Wet van 16 november 1995 tot afschaffing van de legitieme portie van de ascendenten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, vooruitlopende op de invoering van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, wenselijk is de legitieme portie van erfgenamen in de rechte opgaande lijn te doen vervallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A.

In artikel 960 wordt tussen «regte» en «linie» ingevoegd: nederdalende.

B.

Artikel 961, eerste lid, komt te luiden:

Indien de erflater slechts één kind nalaat, bestaat dat wettelijk erfdeel in de helft van de goederen, welke het kind bij versterf zou hebben geërfd.

C.

Artikel 962 vervalt.

ARTIKEL II

Deze wet is niet van toepassing, indien het overlijden van de erflater heeft plaatsgevonden vóór haar inwerkingtreding.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 16 november 1995

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de achtentwintigste november 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 november 1995, Stb. 554.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1994/95, 24 237.

Handelingen II 1995/96, 499–500.

Kamerstukken I 1995/96, 24 237 (78).

Handelingen I 1995/96, zie vergadering d.d. 14 november 1995.

Naar boven