Besluit van 18 december 1995 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding wat de academische ziekenhuizen betreft van enige onderdelen van artikel I en van artikel II van de wet van 21 december 1994 (Stb. 942), houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met decentralisatie van regelgeving op arbeidsvoorwaardelijk terrein

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 14 december 1995, nr. 95031105/6021, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van de wet van 21 december 1994 (Stb. 942), houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met decentralisatie van regelgeving op arbeidsvoorwaardelijk terrein;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Artikel I, onderdelen C, D, E en O, alsmede artikel II van de wet van 21 december 1994 (Stb. 942), houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met decentralisatie van regelgeving op arbeidsvoorwaardelijk terrein treden wat de academische ziekenhuizen betreft in werking met ingang van 31 december 1995.

  • 2. Artikel I, onderdelen B, L en M, van de in het eerste lid genoemde wet treedt in werking met ingang van 31 december 1995.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 december 1995

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

Uitgegeven de achtentwintigste december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven