Besluit van 4 december 1995, houdende wijziging van het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet in verband met de afschaffing van de premievrije voet voor het werkgeversdeel voor de procentuele premie van de ziekenfondsverzekering en enige andere wijzigingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 oktober 1995, CDWJZ-U-952103, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 18, eerste lid, van de Ziekenfondswet;

De Raad van State gehoord (advies van 24 november 1995, No. W13.95.0586);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 november 1995, CDWJZ-U-95.2269, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het >Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet1 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel c, sub 4, wordt «Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur» vervangen door: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

2. In de onderdelen f, g en i vervallen de Staatsbladaanduidingen.

3. In onderdeel o wordt «ingevolge de bepalingen van de Wet voor het reservepersoneel der krijgsmacht 1954, Stb. 576,» vervangen door: ingevolge de Wet voor het reserve-personeel der krijgsmacht 1985.

4. In de onderdelen r, s, v, w, x en aa vervallen de Staatsbladaanduidingen.

B. In artikel 2, twaalfde lid, vervallen de Staatsbladaanduidingen.

C. In artikel 4, tweede volzin, vervalt: en artikel 9, tweede en vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering.

D. In artikel 4a, tweede lid, vervalt: en vierde. Tevens wordt in dit lid «zijn» vervangen door: is.

E. In artikel 5, tweede lid, tweede volzin, vervalt: en vierde.

F. Artikel 5a wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «een bij ministeriële regeling door Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te zamen te bepalen percentage» vervangen door: het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, en artikel 15, derde, vierde en vijfde lid, van de Ziekenfondswet zijn van overeenkomstige toepassing. Het orgaan dat de uitkering doet, wordt als werkgever beschouwd en de uitkering wordt als loon aangemerkt. Als bedrijfsvereniging in de zin van de Organisatiewet sociale verzekeringen wordt, behoudens in door Onze Minister te bepalen uitzonderingsgevallen, aangemerkt de bedrijfsvereniging waarbij de werkgever bij wie de persoon, bedoeld in artikel 1, onder g, op de datum van uittreding in dienstbetrekking was, was aangesloten. In afwijking van artikel 15, derde en vijfde lid, van de Ziekenfondswet stort het Algemeen burgerlijk pensioenfonds, bedoeld in artikel L 1 van de Algemene burgerlijke pensioenwet, de in het eerste lid bedoelde premie rechtstreeks in de Algemene Kas, bedoeld in artikel 71 van de Ziekenfondswet.

3. In het zesde lid wordt «is het bepaalde in het vijfde lid, onder a,» vervangen door: is het vijfde lid.

G. Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor de verzekering van verzekerden als bedoeld in artikel 1, onder i, die in het genot zijn van een ziekengeld krachtens Hoofdstuk II of een uitkering krachtens Hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen wordt van het ziekengeld onderscheidenlijk de uitkering een premie geheven tot het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage. Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, alsmede artikel 15, derde, vierde en vijfde lid, van de Ziekenfondswet en artikel 9, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering zijn van overeenkomstige toepassing. Het orgaan dat het ziekengeld onderscheidenlijk de uitkering verleent, wordt als werkgever beschouwd. Het ziekengeld wordt als loon aangemerkt.

2. In het tweede lid vervallen de tweede en derde volzin.

H. Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «een bij ministeriële regeling door Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te zamen te bepalen percentage» vervangen door: het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage.

2. In het derde lid worden de eerste en tweede volzin vervangen door: Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet en artikel 9, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering zijn van overeenkomstige toepassing.

I. Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «een bij ministeriële regeling door Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te zamen te bepalen percentage» vervangen door: het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage.

2. In het tweede lid wordt de eerste volzin vervangen door: Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet is van overeenkomstige toepassing.

J. Artikel 11b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een bij ministeriële regeling door Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te zamen te bepalen percentage» vervangen door: het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage.

2. In het derde lid worden de eerste en tweede volzin vervangen door: Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet en artikel 9, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering zijn van overeenkomstige toepassing.

K. Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor de verzekering van verzekerden als bedoeld in artikel 1, onder t, wordt van het pensioen, de vakantie-uitkering daaronder begrepen, een premie geheven tot het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage.

2. In het derde lid worden de eerste en tweede volzin vervangen door: Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet en artikel 9, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering zijn van overeenkomstige toepassing.

L. In artikel 12a, vierde lid, wordt «artikel 9, tweede, vierde en tiende lid» vervangen door: artikel 9, tweede en tiende lid.

M. Artikel 12b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een bij ministeriële regeling door Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te zamen te bepalen percentage» vervangen door: het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage.

2. In het derde lid worden de eerste en tweede volzin vervangen door: Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, van de Ziekenfondswet en artikel 9, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering zijn van overeenkomstige toepassing.

N. Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een bij ministeriële regeling door Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te zamen te bepalen percentage» vervangen door: het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage.

2. In het tweede lid worden de eerste en tweede volzin vervangen door: Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, en artikel 15, derde, vierde en vijfde lid, van de Ziekenfondswet zijn van overeenkomstige toepassing.

O. Artikel 13b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een bij ministeriële regeling door Onze Minister en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te zamen te bepalen percentage» vervangen door: het krachtens artikel 15, eerste lid, van de Ziekenfondswet vastgestelde percentage.

2. In het tweede lid worden de eerste en tweede volzin vervangen door: Het bepaalde krachtens artikel 15, tweede lid, en artikel 15, derde, vierde en vijfde lid, van de Ziekenfondswet zijn van overeenkomstige toepassing.

P. In artikel 14d wordt «dat aan het toezicht van de Sociale Verzekeringsraad is onderworpen» vervangen door: dat is onderworpen aan het toezicht van het College van toezicht sociale verzekeringen, bedoeld in hoofdstuk II van de Organisatiewet sociale verzekeringen.

Q. In artikel 14e, eerste lid, vervalt de tweede volzin.

R. In artikel 15, eerste lid, onder e en h, vervallen de Staatsbladaanduidingen.

S. In artikel 16, eerste lid, vervalt de Staatsbladaanduiding.

T. Artikel 16b wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt de Staatsbladaanduiding.

2. In het tweede lid wordt «1 januari 1996» vervangen door «1 januari 1998» en vervallen de Staatsbladaanduidingen.

3. In het derde lid vervalt de Staatsbladaanduiding.

ARTIKEL II

De tekst van het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet wordt in het Staatsblad geplaatst.

ARTIKEL III

  • 1. Indien het bij koninklijke boodschap van 18 oktober 1995 ingediende voorstel van wet, houdende vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen)(Kamerstukken II, 1995–1996, 24 458, nrs.1–3) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt dit besluit, met uitzondering van artikel I, onderdeel T, op hetzelfde tijdstip in werking.

  • 2. Indien het bij koninklijke boodschap van 23 augustus 1995 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen (Kamerstukken II, 1995–1996, 24 285, nrs.1–3) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt artikel I, onderdeel T, op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 4 december 1995

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de veertiende december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge de Wet invoering franchise ZFW-premie is met ingang van 1 januari 1995 een premievrije voet (ook wel genoemd: franchise) ingevoerd voor het werkgeversdeel van de procentuele premie voor de Ziekenfondswet (verder te noemen: Zfw). Die maatregel had ten doel de werkgelegenheid in het onderste segment van de arbeidsmarkt uit te breiden door middel van een directe verlaging van de loonkosten op lage inkomensniveaus. Met ingang van dezelfde datum is het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet (verder te noemen: het Aanwijzingsbesluit) zodanig gewijzigd (Stb. 1994, 912) dat de franchise eveneens kon worden toegepast ten aanzien van enige groepen van personen, waarvoor de premieheffing in dat besluit is geregeld. Tevens werden bij die gelegenheid enige bepalingen van het Aanwijzingsbesluit zodanig gewijzigd dat ongewenste gevolgen van de invoering van de franchise voor de overige groepen van verzekerden werden uitgesloten.

Tijdens de parlementaire behandeling van het voorstel van Wet invoering franchise ZFW-premie in de Tweede Kamer werd door bijna alle woordvoerders de keuze voor het invullen van de lastenverlichting langs de voorgestelde lijn aan de orde gesteld. Van de kant van de regering (Handelingen II, 1994/95, blz. 1778–1779) is bij die gelegenheid reeds uitgesproken dat voor 1996 een andere aanpak zou worden gekozen.

Inmiddels is besloten tot een pakket van lastenverlichtende maatregelen voor 1996 en daarna. In het voorstel van Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen zijn de daartoe strekkende voorstellen tot aanpassing van de wetgeving vervat; in dat wetsvoorstel is tevens voorzien in de schrapping uit de Zfw, de Coördinatiewet Sociale Verzekering en de Wet aanpassing uitkeringsregelingen overheveling opslagpremies van de met de Wet invoering franchise ZFW-premie daarin opgenomen bepalingen.

Met de onderhavige wijziging van het Aanwijzingsbesluit zijn de wijzigingen die per 1 januari 1995 (Stb. 1994, 912) in dat besluit werden aangebracht in verband met de invoering van de franchise, weer ongedaan gemaakt. De inwerkingtreding van deze wijziging is gekoppeld aan de totstandkoming en inwerkingtreding van het voorstel van Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.

Gelet op het zuiver technische karakter van de wijziging, is daarover geen advies van de Ziekenfondsraad ingewonnen.

Tevens voorziet het onderhavige besluit in een tweetal aanpassingen van het Aanwijzingsbesluit, waartoe de Ziekenfondsraad heeft geadviseerd.

Artikel 12 van het Aanwijzingsbesluit is zodanig gewijzigd dat ten aanzien van verzekerden als bedoeld in artikel 1, onder t, van dat besluit voor de premieheffing vergoedingen als bedoeld in artikel 55 van het reglement voor het Algemeen Mijnwerkersfonds van de Steenkolenmijnen in Limburg buiten beschouwing worden gelaten. Gebleken is dat die vergoeding een toeslag betreft, die naar strekking en wijze van berekening overeenkomt met de overhevelingstoeslag, bedoeld in artikel 1 van de Wet overhevelingstoeslag opslagpremies. De algemene opvatting is dat over een dergelijke toeslag geen ziekenfondspremie verschuldigd dient te zijn. Die opvatting is onder meer neergelegd in artikel 16b van het Aanwijzingsbesluit. In de praktijk is tot op heden geen ziekenfondspremie berekend over de vergoeding (advies van de Ziekenfondsraad van 14 juni 1995, kenmerk VERZ/23421/95).

In artikel 16b van het Aanwijzingsbesluit is ter uitvoering van een advies van de Ziekenfondsraad (advies van 28 juni 1995, kenmerk VERZ/25339/95), «1 januari 1996» vervangen door: 1 januari 1998. Aldus wordt bewerkstelligd dat voor de premieheffing ten aanzien van verzekerden als bedoeld in artikel 1, onder x, sub 1, en onder aa, de tot een bruto bedrag herleide uitkering nog twee jaar langer wordt verminderd met een bedrag, gelijk aan de premies ingevolge de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Deze wijziging hangt samen met het voorgenomen uitstel van de afschaffing van de brutering in de lonen van de overhevelingstoeslag tot 1 januari 1998 en is, wat betreft de inwerkingtreding, dan ook gekoppeld aan de totstandkoming en inwerkingtreding van het voorstel van Wet tot wijziging van de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het besluit de Staatsbladaanduidingen met betrekking tot wetten en besluiten met een citeertitel te schrappen.

Tevens is in artikel 1, onder o, de verwijzing naar de wet voor het reservepersoneel der krijgsmacht 1954, Stb. 576, vervangen door een naar de wet met de nagenoeg identieke naam uit 1985.

Voorts is rekening gehouden met de (nieuwe) Organisatiewet sociale verzekeringen; in de artikelen 5a, vijfde lid, onder a, en 14d van het Aanwijzingsbesluit zijn in verband daarmee enige aanduidingen van organen gewijzigd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Stb. 1987, 227, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 maart 1995, Stb. 151.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven