Besluit van 4 september 1995, houdende wijziging van de bijlagen 1 en 2 bij de Deltawet grote rivieren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 juli 1995, nr. RW 201253, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 1, tweede lid, van de Deltawet grote rivieren;

De Raad van State gehoord (advies van 15 augustus 1995, nr. W09.95.0363);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 28 augustus 1995, nr. RW 203227, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Bijlage 1 bij de Deltawet grote rivieren>1 wordt als volgt gewijzigd:

Ten aanzien van het dijkvak Gorkum (+Dalem) wordt in de kolom hektometrering «436,0» vervangen door: 438,0 en in de kolom lengte «3,2» door: 3,4, gepaard gaande met vervanging in kolom (km) van «32,8» door: 33,0 en «146,8» door: 147,0.

ARTIKEL II

Bijlage 2 bij de Deltawet grote rivieren wordt als volgt gewijzigd:

A. In knelpunt 19 (Buggenum) wordt «0,5» vervangen door: 1,0.

B. In knelpunt 21 (Hanssum) wordt «2,0» vervangen door: 2,5.

C. In knelpunt 23 (Belfeld) wordt «0,5» vervangen door: 1,2.

D. In knelpunt 24 (Maasbree-Kassen) wordt «3,3» vervangen door: 4,5.

E. In knelpunt 26 (Venlo) wordt «0,9» vervangen door: 1,9.

F. In knelpunt 27 (Venlo) wordt «1,9» vervangen door: 2,4.

G. In knelpunt 30 (Venlo-Ind. II) wordt «1,3» vervangen door: 3,2.

H. Na knelpunt 57 worden de knelpunten 58 tot en met 59 toegevoegd, luidende:

KnelpuntLengte kade (km)
58. Heel: Pol-Osen2,3
59. Swalmen0,3

I. Het berekende totaal wordt in plaats van «143,4 km»: 153,8 km.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de vijftiende dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 27 juni 1995.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 4 september 1995

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Uitgegeven de negentiende september 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

Bij het opstellen van bijlage 2 van de Deltawet grote rivieren is uitgegaan van de op dat moment meest waarschijnlijke plannen voor de aanleg van kaden langs de onbedijkte Maas. Bij de verdere uitwerking van deze plannen is gebleken dat het met het oog op de in het geding zijnde belangen gewenst is op een beperkt aantal plaatsen tot een iets andere oplossing van knelpunten te komen dan aanvankelijk was voorzien. Om deze reden bevatten de concept-kadeplannen zoals deze door de waterschappen bij gedeputeerde staten van Limburg ter vaststelling zijn ingediend, een aantal wijzigingen ten opzichte van bijlage 2 van de Deltawet grote rivieren. Dat heeft er toe geleid dat enerzijds de gegroeide inzichten zijn verwerkt bij de vaststelling van de kadenplannen door het college van gedeputeerde staten en anderzijds het bestuur van de provincie Limburg aan de regering heeft gevraagd onder toepassing van artikel 1, tweede lid, van de Deltawet grote rivieren enkele wijzigingen aan te brengen in bijlage 2. Het gaat niet alleen om aanpassing van reeds in de bijlage opgenomen knelpunten, maar ook om twee nieuwe knelpunten, die in een bijlage bij deze nota van toelichting op een kaart zijn aangegeven.

Vervolgens heb ik bevorderd dat aan deze verzoeken wordt tegemoetgekomen omdat het om enkele belangrijke kadetrajecten gaat, die anders niet onder de werking van de Deltawet grote rivieren zouden vallen. Dit acht ik ongewenst gelet op de doelstelling van het Deltaplan om de kadeaanleg langs de onbedijkte Maas uiterlijk in 1996 af te ronden.

Voorts is door de provincie Zuid-Holland bericht, dat de hectometrering ter hoogte van Gorinchem in bijlage 1 bij de Deltawet grote rivieren dient te worden aangepast, en wel in die zin dat met de dijkverbetering wordt aangesloten op de wallen van Gorinchem.

Het komt er op neer dat de in die bijlage aangegeven lengte met twee honderd meter moet worden verhoogd. De reden hiervoor is dat ten tijde van de voorbereiding van het voorstel van de provincie Zuid-Holland onvoldoende inzicht stond in de technische staat van ook dat dijkgedeelte uit het oogpunt van de betreffende veiligheidsnorm (overschrijdingskans van 1/100 per jaar) en, in verband daarmede, in de urgentie daarvan de noodzakelijke verbetering.

Artikel II, onderdeel A

Knelpunt 19 is in de bijlage opgenomen ter bescherming van de dorpskern van Buggenum. Om een kade te krijgen die wat waakhoogte betreft goed aansluit op de aangrenzende hoge gronden, is een verlenging met 0,5 km nodig.

Artikel II, onderdeel B

Knelpunt 21 heeft betrekking op de bescherming van de dorpskern van Neer en het gehucht Hanssum. Op voorstel van de gemeente is een alternatief, bestaande uit een omleiding van de Neerbeek bij hoogwater, alsmede een kade die ook Klein Hanssum beschermt, bekeken. Dit alternatief bleek niet alleen goedkoper, maar heeft ook met het oog op de waarden van landschap, natuur en cultuurhistorie (de zgn. LNC-waarden) de voorkeur. Zo kan aantasting van het gebied langs de Neerbeek worden voorkomen, terwijl de omleiding tevens een ecologische verbindingszone naar het Leudal kan vormen. Dit alternatief werd in het ontwerp voor het kadenplan opgenomen.

Artikel II, onderdeel C

Knelpunt 23 in de bijlage had alleen betrekking op geconcentreerde bebouwing in Belfeld. Bij de verdere voorbereiding van de veiligheidsvoorzieningen werd het noodzakelijk geacht de iets zuidelijker gelegen kassen en de geplande weg naar de stuw ter plaatse ook bescherming te bieden.

Artikel II, onderdeel D

In de bijlage bij de Deltawet grote rivieren is knelpunt 24 opgenomen ter bescherming van de dorpskern van Baarlo, het gehucht Vergelt en kassengebieden ter plaatse. Om een kade te krijgen die wat waakhoogte betreft goed aansluit op aangrenzende hoge gronden, is aan de noordzijde een verlenging tot Hout-Blerick (in de gemeente Venlo) noodzakelijk, terwijl voorts in zuidelijke richting enige verlenging, totaal met 1,2 km, noodzakelijk wordt geacht.

Artikel II, onderdelen E en F

In de bijlage zijn in de gemeente Venlo op de oostoever van de Maas enkele korte kadetracés opgenomen ter bescherming van de stadswijken Venlo-Zuid, Venlo-Centrum en Genooi, alsmede het ziekenhuis ter plaatse en een kassengebied. Om een sluitende kade-ring te krijgen die wat waakhoogte betreft goed aansluit op de kade-tracés – in het noorden – in de gemeente Arcen en Velden en – in het zuiden – in de gemeente Tegelen, is in het ontwerp voor het kadenplan een tracé opgenomen dat in totaal 1,5 km langer is dan waarvan eerder werd uitgegaan.

Artikel II, onderdeel G

Knelpunt 30 werd opgenomen ter bescherming van het industrieterrein Groot Boller. Om een sluitende kade-ring te krijgen zijn de kadevakken met elkaar verbonden en aan de noordzijde doorgetrokken tot aan de hoger gelegen delen van het haventerrein, gepaard gaande met een verlenging ten bedrage van 1,9 km.

Artikel II, onderdeel H

Knelpunt 58

Het betreft een bestaande kade, die in het kader van de grindwinning ter plaatse is aangelegd en die dient ter bescherming van de kern van de gemeente Heel en van twee – buiten die kern gelegen – psychiatrische inrichtingen. Eerst na het opstellen van de lijst van kaden, die tot bijlage 2 heeft geleid, is uit het toen voltooide onderzoek gebleken dat de onderhavige kade op tal van plaatsen veel kwelwater doorlaat en dat de hoogte daarvan op tal van plaatsen onvoldoende is. Deze kade behoeft – gelet op het met Deltaplan grote rivieren beoogde beschermingsniveau (1/50) ter plaatse dringend verbetering.

Knelpunt 59

Het betreft een concentratie van laaggelegen woningen in de dorpskern van Swalmen.

Bij hoogwater op de Maas vormt de rivier de Swalm bij opstuwing een bedreiging voor woningen aan de Boutestraat en In de Haöfkes.

Doordat deze woningen echter op wat grotere afstand van de Maas zijn gelegen kwamen zij niet voor op de rivierkaart waarvan door de provincie Limburg bij het opstellen van het kadenplan in eerste instantie is uitgegaan.

Artikel III

Het verlenen van terugwerkende kracht strekt ertoe het besluit van gedeputeerde staten van de provincie Limburg van 27 juni 1995 ter uitvoering van artikel 4 van de Deltawet grote rivieren ook wat de nieuwe projecten (knelpunten 58 en 59) of projectvergrotingen (onderdelen A tot en met G) betreft, die zijn opgenomen in deze algemene maatregel van bestuur, de vereiste basis te geven.

stb-1995-433-1.gif

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink


XNoot
1

Stb. 1995, 210.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 10 oktober 1995, nr. 196.

Naar boven