Besluit van 4 oktober 1995, houdende wijziging van enige bijlagen bij het Besluit administratieve bepalingen Bopz

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in overeenstemming met Onze Minister van Justitie van 20 juli 1995, kenmerk GVC/GGZ/954357;

Gelet op de artikelen 14, en 21, vierde lid van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;

De Raad van State gehoord (advies van 31 augustus 1995, No. W13.95.0418);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voornoemd, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie van 14 september 1995, kenmerk GVC/GGZ/955402;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlagen 1, 2, 3 en 4 behorende bij het >Besluit administratieve bepalingen Bopz1 worden vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop twee maanden zijn verstreken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 4 oktober 1995

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de dertigste november 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhavige besluit brengt een aantal identieke wijzigingen aan in de geneeskundige verklaringen, waarvan de modellen als bijlage bij het Besluit administratieve bepalingen Bopz zijn opgenomen.

De toevoegingen met betrekking tot de persoonsgegevens van de patiënt beogen een zo goed mogelijke aansluiting te bewerkstelligen met de bij Justitie gebruikelijke vastleggingstechnieken.

De vraag met betrekking tot de indicatiecommissie is opgenomen omdat het voor de beslissing of er een vordering moet worden ingesteld en voor de beoordeling van de vordering van belang is of er een oordeel over de noodzaak tot opneming is uitgesproken door een indicatiecommissie, en hoe dit oordeel luidt. Het gaat dan om opneming in een zwakzinnigeninrichting of psychogeriatrisch(e) (afdeling van een) verpleeginrichting.

Daarbij moet worden bedacht dat ingevolge de geldende regelgeving van opneming in een verpleeginrichting uitsluitend sprake kan zijn als een indicatiecommissie als bedoeld in het Besluit indicatie-advisering bejaardenoorden en verpleeginrichtingen over de opneming advies heeft uitgebracht. Het zijn deze commissies die zijn aangewezen als de commissies, bedoeld in artikel 60 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz), teneinde te oordelen over de noodzaak van opneming in gevallen dat de patiënt geen blijk geeft van bereidheid en evenmin van het tegendeel. Een rechterlijke machtiging zet de eis van een voorafgaand advies niet opzij. Omdat het geen zin heeft een rechterlijke machtiging te verlenen als er geen opneming kan volgen, is dit gegeven van belang.

Ook in de zwakzinnigenzorg zijn het de thans reeds ten behoeve van elke plaatsing werkende indicatiecommissies die op grond van de Bopz zijn aangewezen. In het algemeen vindt ook in deze sector geen opneming plaats zonder dat de indicatiecommissie daarover vooraf heeft geadviseerd. Ten aanzien van de aard van de stoornis, de aard van het gevaar en de overwogen of geprobeerde alternatieven voor opneming zijn er nadere omschrijvingen in de verklaringen opgenomen. Deze aanvullingen beogen de rechterlijke macht in staat te stellen te oordelen op basis van zo eenduidig mogelijke informatie.

De omschrijvingen van de verschillende stoornissen zijn ontleend aan de door de American Psychiatric Association ontwikkelde Diagnostic and statistical manual of mental disorders. De in de verklaring opgenomen lijst is in de Haagse regio met succes beproefd.

De omschrijving van de diverse vormen waarin het gevaar zich kan manifesteren zijn ontleend aan het jurisprudentie-onderzoek verricht door Paul van Ginneken van het Nederlands centrum Geestelijke volksgezondheid («Een zodanig gevaar»: Het gevaarscriterium bij gedwongen opneming in een psychiatrisch ziekenhuis. Utrecht, oktober 1993, NcGv, 93-21). Bij de alternatieven voor opneming zijn de meest voor de hand liggende vermeld en is voorzien in een open categorie.

Met de verklaringen in de vorm zoals deze thans luiden zijn in de periode van mei tot november 1993 in de arrondissementen Breda en 's-Hertogenbosch ervaringen opgedaan. De reacties zowel van de artsen die de verklaringen hebben opgemaakt, als van de gebruikers in justitiële kring waren positief. De door hen gemaakte opmerkingen zijn in de tekst verwerkt.

In verband met de inzichtelijkheid voor de gebruikers is niet er voor gekozen de verklaringen partieel te herzien maar is de keuze gemaakt de modellen opnieuw vast te stellen.

Een ontwerp van dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 11 november 1994 (Stcrt. 218). De opmerkingen die daarover zijn gemaakt waren uitsluitend van technische aard. Zij zijn in de formulieren verwerkt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Bijlage behorende bij het Besluit van 4 oktober 1995, Stb. 536 houdende wijziging van enige bijlagen bij het Besluit administratieve bepalingen Bopz

{{Raadpleeg voor deze bijlage het gedrukte Staatsblad}}


XNoot
1

Stb. 1993, 560.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven