Wet van 14 september 1995, houdende strafbaarstelling van misbruik van een alarmnummer voor publieke diensten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, met het oog op de bestrijding van misbruik van een alarmnummer voor publieke diensten gewenst is dit misbruik strafbaar te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

Voor de tekst van artikel 142 van het Wetboek van Strafrecht1 wordt het cijfer 1. geplaatst, en aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd, luidende als volgt:

  • 2. Hij die opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maakt van een alarmnummer voor publieke diensten wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee weken of geldboete van de tweede categorie.

Artikel II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 14 september 1995

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de achtentwintigste september 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 april 1995, Stb. 227.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1993/94, 1994/95, 23 797.

Handelingen II 1994/95, blz. 5045–5051.

Kamerstukken I 1994/95, 23 797 (297, 297a).

Handelingen I 1994/95, zie vergadering d.d. 12 september 1995.

Naar boven