde van een grote visakte of een sportvisakte zonder schriftelijke vergunning van de rechthebbende op het visrecht van dat water21 lid 1 ViW8
E 617vissen in de periode van 1 april tot en met 31 mei met:   
 – één hengel of twee hengels6 lid 1 a RB8
 – meer dan twee hengels 8
E 619vissen in het IJsselmeer zonder vergunning van de Minister van Landbouw en Visserij8 lid 1 RB8
E 620vissen in verboden tijd met:7 RB  
 – één hengel of twee hengels 8
 – meer dan twee hengels 8
E 623vissen in de Neder-Rijn, de Maas, de Lek of de Overijsselsche Vecht binnen een afstand van 75 meter stroomafwaarts van een stuw, in een bij een stuw aangebrachte vispassage of binnen een straal van 25 meter voor de bovenmond van een bij een stuw aangebrachte vispassage:9 lid 1 a/b/c RB  
 – met één hengel of twee hengels 8
 – met meer dan twee hengels 8
E 627op of in de nabijheid van enig binnenwater voorhanden hebben van een vistuig, terwijl het gebruik van dat vistuig in het betrokken water verboden is, men niet bevoegd is met dat vistuig te vissen of men niet gerechtigd is met dat vistuig in het betrokken water te vissen:  
 – met één hengel of twee hengels10 lid 1 a/b/c RB8
 – met meer dan twee hengels 8
    
 Nummers E 801 – E 836: Vreemdelingenwet (VrW) en Vreemdelingenbesluit (VB)  
E 801als vreemdeling die Nederland in- of uitreist zich niet begeven langs een doorlaatpost, binnen de tijd dat deze is opengesteld, en zich niet aldaar vervoegen bij een ambtenaar, belast met de grensbewaking22 lid 1 VB8
E 807als gezagvoerder van een Nederland binnengevaren zeeschip gedurende de tijd dat zijn schip zich in Nederland bevindt niet voldoen aan de verplichting:   
 – het exemplaar van de bemanningslijst hetwelk hem na controle door de ambtenaar, belast met de grensbewaking wederom ter hand is gesteld, onder zijn berusting te houden en desgevraagd onverwijld ter inzage te doen verstrekken aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen29 sub a VB8
 – onverwijld aan een ambtenaar, belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen, kennis te geven van elke aanmonstering van een vreemdeling of van elke uit een oogpunt van grensbewaking of vreemdelingentoezicht van belang zijnde afwezigheid van een vreemdeling die tot zijn bemanning behoort29 sub b VB8
 – tijdig van het voornemen tot afmonstering van een vreemdeling die lid is van de bemanning van zijn schip kennis te geven aan een met de grensbewaking of met het vreemdelingentoezicht belaste ambtenaar29 sub c VB8
E 815als vreemdeling aan wie het krachtens één der bepalingen van de artikelen 9 en 10 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven in geval van adresverandering binnen de gemeente waar hij woont of verblijft, niet binnen vijf dagen daarvan kennis geven aan het hoofd van de plaatselijke politie aldaar, in geval van verandering van woon- of verblijfplaats binnen Nederland, of bij vertrek naar het buitenland, niet daarvan, zo mogelijk onder opgave van het nieuwe adres, voor zijn vertrek kennis geven aan het hoofd van plaatselijke politie van de gemeenten waaruit hij vertrekt dan wel ingeval van verandering van woon- of verblijfplaats binnen Nederland niet daarvan, onder opgave van het nieuwe adres, binnen vijf dagen na aankomst in de nieuwe woon- of verblijfplaats in persoon kennisgeven aan het hoofd van plaatselijke politie57 VB jo. 44 VrW8
E 817als vreemdeling niet op vordering van het hoofd van de plaatselijke politie van de gemeente waar hij woon- of verblijfplaats heeft, binnen de in de vordering aangegeven tijd   
 – de gevraagde gegevens te verstrekken58 lid 1 VB8
 – de gevraagde gegevens in persoon te verstrekken58 lid 2 VB8
E 823als vreemdeling desgevraagd aan een ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen, niet alle gegevens verstrekken en niet alle in zijn bezit zijnde bescheiden vertonen welke kunnen dienen ter vaststelling van:   
 – zijn identiteit, nationaliteit, burgerlijke staat, beroep alsmede zijn tegenwoordige en vroegere woonen verblijfplaats met adres64 sub a VB8
 – de datum, de plaats en de wijze van zijn binnenkomst in Nederland of in het Beneluxgebied64 sub b VB8
 – het doel en de duur van zijn voorgenomen verblijf in Nederland64 sub c VB8
 – de middelen waarover hij met het oog op zijn verblijf in Nederland kan beschikken of de beschikking kan krijgen64 sub d VB8
E 825als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 8 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf langer dan drie maanden, zich niet binnen acht dagen na zijn binnenkomst in Nederland in persoon meldt bij het hoofd van plaatselijke politie van de gemeente waar hij verblijft66 VB8
E 830als vreemdeling aan wie het krachtens artikel 8 van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven en die naar Nederland is gekomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden, zich niet, voor zover zulks is voorgeschreven door de Minister van Justitie, binnen acht dagen na binnenkomst in Nederland in persoon meldt bij het hoofd van de plaatselijke politie van de gemeente waar hij verblijft67 VB8
E 832als vreemdeling die houder is van een visum of een document voor grensoverschrijding waarin door de daartoe bevoegde autoriteit een aantekening is gesteld omtrent aanmelding bij een vreemdelingendienst in Nederland, zich niet binnen twee dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij het hoofd van de plaatselijke politie van de in deze aantekening vermelde gemeente68 VB8
E 834als vreemdeling die naar Nederland is gekomen om als zeeman werk te zoeken aan boord van een zeeschip, zich niet binnen twee dagen na binnenkomst in Nederland in persoon aanmeldt bij het hoofd van de plaatselijke politie van de gemeente waar hij werk zoekt69 VB8
E 836niet voldoen aan de verplichting tot wekelijkse aanmelding bij het hoofd van de plaatselijke politie van de gemeente van verblijf, behoudens door deze verleende ontheffing   
 – als vreemdeling wier uitzetting is gelast, in afwachting van de feitelijke mogelijkheid tot verwijdering70 lid 1a VB8
 – als vreemdeling aan wie het krachtens één der bepalingen van de artikelen 8–10 van de Wet niet is toegestaan in Nederland te verblijven, hangende de beslissing op een door hem ingediend verzoek om het verlenen, of het verlengen van de geldigheidsduur, van een vergunning tot verblijf, om het verlenen van een vergunning tot vestiging of om toelating als vluchteling70 lid 1b VB8
    
 AFDELING F. OVERIGE OVERTREDINGEN   
    
 Nummers F 105 – F 245: Algemene Plaatselijke Verordening (model-APV)  
F 105als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden2.3.1.4 lid 1 model-APV8
F 120op of aan de weg2.4.7 model-APV8
 – te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair   
 – zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt   
F 121op de weg (binnen een door de burgemeester en wethouders aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigen of aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben2.4.8 model-APV8
F 125zonder redelijk doel   
 – zich in een portiek of poort op te houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen2.4.9 lid 1 model-APV8
 – zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen zich daar te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte2.4.9 lid 2 model-APV8
F 130(in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimte2.4.10 model-APV8
 – zich zonder redelijk doel en op een voor andere hinderlijke wijze op te houden  
 – te verontreinigen   
 – voor een ander doel te bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is   
F 135met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt2.4.12 model-APV3/4/8
F 140– zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip op te houden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een daarin bevindende persoon te bespieden2.4.13 lid 1 model-APV8
 – een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespieden2.4.13 lid 2 model-APV8
F 145als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen2.4.17 model-APV8
 – op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd   
 – op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats   
F 155als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken2.4.22 model-APV8
F 160ontplofbare stoffen of voorwerpen van klasse 1, in hoeveelheden als bedoeld in artikel 1 van bijlage 2, Hoofdstuk 2 van het Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen, alsmede gevaarlijke stoffen als bedoeld in dat artikel met een transporteenheid vervoeren over andere wegen of weggedeelten dan die, welke door burgemeester en wethouders zijn aangewezen en zijn aangeduid met borden model K 14 van Bijlage I van het RVV 19902.6.1 lid 1 model-APV8
F 180de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden4.4.2 model-APV8
 – terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek   
 – in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden   
F 185binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen4.4.6 model-APV8
F 190een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen5.1.2a model-APV8
F 195een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn5.1.3 model-APV1/2/6/8
F 205een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staan5.1.5 model-APV1/2/6/8
F 210een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken5.1.6 model-APV1/2/6/8
F 235met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan5.3.2 model-APV7/8
F 240als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden5.3.7 model-APV8
F 245zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, te begeven of te bevinden5.3.8 model-APV8
    
