Wet van 13 december 1995 tot wijziging van een aantal wetten met het oog op de uitvoering van het besluit van het gemengd comité van de EER nr. 7/94 van 21 maart 1994 tot wijziging van Protocol 47 en sommige bijlagen bij de EER-Overeenkomst (EER-Uitvoeringswet II)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de uitvoering van het besluit van het gemengd comité van de EER nr. 7/94 van 21 maart 1994 tot wijziging van Protocol 47 en sommige bijlagen bij de EER-Overeenkomst (PbEG L 160), wenselijk is enige wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

ARTIKEL I

De >Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onder i, komt te luiden:

i. Lid-Staat: een lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

B

In artikel 11, vierde lid, onder b, wordt «een met goed gevolg afgesloten opleiding opgenomen in bijlage 2 onderscheidenlijk bijlage 3 wordt vereist» vervangen door: een met goed gevolg afgesloten opleiding opgenomen in bijlage 2 wordt vereist.

C

De bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Punt 1 «Paramedisch en sociaal-pedagogisch gebied» wordt als volgt gewijzigd:

a. Na de rubriek «in Luxemburg» wordt «overeenkomende opleidingen met een totale duur van ten minste dertien jaar, waarvan» vervangen door: overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste dertien jaar, waarvan.

b. Aan het eind wordt de punt vervangen door een puntkomma.

c. Aan het eind wordt een nieuwe rubriek toegevoegd, luidende:

In Oostenrijk

de opleidingen voor

– contactlensopticien («Kontaktlinsenoptiker»)

– pedicure («Fusspfleger»)

– audicien («Hörgeräteakustiker»)

– drogist («Drogist»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een periode van praktijkervaring en opleiding afgesloten met een beroepsexamen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden;

de opleidingen voor

– masseur («Masseur»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van dertien jaar, waarvan gedurende vier jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van twee jaar, en een periode van praktijkervaring en opleiding gedurende twee jaar, afgesloten met een beroepsexamen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden;

– kleuterleidster («Kindergärtner/in»)

– pedagogisch werker («Erzieher»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van dertien jaar, waarvan gedurende vijf jaar een beroepsopleiding in een gespecialiseerde school wordt gevolgd, afgesloten met een examen.

2. Punt 2 «Sector meesters («Mester»/«Meister»/«Maître») overeenkomende met opleidingen voor ambachtelijke activiteiten die niet onder de in bijlage A genoemde richtlijnen vallen» wordt als volgt gewijzigd:

a. In het opschrift wordt «de in bijlage A genoemde richtlijnen» vervangen door: de in bijlage A van de richtlijn 92/51 genoemde richtlijnen.

b. Aan het eind vervalt de punt en worden twee nieuwe rubrieken toegevoegd, luidende:

In Oostenrijk

de opleidingen voor

– bandagist («Bandagist»)

– korsettenmaker («Miederwarenerzeuger»)

– opticien («Optiker»)

– orthopedisch schoenmaker («Orthopädieschuhmacher»)

– prothese/orthesemaker («Orthopädietechniker»)

– tandtechnicus («Zahntechniker»)

– tuinier («Gärtner»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een periode van praktijkervaring en beroepsopleiding van ten minste twee jaar, afgesloten met een examen voor meesterkwalificatie dat het recht verleent het beroep uit te oefenen, leerlingen op te leiden en de titel «Meister» te voeren;

de opleidingen voor meesterkwalificaties op het gebied van landbouw en bosbouw, namelijk

– meesterkwalificatie landbouw («Meister in der Landwirtschaft»)

– meesterkwalificatie huishoudwetenschappen («Meister in der ländlichen Hauswirtschaft»)

– meesterkwalificatie tuinbouw («Meister im Gartenbau»)

– meesterkwalificatie akkertuinbouw («Meister im Feldgemüsebau»)

– meesterkwalificatie fruitteelt en fruitverwerking («Meister im Obstbau und in der Obstverwertung»)

– meesterkwalificatie wijnbouw en oenologie («Meister im Weinbau und in der Kellerwirtschaft»)

– meesterkwalificatie zuivelbereiding («Meister in der Molkerei und Käsereiwirtschaft»)

– meesterkwalificatie paardenfokkerij («Meister in der Pferdewirtschaft»)

– meesterkwalificatie visserij («Meister in der Fischereiwirtschaft»)

– meesterkwalificatie pluimveefokkerij («Meister in der Geflügelwirtschaft»)

– meesterkwalificatie bijenteelt («Meister in der Bienenwirtschaft»)

– meesterkwalificatie bosbouw («Meister in der Forstwirtschaft»)

– meesterkwalificatie bosaanplantingen en bosbeheer («Meister in der Forstgarten- und Forstpflegewirtschaft»)

– meesterkwalificatie opslag landbouwprodukten («Meister in der landwirtschaftlichen Lagerhaltung»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste vijftien jaar, waarvan gedurende ten minste zes jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een periode van praktijkervaring van drie jaar, afgesloten met een examen voor de desbetreffende meesterkwalificatie dat het recht verleent leerlingen op te leiden en de titel «Meister» te voeren.

In Noorwegen

de opleidingen voor

– groenvoorzieningstechnicus («anleggsgartner»)

– tandtechnicus («tanntekniker»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader, verdeeld in een leerlingenopleiding van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een periode van praktijkervaring en beroepsopleiding van twee jaar, afgesloten met een examen voor de desbetreffende meesterkwalificatie dat het recht verleent leerlingen op te leiden en de titel «Mester» te voeren.

3. Punt 3 «Maritieme sector» wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a «Zeescheepvaart» wordt als volgt gewijzigd:

1°. Na de rubriek «in Nederland» worden twee nieuwe rubrieken ingevoegd, luidende:

In IJsland

de opleidingen voor

– kapitein van de koopvaardij («skipstjóri»)

– eerste stuurman («stýrimaÐur»)

– dekofficier («undirstýrimaÐur»)

– scheepswerktuigkundige eerste rang («vélstjóri 1. stigs»)

In Noorwegen

de opleidingen voor

– kapitein van de koopvaardij («skipsfører»)

– eerste stuurman («overstyrmann»)

– dekofficier derde klas («kystskipper»)

– stuurman/dekofficier vierde klas («styrmann»)

– officier werktuigkundige eerste klas («maskinsjef»)

– officier werktuigkundige tweede klas («1. maskinist»)

– officier werktuigkundige derde klas («enemaskinist»)

– officier werktuigkundige vierde klas («maskinoffiser»)

2°. In het laatste liggend streepje wordt de komma aan het slot vervangen door een puntkomma.

3°. Na het laatste liggend streepje worden twee nieuwe liggende streepjes ingevoegd, luidende:

– In IJsland negen of tien jaar lager onderwijs, gevolgd door dienst op zee gedurende twee jaar, aangevuld met een gespecialiseerde beroepsopleiding van drie jaar (vijf jaar voor scheepswerktuigkundigen);

– In Noorwegen negen jaar lager onderwijs, gevolgd door een basisopleiding en dienst op zee gedurende drie jaar (twee en een half jaar voor officiers werktuigkundigen), aangevuld

– met een gespecialiseerde beroepsopleiding van een jaar voor stuurlieden,

– met een gespecialiseerde beroepsopleiding van twee jaar voor de anderen.

4°. Aan het eind wordt «wachtlopen voor zeevarenden» vervangen door: wachtlopen voor zeevarenden en – voor zover het betreft IJsland en Noorwegen – met meer dienst op zee.

5°. Aan het eind wordt een nieuwe rubriek toegevoegd, luidende:

In Noorwegen

de opleiding voor

– scheepselectricien («elektromasjonstekniker/skipselektriker»)

overeenkomende met negen jaar lager onderwijs, gevolgd door een basisopleiding van twee jaar, aangevuld met praktijkervaring gedurende een jaar en dienst op zee en een gespecialiseerde beroepsopleiding van een jaar.

b. Onderdeel b «Zeevisserij» wordt als volgt gewijzigd:

1°. Na de rubriek «in Nederland» wordt een nieuwe rubriek ingevoegd, luidende:

In IJsland

de opleidingen voor

– kapitein visserij («skipstjóri»)

– eerste stuurman («stýrimaÐur»)

– dekofficier («undirstýrimaÐur»)

2°. In het laatste liggend streepje wordt de punt gewijzigd in een puntkomma.

3°. Na het laatste liggend streepje wordt een nieuw liggend streepje toegevoegd, luidende:

– In IJsland, negen of tien jaar lager onderwijs, gevolgd door dienst op zee gedurende twee jaar, aangevuld met een gespecialiseerde beroepsopleiding van twee jaar, afgesloten met een examen en erkend in het kader van het Verdrag van Torremolinos (internationaal Verdrag van 1977 voor de beveiliging van vissersvaartuigen).

c. Na onderdeel b «Zeevisserij» wordt een nieuw onderdeel c toegevoegd, luidende:

c. Personeel van mobiele boorplatforms

In Noorwegen

de opleidingen voor

– kapitein produktieplatform («plattformsjef»)

– verantwoordelijke stabiliteit («stabilitetssjef»)

– operator meet- en regelkamer («kontrollromoperatør»)

– chef technische dienst («teknisk sjef»)

– hulptechnicus («teknisk assistent»)

overeenkomende met negen jaar lager onderwijs, gevolgd door een basisopleiding van twee jaar, aangevuld met dienst offshore gedurende ten minste een jaar, en

– een gespecialiseerde beroepsopleiding gedurende een jaar voor operatoren meet- en regelkamer;

– een gespecialiseerde beroepsopleiding gedurende twee en een half jaar voor de anderen.

4. Aan het eind van punt 4 «Technische sector» wordt een nieuwe rubriek toegevoegd, luidende:

In Oostenrijk

de opleidingen voor

– houtvester («Förster»)

– bedrijfsadviseur («Technisches Büro»)

– medewerker uitzendbureau («Überlassung von Arbeitskräften – Arbeitsleihe»)

– arbeidsbemiddelaar («Arbeitsvermittlung»)

– beleggingsadviseur («Vermögensberater»)

– particulier detective («Berufsdetektiv»)

– beveiligingsbeambte («Bewachungsgewerbe»)

– makelaar onroerende goederen («Immobilienmakler»)

– beheerder onroerende goederen («Immobilienverwalter»)

– reclamespecialist («Werbebüro»)

– bouwprojectleider («Bauträger, (Bauorganisator, Baubetreuer)»)

– medewerker incassobureau («Inkassobüro»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste vijftien jaar, waarvan acht jaar verplicht onderwijs gevolgd door vijf jaar secundair technisch of commercieel onderwijs, afgesloten met een technisch of commercieel eindexamen, aangevuld met een opleiding in het bedrijf gedurende ten minste twee jaar, afgesloten met een beroepsexamen;

– assurantie-adviseur («Berater in Versicherungsangelegenheiten»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van vijftien jaar, waarvan gedurende zes jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van drie jaar en een periode van praktijkervaring en beroepsopleiding gedurende drie jaar, afgesloten met een examen;

– bouwkundig opzichter-tekenaar («Planender Baumeister»)

– meester-timmerman/ontwerp en berekeningen(«Planender Zimmermeister»)

overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste achttien jaar, waarvan ten minste negen jaar beroepsopleiding, verdeeld in vier jaar secundair technisch onderwijs en vijf jaar praktijkervaring en beroepsopleiding, afgesloten met een beroepsexamen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden, voor zover deze opleiding betrekking heeft op het recht gebouwen te ontwerpen, technische berekeningen uit te voeren en toezicht uit te oefenen op bouwwerkzaamheden («het Maria-Theresia-privilege»)

HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN FINANCIËN

ARTIKEL II

De Wet assurantiebemiddelingsbedrijf2 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 21, elfde lid, wordt «in een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap» vervangen door: in een andere lid-staat van de Europese Unie of in een staat, niet zijnde een lid-staat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

ARTIKEL III

De Wet milieubeheer3 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 10.44c, tweede lid, wordt «in een land buiten de Europese Gemeenschappen» vervangen door: in een land buiten de Europese Unie, waar de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is.

ARTIKEL IV

De Wet explosieven voor civiel gebruik4 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt «de Europese Gemeenschappen» vervangen door: een lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

2. In onderdeel h wordt «het grondgebied van de Gemeenschap» vervangen door: de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is of andere gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is.

B

In artikel 4, onderdeel c, wordt «een andere lid-staat van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: een andere lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

C

In artikel 6 wordt «andere lid-staten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: andere lid-staten van de Europese Unie of andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

D

In artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 3, wordt «op het grondgebied van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: in de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is of andere gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is.

E

In artikel 8, eerste lid, wordt «op het grondgebied van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: in de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is of andere gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is.

F

In artikel 14 wordt «een andere lid-staat van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: een andere lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

G

In artikel 16 wordt «de lid-staat van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: de lid-staat van de Europese Unie of de andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

ARTIKEL V

De Wet op de architectentitel5 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9, eerste lid, onderdeel j, wordt «waaronder niet zijn begrepen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen alsmede andere Staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte» vervangen door: waaronder niet zijn begrepen instellingen, gevestigd in de lid-staten van de Europese Unie of de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

B

In artikel 10, eerste lid, onderdeel h, wordt «in de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: in de lid-staten van de Europese Unie of de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

C

In artikel 11, eerste lid, onderdeel j, wordt «in de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: in de lid-staten van de Europese Unie of de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

D

In artikel 12, eerste lid, onderdeel g, wordt «in de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: in de lid-staten van de Europese Unie of de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

E

In artikel 24, eerste lid, wordt «in een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte» vervangen door: in een andere lid-staat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT

ARTIKEL VI

De Wet vervoer binnenvaart6 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 78, eerste lid, wordt na «Lid-Staat» ingevoegd: of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL VIII

Deze wet kan worden aangehaald als: EER-Uitvoeringswet II.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 13 december 1995

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Margaretha de Boer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de achtentwintigste december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Stb. 1994, 640.

XNoot
2

Stb. 1995, 179, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 juli 1995, Stb. 355.

XNoot
3

Stb. 1994, 80, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 oktober 1995, Stb. 525.

XNoot
4

Stb. 1994, 552, gewijzigd bij de wet van 2 november 1995, Stb. 554.

XNoot
5

Stb. 1987, 347, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 april 1995, Stb. 250.

XNoot
6

Stb. 1991, 711, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 november 1995, Stb. 554.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 24 273.

Handelingen II 1995/1996, blz. 2253.

Kamerstukken I 1995/96, 24 273 (112).

Handelingen I 1995/96, zie vergadering d.d. 12 december 1995.

Naar boven