 AFDELING G. MISDRIJVEN   
    
 Nummer G 100: Wetboek van Strafrecht (WvSr)  
G 100Goederen uit een winkel wegnemen/toeëigenen waarde van het ontvreemde goed310/321 WvSr  
 – t/m f 100,- 8
 – meer dan f 100,- t/m f 250,- 8
    
 Nummers G 300 – G 305: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)  
 als bestuurder van een motorvoertuig rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G 300– 235 t/m 350 μg/l (adem)8 lid 2 sub a WVW 19941/2
G 301– 0,54 t/m 0,80% (bloed)8 lid 2 sub b WVW 19941/2
    
 als bestuurder van een bromfiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G 302– 235 t/m 435 μg/l (adem)8 lid 2 sub a WVW 19943
G 303– 0,54 t/m 1,00% (bloed)8 lid 2 sub b WVW 19943
    
 als bestuurder van een fiets rijden, terwijl het alcoholgehalte van de adem, dan wel het bloed te hoog is:   
G 304– 235 μg/l en hoger (adem)8 lid 2 sub a WVW 19944
G 305– 0,54% en hoger (bloed)8 lid 2 sub b WVW 19944

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1996.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 21 december 1995

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de achtentwintigste december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt ertoe het Transactiebesluit 1994 en de daarbij behorende bijlage op enkele punten te herzien.

De aanpassing van artikel 2, vierde lid, onderdeel b en e, van dit besluit is het gevolg van een samenvoeging van enkele feitcodes, die zijn opgenomen in de bijlage van dit besluit. De aanpassing van de onderdelen c en d houdt verband met het opnemen van enkele milieudelicten, die betrekking hebben op de afvalstoffen. Aan onderdeel d zijn tevens de buitengewoon opsporingsambtenaren van de Algemene Inspectiedienst (AID) van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij toegevoegd. De boswachters van de AID hadden behoefte aan deze bevoegdheid en vielen niet onder de vorige bepaling.

In de bijlage van het Transactiebesluit 1994, betreffende de lijst met transigabele feiten, is een aantal technische en inhoudelijke wijzigingen aangebracht.

De aanpassing van de bijlage betreft enige milieudelicten. Wijzigingen van de Wet op de economische delicten (WED) (Stb. 1994, 135) en van de Wet milieubeheer (Stb. 1993, 283) hebben tot gevolg gehad dat een aantal milieuovertredingen ter zake waarvan de kantonrechter bevoegd was, als economische delicten zijn aangemerkt. Het gaat hierbij om handelingen in strijd met voorschriften betreffende:

1. afgifte en inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (art. 10.10 Wet milieubeheer jo. art. 1a, onder 3°, WED);

2. het aanwezig hebben van autowrakken (art. 10.17 Wet milieubeheer jo. art. 1a, onder 3°, WED);

3. het bezit en de aflevering van illegaal vuurwerk (art. 3 Vuurwerkbesluit jo. art. 24 Wet milieugevaarlijke stoffen jo. art. 1a, onder 2°, WED);

4. het op bepaalde tijden en plaatsen voorhanden hebben of afsteken van vuurwerk (art. 12 en 13 Vuurwerkbesluit jo. art. 24 Wet milieugevaarlijke stoffen jo. art. 1a, onder 1°, WED).

De evengenoemde feiten waren tot hun onderbrenging in de WED als transigabele overtreding van de verschillende bijzondere wetten opgenomen in de bijlage bij dit besluit. Aangezien met de aanwijzing van deze feiten als economische delicten niet is beoogd afdoening door middel van politietransactie in daarvoor in aanmerking komende gevallen uit te sluiten, zijn de overtredingen van de thans geldende bepalingen in de bijlage opgenomen. Met betrekking tot de feiten waarvan de strafbaarstelling berust op artikel 1a, onder 1° en 2°, WED wordt erop gewezen, dat de transactiebevoegdheid slechts betrekking heeft op handelingen die als overtredingen moeten worden aangemerkt. Voor zover de feiten van dien aard zijn, dat vervolging ter zake van het economisch misdrijf in aanmerking komt (vgl. art. 2 WED), komen deze reeds naar hun aard niet voor politietransactie in aanmerking en dient proces-verbaal te worden opgemaakt.

Eind 1995 treedt de Wet op de openluchtrecreatie in werking. Daar artikel 27, eerste lid, van de Kampeerwet dan vervalt, wordt in de bijlage de feitcode H 700 vervangen door H 710.

De feitcode W 300b is aan de bijlage toegevoegd, omdat de overtreding van artikel 16 van de Binnenschepenwet (varen zonder klein vaarbewijs) in veel gevallen met een gemandateerde OM-transactie wordt afgedaan. Dit geldt ook voor de overtreding van artikel 54 van het Vreemdelingenbesluit, het niet tonen van een identiteitspapier. Als laatste is aan deze bijlage toegevoegd het feit F 121, betreffende het op bepaalde aangewezen plaatsen nuttigen van alcoholhoudende drank en het aanwezig hebben van aangebroken verpakkingen met alcoholhoudende drank. Deze bepalingen is sinds kort in de Model Algemene Plaatselijke Verordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgenomen.

Tot slot is de feitcode F 215, betreffende het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom, uit de bijlage verwijderd. Dit feit is onder nummer R 414 opgenomen in de bijlage van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

Bij deze nota van toelichting is in een bijlage een opsomming van alle wijzigingen opgenomen, vergezeld van een beknopte toelichting.

Bij Besluit van 16 oktober 1995, Stb. 500, is de bijlage van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften gewijzigd. Dat besluit zal op 1 januari 1996 in werking treden.

De inwerkingtreding van het onderhavige besluit sluit daarbij aan.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Bijlage bij de nota van toelichting:

Feitcode:Omschrijving:
K 070Dit feit, dat abusievelijk in de bijlage was opgenomen is verwijderd, omdat aan personen die de leeftijd van zestien jaar nog niet hebben bereikt geen transactie kan worden aangeboden.
  
N 150De aanhef van dit feit is uitgebreid met de eigenaar of houder van het voertuig.
  
R 412 en R 413Deze feiten zijn samengevoegd tot een nieuw feit R 412.
  
R 486 en R 587Deze feiten zijn samengevoegd tot een nieuw feit R 587.
  
W 300bDaar dit feit veelal middels een gemandateerde OM-transactie wordt afgedaan, is dit feit aan de bijlage toegevoegd.
  
H 001 t/m H 101Deze feiten hebben betrekking op de gemeentelijke afvalstoffen verordening, die is gebaseerd op artikel 10.10 van de Wet milieubeheer. De feiten die in deze verordening zijn opgenomen zijn economische delicten.
  
H 106Dit feit is gebaseerd op artikel 10.17 van de Wet milieubeheer en heeft betrekking op het aanwezig hebben van autowrakken.
  
H 161 t/m H 176Deze feiten hebben betrekking op enkele bepalingen uit vuurwerkbesluit ook deze feiten vallen onder de Wet op de economische delicten.
  
H 700Eind 1995 wordt de Kampeerwet vervangen door de Wet op de openluchtrecreatie, hierdoor komt de feitcode H 700 te vervallen en is een nieuw feit H 710 toegevoegd.
  
D 515Aan artikel 435, onder 4, van het Wetboek van Strafrecht is na geboorteplaats, toegevoegd: «adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven,». De feitcode D 515 is overeenkomstig aangepast.
  
D 535 en D 537Deze feiten zijn uitgebreid met de categorie 8.
  
E 138Om een differentiatie in de tarifering mogelijk te maken zijn voor dit feit tevens de categorieën 1 tot en met 6 van toepassing.
  
E 823Dit feit betreffende het niet verstrekken van gegevens en het niet tonen van bescheiden, in het kader van de Vreemdelingenwetgeving, is aan de bijlage toegevoegd.
  
E 836In het laatste onderdeel is de tekst «is toegestaan» vervangen door: «niet is toegestaan»
  
F 105De feitomschrijving is overeenkomstig de wijziging van de Model-APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aangepast
  
F 121In de Model-APV van de VNG is een nieuw artikel opgenomen betreffende het nuttigen dan wel het bij zich hebben van alcoholhoudende drank. Voor dit delict is een nieuw feit in de bijlage opgenomen.
  
F 215De feitcode F 215 is vervallen. Deze gedraging is met een nieuwe feitcode (R 414) in de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften opgenomen.

XNoot
1

Stb. 1994, 390, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 februari 1995, Stb. 65.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven